Tweemaandelijksch Tijdschrift. Jaargang 5(1899)– [tijdschrift] Tweemaandelijksch Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige [pagina 484] [p. 484] De stam van 't volk... De stam van 't volk doet nu zijn loten beven Omdat een twijg herplant in vreemde streek Gewond beweegt: geheimnisvol geleek Eén leven nog door stam en twijg te streven. Verwantschap trilt in 't bloed, en luide spreek' Ze in eendre taal en dring de hand tot geven, - Want krachtloos zijn we en ons is niets gebleven Van hulp die steunde en macht die niemand week. De stam van 't volk doet nu zijn blaad'ren ruischen, En vreugd voor 't minst is 't ritslen all' te saam; Te lang in stilt hing elk voor zich alleen. Eén bloed is 't al, hier kronklend, dáár aan 't bruisen, Eén taal is de onze en de onze eenzelfde naam: Eén is ons voelen, zij 't ook in geween. Albert Verwey. 23 Okt. '99. Vorige