TS. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 2014

[p. 89]

Tien vragen

Joost van der Steen is ontwerper bij de grafisch ontwerpstudio O.K. PARKING in Arnhem, die hij in 2005 oprichtte met William van Giessen. Sinds 2010 organiseren zij facing pages, een biënnale voor onafhankelijke tijdschriften.

1. wanneer en waarom ben je met het maken van tijdschriften begonnen?

Ik denk dat het 2008 was dat William en ik voor het eerst een eigen tijdschrift uitgaven. De reden hiervoor was het eenjarig bestaan van ons toenmalige blog, waarop allerlei creatieve projecten werden gedeeld. Na een jaar hadden wij honderd fanatieke gebruikers. We besloten een tijdschrift uit te brengen met een selectie van de inhoud, omdat een blog zo vluchtig is: wat niet op de homepage staat, wordt niet meer gelezen. We wilden via het magazine ruimte bieden om de beste werken te laten zien en ervoor zorgen dat ze bij iemand in de boekenkast belandden.

2. op welk tijdschrift(ontwerp)van eigen hand van je het meest trots?

O.K. Periodicals, het magazine waar ik het zojuist over had. Voor dit project deden we alles zelf: schrijven, distributie, beeld maken en verzamelen. Het was geweldig om te doen. We hebben er veel van geleerd en het zag er altijd prachtig uit.

3. wat is facing pages en hoe is het tot stand gekomen?

Facing Pages is een biënnale voor independent magazines. Het idee voor een eigen festival is ontstaan nadat we met O.K. Periodicals in de wereld van de independent magazines terechtkwamen en in 2009 Colophon in Luxemburg bezochten. We werden daar zo enthousiast van, dat ook wij de wereld iets wilden laten zien van al die duizenden magazines waar nog nooit iemand van gehoord heeft. Dat deden wij tijdens ons eerste O.K. Festival in 2010, dat we vanaf 2012 Facing Pages zijn gaan noemen.

[p. 90]

4. kun je het festivalmotto ‘make magazines not war’ toelichten?

Geïnspireerd door de slogan ‘Make Love Not War’, die in de jaren zestig en daarna veelvuldig werd gebruikt als protest tegen oorlog en de gevestigde orde, bekeek Facing Pages dit jaar welke rol magazines hebben in een snel veranderende wereld. Twee attitudes voerden de boventoon: activisme en escapisme. Wat drijft bladenmakers om de barricade op te gaan of juist te ontsnappen in de wereld van schoonheid en fictie?

5. wat was jouw favoriete tijdschrift in de facing pages-expositie?

Mijn favoriete magazine van dit moment is Works that Work van Peter Bilak. Ik ben erg blij met dit Nederlandse magazine, omdat we hier meestal een beetje achterlopen op wat bijvoorbeeld in Groot Brittannië of Duitsland wordt gemaakt. Niet alleen het ontwerp, maar alles aan dit magazine is goed: het werkt met nieuwe vormen van financiering en distributie (social distribution). Maar het is vooral een magazine dat lekker leest, met heel veel verhalen die je graag doorvertelt, bijvoorbeeld over design en evolutie van producten of projecten die zijn ontstaan uit nood. Het is lastig uit te leggen; je kunt beter een exemplaar kopen en het lezen.

6. wat was de meest inspirerende bijdrage aan het symposium?

Ik ben altijd het meest onder de indruk van de personen van wie ik vooraf niet zo goed weet wat ik van hen kan verwachten. Patrick Waterhouse had bijvoorbeeld een ijzersterke lezing over het bekende magazine COLORS, maar dat is niet heel verrassend. Bijzonder vond ik de lezingen van Ibrahim Nehme over The Outpost (Libanon) en van Besa Luci over Kosovo 2.0. Beide tijdschriften worden gemaakt in een land waar vrijheid van meningsuiting niet vanzelfsprekend is. De makers hebben bijvoorbeeld heel veel moeite gehad om hun magazine te distribueren. De inzet die deze mensen tonen om onder zulke omstandigheden een magazine te publiceren is geweldig! Maar ook Lisa Charlotte Rost, die kwam vertellen over haar afstudeerproject ‘Designing Magazines’, en Cathy Olmedillas, die haar kindermagazine Anarok kwam presenteren, waren grote verrassingen.

7. wat kunnen we verwachten van de volgende editie van het festival?

Hetzelfde, maar dan anders. We proberen de sfeer die op het festival hangt altijd hetzelfde te houden en we zullen dan ook niet snel enorm gaan groeien of heel veel dingen veranderen qua vorm. De inhoud is echter altijd een verrassing; we weten nu nog niet wat er over twee jaar speelt in de magazine wereld, dus daar lopen we nog niet op vooruit. We genieten nu weer een jaar van alle magazines die er zijn en gaan dan eens nadenken over een nieuw thema en de hierbij passende nieuwe plannen.

[p. 91]

8. hoe zie je de toekomst van het gedrukte tijdschrift in het internettijdperk?

Ik zie deze heel rooskleurig in. Er komen steeds meer titels uit, en dan vooral onafhankelijke tijdschriften. Daarnaast verdwijnen er steeds meer mainstreamtijdschriften, maar dit komt vooral doordat ze niks nieuws bieden ten opzichte van wat je op het internet vindt of wat ze zelf altijd al doen. De kwaliteit is laag, dus ik vind het niet heel erg als er wat minder van zijn. Het enige wat de toekomst nog beter kan maken, is als er meer independent magazines gelezen en gevonden gaan worden. Ze kunnen makkelijk alle gaten die bij de Bruna ontstaan opvullen en zullen mensen hopelijk van meer leesplezier voorzien.

9. wat is het merkwaardigste tijdschrift dat je ooit onder ogen is gekomen?

Dat is toch Tare Lugnt, een Zweeds tijdschrift waarvan één van de eerste edities getatoeëerd op een been werd gepubliceerd.

10. stel dat je (met een onbegrensd budget) een nieuw tijdschrift zou mogen maken, hoe zou dat eruit zien?

Dan zou ik O.K. periodicals, mogelijk met een nieuwe naam, nieuw leven in blazen. Het idee hierachter was erg goed en ik zou zo weer een tijdschrift willen uitbrengen om mooi werk een podium te bieden. Wel zou ik de organisatie ervan helemaal anders aanpakken. Met een onbegrensd budget zou ik een geweldig redactieteam kunnen samenstellen. Ik heb er nu al zin in!