De Tweede Ronde. Jaargang 2(1981)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] [Gedichten Simon Knepper] Ballade van de oude vrouw in de automatiek Eens sjouwde een wenende oude, Getergd door leed en rheumatiek En ook door de grimmige koude, Langs 't pand ener automatiek. ‘Wil toch mijn ellende beschouwen,’ Riep zij gehinderd door de ruit, ‘'k Heb honger, en deugnieten bauwen En jouwen mij steeds na en uit.’ ‘Marie is haar eigen verkopen, Jan-Hein is een oude vandaal En ik moet hier snotterend lopen; Het is een godsnakend schandaal.’ Dra ging het geweten mij kwellen. ‘Ach moeke,’ sprak ik diep ontzet, ‘Laat mij toch iets voor u bestellen, Een nassibal, of een kroket.’ ‘Kom, reik mij het beursje maar over En stel mij uw centjes ter hand - Nee nee, geen gemaar meer daarover, Daar ben ik zeer tegen gekant!’ Reeds had ik haar tasje te pakken En gritste de duiten eruit, Om 't oudje wreed neer te doen smakken. Een uiterst verrassend besluit! [pagina 86] [p. 86] Onweer Als hoog in deJura een ratelslag dreunt, 't Gebergte het dreigende onheil bekreunt En duistere wolken de lucht overdekken, Doet men het verstandigst, een jas aan te trekken. Griep Dagenlang sleept de verkrachting Mijns gestels zich nu al voort, ‘Kent Ued. de weersverwachting?’ Roep ik soms tot neus of oor, ‘Kome een klimaatsverzachting In dit kil en vochtig oord!’ Maar de neus snuift vol verachting, En het oor loopt zwijgend door. Satie O, kon ik zeggen wat ik zie, Satie, in uw ‘Gymnopedies’, Vervreemding, leed, melancholie? Tant pis, ik kan het nie. [pagina 87] [p. 87] Verzuchting Soms valt het bestaan onmiskenbaar wat zwaar, Dan zou men iets ánders believen; Opmerkelijk is dienaangaande vooral De schaarsheid der alternatieven. In het bos Juist breekt een vroege zonnestraal De hemel juichend open, Als uit het dichte struikgewas Een haas komt aangelopen. Doch hoe verdrietig! deze haas Zakt eensklaps door zijn poten; Zo deze haas niet dronken is, Dan zeker aangeschoten. Vermaning Laat nimmer't hart vermurwen Als Satan tot de zonde noodt, Maar grijpt hem bij zijn lurwen En breekt zijn bokkepoot. Vorige Volgende