Het tweede deel van de nieuwe Overtoompsze markt-schipper, of vermaakelyke Leidsze Kaag
(ca. 1760)–Anoniem Tweede deel van de nieuwe Overtoompsze markt-schipper, of vermaakelyke Leidsze Kaag, Het– AuteursrechtvrijZynde Vercierd met de allernieuwste en aangenaamste Melodyen en Gezangen
Op een aangenaame Vois.ACh! myn zoete lieve Lysje,
Zo Poezel en zagt van Vlysje:
Ach! myn Engelagtig Meisje
En kom geef my maar een Zoen,
U byzyn kan my verrukken,
Wilt maar by my neder bukken,
Op dat het my eens mag lukken,
Dat ik lang heb willen doen.
Weg, weg met u stoute Handen,
Daar gy my mee aan komt randen,
Weg, weg van myn Kousze-Banden,
Gy verkreukt myn heele Schort,
| |
[pagina 84]
| |
Wilt met Kusjes u Beleijen,
Dat zal u niet Beneijen,
Of ik zal aan ’t Loopen teijen,
Zo jy maar eens Dartel word.
Wel myn zoete lieve Maatje,
Wel myn Guitje lief hoe Praatje,
Hebt gy niet by Griet en Kaatje,
Myn u trouwe Min belooft,
Zy zyn allebey Getuigen,
Wilt maar by myn neder buigen,
Of ik werp myn hoop in duigen,
Want gy hebt myn Hert gerooft.
Wel als gy u woord wilt houwen,
Dat gy myn daar na zult Trouwen,
Neemt dees Ring aan voor de jouwen
En maakt myn dan tot u Wyf,
Wilt gy dan ben ik te vreeden;
Maar ik bid u om een Reeden,
Vergunt my u blanke Leeden,
Want ik kryg het op myn Lyf.
Ik durf nu niet lieve Harmen,
Dog ik hoop u in myn Armen,
Nog zo lekker te Verwarmen;
Maar ik bid u wagt zo lang:
Maar hebt gy my wat te zeggen,
Zo komt agter deeze Heggen,
Maar verg my niet neer te leggen,
Want gy maakt het my te bang.
Agter deeze groene Haagen,
Kan ik het langer niet verdraagen,
Gy zult het u niet Beklaagen,
Zet u neder in het Groen;
Een Kunsje zal ik u leeren,
Dat u in ’t minste niet zal deeren,
Heb geen zorg voor u Kleeren,
| |
[pagina 85]
| |
Want ik zal het zindelyk doen.
Ach! ach! wat is dat voor Mallen,
Harmen Lief gy doed my vallen;
Hoe zoet weet gy nu te Kallen,
Ach! hoe Zoen je myn zoet,
Zo te Kuszen en te Streelen,
Zal my nimmer niet verveelen,
Want gy weet myn Hert te heelen,
Met u Huwelyks Poppe Goed.
|
|