illustreerde hoe dit tijdschrift gebruikmaakte van de paradigma's van de poster, de brochure en het tijdschrift om tot een uniek werk te komen. In het laatste panel op vrijdag presenteerde Liying Sun (Universiteit van Heidelberg) een project om Chinese vrouwenbladen uit de eerste decennia van de vorige eeuw te digitaliseren (womag.unihd.de). De aanwezigheid van westerse modellen in deze bladen leidde tot interessante observaties over de connecties tussen oosterse en westerse tijdschriften in deze periode.
In de tweede keynote lezing van de conferentie reflecteerde Laurel Brake (Birkbeck, University of London) op de complexiteit van Europees tijdschriftonderzoek. Ze verkende de (on)mogelijkheden van de Britse tijdschriftwetenschapper die onderzoek wil doen naar Franse tijdschriften. Hoewel er veel te winnen valt bij dit type onderzoek - bijvoorbeeld op het gebied van culturele uitwisseling tussen beide naties - is het voor Britse onderzoekers vanwege de taalbarrière lastig om materiaal te lezen en te duiden. Brake bood geen oplossingen, maar pleitte wel voor het belang van Europees en vergelijkend tijdschriftonderzoek.
Na deze keynote volgden nog twee panels, het eerste gewijd aan Victoriaanse tijdschriften, het tweede aan digitalisering. Dat laatste bood een goede aanleiding om een blik op de toekomst van tijdschriftstudies te werpen, een thema waar de afsluitende keynote van Matthew Philpotts (University of Manchester) goed op aansloot. De mogelijkheid om tijdschriften als netwerken te visualiseren is inmiddels gemeengoed, maar Philpotts bekeek tijdschriften vanuit het meetkundige concept van de fractal. Zoals in sommige fractals details zich eindeloos herhalen, maar steeds op een andere schaal, reproduceren tijdschriften vaak ook gelijksoortige details op meerdere niveaus. Philpotts presentatie sloeg een interessante brug tussen tijdschriftstudies en inzichten uit de wiskunde en bood voer voor discussie tijdens de afsluitende borrel.
Naast de lezingen was er een discussie over de toekomst van ESPRit. De organisatie is in 2009 opgericht door prof. dr. Odin Dekkers en dr. Usha Wilbers van de Radboud Universiteit, in samenwerking met tijdschriftonderzoekers uit België, Engeland, Oostenrijk, Schotland en de Verenigde Staten. Van 2009 tot 2012 werd ESPRit ondersteund door NWO, in het kader van de subsidie Internationale Geesteswetenschappen. De organisatie heeft in die periode veel bereikt: zo'n 120 leden hebben zich aangemeld en zij worden op de hoogte gehouden van ontwikkelingen op het gebied van Europees tijdschriftonderzoek via de website en nieuwsbrieven. In december 2011 organiseerde de ESPRit kerngroep de inaugurele conferentie in Manchester, met als thema ‘Periodicals Across Europe’. Daarnaast is de organisatie bijeengekomen in een aantal expert meetings. Op dit moment staat ESPRit voor een aantal uitdagingen, die tijdens de discussie in Gent centraal stonden. Hoe moet bijvoorbeeld het begrip ‘Europees tijdschriftonderzoek’ ingevuld worden? Heeft het betrekking op onderzoek dat uitgevoerd wordt door Europese tijdschriftonderzoekers, of gaat het om Europees bronnenmateriaal? En hoe verhoudt onze interpretatie van het begrip zich tot de politieke betekenis die de Europese Unie er aan geeft? De ESPRit kerngroep zal zich tijdens de komende expert meeting over deze vragen buigen.
Een andere uitdaging is het aantrekken van specialisten op het gebied van de moderne talen om het vergelijkende onderzoek te versterken. Hoewel het ledenbestand