feit, dat wij uit de bizondere coëxistentiewetten niet, uit de bizondere successiewetten wèl een generalisatie hebben opgebouwd. Bij deze verklaring moeten wij abstraheeren van de algemeene successiewet; deze mag niet op den achtergrond van ons bewustzijn aanwezig zijnde, invloed hebben op onze conclusies. Geheel anders wordt dit, zoodra we niet meer handelen over het ontstaan van die algemeene wet, maar te doen hebben met haar toepassing, met het gebruik, dat wij er van maken, in de verschillende wetenschappen. Dan was zij inderdaad ‘steeds aanwezig op den achtergrond van het bewustzijn van allen, die zich op de vaststelling en verklaring van bizondere causale wetten hebben toegelegd.’
Ik vlei mij met de gedachte door deze opmerkingen uw eenigszins hartstochtelijke verwondering over mijn beweringen zoo niet weggenomen, dan toch verminderd te hebben.
Maar nu over het zakelijk deel der discussie.
Over uw wijze van redeneeren daarin heb ik mij, ronduit gezegd, min of meer verbaasd.
Vóór ik dat gevoel van verbazing motiveer één opmerking.
Gij slaat in dat gedeelte uwer repliek allerlei zijwegen in met het doel, naar het schijnt, mij aan het verstand te brengen, hoe grenzeloos inconsequent ik ben. Wilde ik u op die zijwegen volgen, dan zou het mij niet veel moeite kosten aan te toonen, dat er in mijn denkbeelden meer samenhang is, dan gij u wel voorstelt. Maar dit met de noodige nauwkeurigheid en uitvoerigheid doende, zou ik - bij het groote gewicht der vraagstukken, die gij ter loops ter sprake brengt - wel een halve aflevering vol kunnen discussieeren. En dat zou inderdaad onbescheiden zijn. Gij zult het dus wel veroorloven, dat ik met de meeste kalmte dit verwijt van inconsequentie voorloopig op mij laat rusten en mij zoo streng mogelijk tot de hoofdzaak bepaal.
Die hoofdzaak nu is de volgende. Gegeven zijn een aantal bizondere wetten van successie en coexistentie, wier onstaan door associatie door mij aangenomen en door u niet bestreden werd. Dit was de grondslag onzer discussie. En de vraag was om, uitgaande van dezen grondslag, te verklaren, hoe