Het tweede deel van de nieuwe Overtoompsze markt-schipper, of vermaakelyke Leidsze Kaag
(ca. 1760)–Anoniem Tweede deel van de nieuwe Overtoompsze markt-schipper, of vermaakelyke Leidsze Kaag, Het– AuteursrechtvrijZynde Vercierd met de allernieuwste en aangenaamste Melodyen en Gezangen
[pagina 87]
| |
Op een aangenaame Vois.ô! MInnaars tragt in ’t bloeijen van uw’ Iaaren,
Alleen uw’ lust en wenschen te voldoen;
Houd wys de geen, die alle Zorg laat vaaren,
Doorbrengende den Tyd met Min te voen.
Ban uit uw Hart de Zugt tot ydele Eere;
De glans daar van heeft slegts een valsche lof,
Dat uw Gemoed dat Schynschoon steeds ontbeere:
Het diend u niet; ’t Is maar een hand vol stof.
Op het Vermaak van dit wellustig Leeven,
Bouwd vryelyk de Wetten van de Reen;
Natuur zal u geleiden, wel te vreeden,
En pluk de Vrugt, eer zulk een Tyd gaat heen.
De Eergierigheid is Dwaas en Ongesleepen,
Dat zy zig Streeld met zulk een vals Gerugt,
’t Geen niet is, dan een Stokbeeld, zonder Greepen,
Of als de looze en ligt ontslipte Lugt.
De Eer, waar van u de schraale Zorgen knaagen,
Is ’t Blixem-Ligt, dat u zo haast Verblind,
En ligter als een Droom is weg te jaagen,
Die haast verstuift gelyk de ligte Wind.
Wel aan dan, dat van voor geleede Smarte,
De Ziele het Gevoelen ras verliest,
En, zonder het te bergen in het Harte,
Dat Leed vergeet, waar voor men Vreugd verkiest.
Dat van het Lighaam nergens af verwonder;
En niet en denke als om haar Hart vermaak,
(Schoon dat den Hemel Reegen geeft of Donder,)
De Vreugd bemind ver boven andere zaak.
| |
[pagina 88]
| |
Die zoete en aangenaame wyze van Leeven,
Die ons Geleerd word door Natura’s Wet,
Behoord u een Verbintenis te geeven,
Die uwen Waan en Hoogmoed Paalen zet.
|
|