TS. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 2015
(2015)– [tijdschrift] TS– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 77]
| |
Workshop: De ‘Golden Road’ naar Open Access in de Geesteswetenschappen
| |
[pagina 78]
| |
daarom voor structurele en langdurige ondersteuning vanuit de NWO, universiteiten of universiteitsbibliotheken. De volgende spreker was Wilma van Wezenbeek, directeur van de TU Delft Library en voormalig werknemer bij Springer en Elsevier. Haar presentatie liet zien dat vanuit Open Access een vervolgstap gezet kan worden richting wat Open Science wordt genoemd: hierbij worden niet alleen resultaten gedeeld in de vorm van artikelen, maar zijn ook de onderzoeksdata zelf openlijk beschikbaar en toegankelijk wanneer mogelijk. Van Wezenbeek stelde dat de universiteitsbibliotheken een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het mogelijk maken van dergelijke initiatieven. Door de overgang van een abonnementenstelsel naar Open Access wordt namelijk een deel van de bibliotheek-budgetten vrijgespeeld. Verder raadt Van Wezenbeek tijdschriften en wetenschappers aan om in onderhandeling te gaan met partijen zoals bibliotheken en uitgevers. Hierna kwam Thomas Vaessens (UvA) aan het woord. Aan de hand van vijf prikkelende trefwoorden liet hij zien dat er zowel aantrekkelijke als gevaarlijke kanten aan Open Access zitten. De eerste was ideologie: het is goed als de resultaten van publiek gefinancierd onderzoek worden gedeeld met de gemeenschap. Ten tweede noemde hij communicatie: op het moment hebben wetenschappelijke teksten vrijwel altijd dezelfde vorm, namelijk van grote lappen lineaire tekst. Digitaal en Open Access publiceren bieden allerlei nieuwe mogelijkheden op dit punt. Als derde werd bibliometrie aangestipt: men moet eraan wennen dat de gangbare publicatiecultuur en de kwaliteitsindicatoren niet goed aansluiten bij de groeiende Open Access tendens. Daarna besprak Vaessens de economische problematiek aan de hand van het Journal of Dutch literature, dat door middel van subsidies overleeft, maar waar ook uiteindelijk de kosten door de auteurs zullen moeten opgebracht. Als instituten deze kosten moeten gaan betalen voor hun wetenschappers kan dit enorm oplopen, iets waar de huidige budgetten in de geesteswetenschappen niet in voorzien. Als laatste punt noemde hij idiotie: beleidsmedewerkers denken volgens Vaessens vaak te makkelijk over geld, en gaan er vanuit dat er wel subsidies komen. Dit is in de praktijk lang niet altijd vanzelfsprekend. Na de pauze sprak eerst Jan-Peter Wissink vanuit zijn positie bij Amsterdam University Press. Hij gaf aan dat het beeld dat wordt geschetst van uitgeverijen te negatief is. Er zijn al een aantal nieuwe initiatieven, zoals Knowledge Unlatched, die helpen bij het Open Access uitgeven van boeken. Ook World of Labor is een geslaagd project, met veel financiële mogelijkheden en veel wetenschappers die het project steunen. Wissink gaf daarnaast aan dat Open Access niet alleen maar positieve kanten kent. Er zijn voorbeelden van predatory journals die klakkeloos alles publiceren omwille van de auteursbijdragen. Op die manier krijgt Open Access een dubieuze reputatie, en dat is waarom World of Labor, en ook sommige tijdschriften, die term opzettelijk vermijden. Ten slotte liet hij nog concreter zien wat de toegevoegde waarde van uitgeverijen is in het publicatieproces, met name op het gebied van kwaliteitsvalidatie en disseminatie. De volgende spreker was Eelco Ferwerda van OAPEN, en uitgever van Open Access monografieën. Hij benadrukte dat boeken juist in de geesteswetenschappen een belangrijke publicatievorm zijn. Helaas is hier geen centrale financiering voor. Ferwerda pleitte voor het instellen van publicatiefondsen, en riep NWO en de universiteiten op | |
[pagina 79]
| |
om deze kwestie onderling te bespreken. Ook stelde hij dat bibliotheken zich meer zouden moeten richten op Open Access, en noemde daarbij de Open Library of Humanities, een Brits voorbeeld van een geesteswetenschappelijk megajournal. Ook Ubiquity Press (Verenigd Koninkrijk) en Open Edition Press (Frankrijk) bieden interessante Open Access publicatieplatforms. Er wordt al samengewerkt aan een platform dat dit internationaal mogelijk wil maken, waaraan naar verluidt Duitsland, Frankrijk, Italië en Griekenland al deelnemen. Annemarie Bos sprak tot slot vanuit haar positie bij NWO Geesteswetenschappen. Zij vertelde dat er een nieuwe strategienota aankomt waarin de positie van de geesteswetenschappen nadrukkelijk wordt meegenomen. NWO is al sinds 2009 bezig met het stimuleren van Open Access, maar er zijn meerdere partijen nodig om dit daadwerkelijk te realiseren. In de nieuwe strategienota wordt het beleid uitgebreid van Open Access naar Open Science en Open Data. Verder is het uitgangspunt dat de onderzoeker nog altijd moet kunnen kiezen waar hij/zij onderzoeksresultaten publiceert. Verder zal het stimuleringsfonds voor Open Access tijdschriften worden voortgezet. Dat laatste is goed nieuws, maar om de continuïteit van de wetenschappelijke communicatie te waarborgen zullen vooral de bestaande tijdschriften een duurzame financieringsvorm moeten vinden, bij voorkeur zonder dat de rekening bij individuele wetenschappers komt te liggen. Tijdens het aansluitende debat waren uit het publiek dezelfde sceptische geluiden te horen die klonken tijdens het TS-symposium over dit onderwerp in oktober 2014.Ga naar voetnoot1 Het ziet er voorlopig niet naar uit dat dit soort kritiek zal verstommen. |
|