De Tweede Ronde. Jaargang 1(1980)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Drie gedichten Marko Fondse Matona mia cara (Orlando) Terzijde van de tijd is het goed horen naar liederen die statig zijn van stijl. Teruggestoten in de drom worden de oren wonden waar de wereld als een pijl in trilt. Onmachtig om het heden te omvamen drukt de erfenis van overlevend schoon. Geen verlossing meer buiten de ramen voor wie schoonheid heeft als woon gewild. Blue Mozart (Raoul Dufy) Voor Charlotte Mutsaers De vlinders zijn afwezig, maar zij zweven; de vleugel staat met Mozart toegerust en niemand wordt verlangd uit hem te spelen: zoals Dufy hem speelde met penselen heeft geen nog aan dit godskind stem gegeven. De atmosfeer is eindelijk gesust. Geen storing zal meer breken in dit leven dat eindelijk is licht en ongedeeld. Bij God, wij waren moe en zo verveeld. [pagina 29] [p. 29] Artis poeticae Wie voor een muzikant niet deugt wordt wel een dichter. Onder het koeren van de tortels in eer en deugd oplichter van het bloemtapijt bepist hij wortels, een lieve pad, wijl wijd en zijd de landlui ploegen. Hij met zijn wrat. Of, uit zijn voegen, in het drogbeeld stad, myope rat, die waaks in vroege uren arbeidsploegen nakijkt op het knekelpad - brutaal bedeesde. Van alle beesten is hij het meest humaan, in nood de onbevreesde die men de nek omdraait en toch in voorsmaak van hun feesten een niet te worgen haan die op een morgen victorie kraait. Die dag breekt aan. Vorige Volgende