De Tweede Ronde. Jaargang 2(1981)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] Vier gedichten Nico Slothouwer Uit: Gemengde berichten Twee vrienden: de een ben ik, de ander is slimmer, zegt minder. Soms is het andersom. Toch staat hier in mijn woorden: mijn vriend Heeft een kind dat al kan praten; ik heb mezelf die zich verbaast. Dan is er nog zoiets als trots, en inderdaad: dat zijn we beiden. Eenakter Merkwaardig, zo vrolijk als ze aan komt lopen. Precies de pasjes van haar rol. Alsof ik nog zou weten wat die was; het is te lang geleden. Er is niet veel te doen gebleven. Zij is in beeld en ik wacht af. Ze lacht de rest van het moment. Ik draai me om; ‘Toch was dit meer dan figureren, zo doodlief repeteren op een ziel.’ [pagina 65] [p. 65] Mislukt gesprek met kunstenaar Zijn gekte begrenzend door wat hij zegt, zo staat hij naast zijn roestvrij staal te spreken. Voortdurend. Angstig mens. Had ik maar gezwegen. Het wezen. Dat was hij juist ten overstaan van mij uitvoerig gaan vergeten. ‘Ik voel wel ongeveer wat u bedoelt.’ Nu komt het nooit meer goed. ‘Dit beeld, stuk optimalisering, voorbeeldmatig gebruikt, bij voorbeeld.’ ‘Maar verdomme!’ roep ik, en dan, met stalen blik toch nog in vorm: ‘Zullen we dansen?’ Lied van de lethargie Door halfslaap geharnast, dagen lang, ben ik mijzelf aan het vermijden. Het gaat heel goed. Rond het bed stopt men mijn wereld in kartonnen dozen. Ik vind dat best. Zo suf als ik ben, beter toch dan veel te moeten dragen - wankel stappen, dapper vooruit, en nooit meer kunnen keren. Hoor de trappen kraken. Beneden is het licht. Vorige Volgende