Tweemaandelijksch Tijdschrift. Jaargang 7(1901)– [tijdschrift] Tweemaandelijksch Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 136] [p. 136] Tijdzangen door Albert Verwey. XII Lof van Botha. Wat is bewondring die de dooden eert En van de levenden niet weet? Ik prijs Het liefst den held zoolang hij leeft. Zijn daad Blinkt schooner nu dan door een nacht van tijd. Zoo prijs ik Botha. Bij Colenso won Den dag hij tegen een tienvoudig heir, Spioenkop zag hem die ten aanval wees, De Toegela toen 't allerlaatst hij stond. Bij Dalmanutha klonk zijn stem. Den dood Van u, o helden, zag zijn oog, niet droog - Veertig die vielen daar 't kanonschroot borst - Talrijker dappren redde 't leven hij. Vrouw die hij zond, uw Ridder loven wij. Wij leven in een laffen lagen tijd: Helden die heerlijk leven loven wij. Reinige ook ons, o lieve Vrouw, zijn Daad. Vorige Volgende