De Tweede Ronde. Jaargang 2(1981)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] Drs. P. Alweer een nieuw patroon Alweer een nieuw patroon, en wel de (d)e(e)F En wat me hiertoe dreef, dat is de macht (Ik hoop dat niemand lacht) van 't nodeloze Geen geestdrift of neurose, maar een gril Daar ik eens kijken wil hoe dat voldoet Wanneer je rijmen moet als hier gedaan: Het binnenrijm sluit aan bij 't eindrijm dat Je vlak daarboven had, en bovendien - Dat zult u strakjes zien - de hele woorden Waarin die rijmen gloorden aan 't begin (Dus in de aanhefzin): patroon en (d)e(e)F Welnu, die woorden geef ik nog een beurt Aan 't slot, en u bespeurt dat ik verdomd Niet weet wanneer dat komt. In elk geval Betwijfel ik of al die fraaie toeren Wel boeien of ontroeren of zoiets Misschien een goede witz? Een sterk verhaal? Je kunt het minimaal eenmaal proberen Hij had er zeven keren om gevraagd Zij vond het te gewaagd en indecent Tenslotte riep hij: ‘Kent je hart dan niet Het zinderende lied van roes en lust?’ Ze werd wat ongerust en zei: ‘Maar Jan Het spijt me erg, ik kan zoiets niet doen Nog niet voor tien miljoen, hij al 't gedruis In zulk een warenhuis, zo fel verlicht Dat is toch geen gezicht! Dat hoort niet, daar Ja, als het nu nog maar fellatio was...’ Hij pulkte aan zijn das, en ging - mishaagd Ze heeft hem níet gevraagd, terug te keren Zo kunt ook u het leren; volg gewoon Het voorbeeld (wonderschoon) dat ik hier schreef Wij noemen dit de (d)e(e)F, een nieuw patroon Vorige Volgende