TS. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 2012
(2012)– [tijdschrift] TS– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 103]
| |
AbstractAmsterdam-based Pst Pst (1896-1898) was more than an erotic magazine. It not only tried to excite and provoke its audience with drawings of naked ladies and obscene jests, it also contained elements of two important literary trends: utopianism and naturalism. On the one hand, it was naturalistic in its attempt to uncover morals and sexual practices that were concealed in public discourse. The magazine ridiculed the double standard of Dutch society through jokes and prints about prostitution. On the other hand, it described the manifestations, mainly the nightlife, of the urban bohemian subculture to which it was - both geographically and mentally - connected. Pst Pst tried to dissociate itself from social conventions by creating a small world of its own. It announced mysterious erotic events, placed extravagant fake advertisements and depicted prostitutes as insatiable, merry young girls. Obviously, Pst Pst was not the only publication engaged in the production of erotica, but in this period it was the only erotic magazine, with corresponding characteristics such as a connection with a specific audience and an engagement with current affairs. | |
KeywordsPst Pst, magazines, censorship, pornography, naturalism, utopianism, eroticism, prostitution Op, jong geslacht, rijst op, den atmosfeer ontweken
Van preutschheid en van huich'larij!
Brengt hulde aan haar, die ons den keten helpt verbreken
Van des vooroordeels slavernij!
[...]
Zoo zag ik glorievol het jong Pst Pst verrijzen
Waar preutschheid eens haar zetel had
En vruchteloos bedekt gij, afgeleefde grijzen
Haar schoonheid met een vijgenblad.Ga naar voetnoot1
| |
[pagina 104]
| |
Bovenstaand ‘ingezonden’ gedicht van ‘F.’ plaatste het tijdschrift Pst Pst. Weekblad voor qui s'y frotte, s'y pique! in januari 1897 ter ere van zijn eenjarig bestaan. Het gedicht refereert aan drie belangrijke kenmerken van het weekblad. Ten eerste toont het dat het blad een verleidelijke dame wilde zijn: het stond vol met schuine grappen, erotische anekdotes en pornografische tekeningen. Ten tweede bond deze vrijgevochten dame de strijd aan tegen de moraal van ‘preutschheid en huichelarij’ die de samenleving beheerste. Pst Pst probeerde een samenleving te belichten die volgens het blad wel bestond, maar werd verborgen. Daarnaast probeerde het een nieuwe samenleving te vormen. Het tijdschrift bevat daarmee elementen van twee op het eerste gezicht tegengestelde stromingen in de kunst en literatuur: het naturalisme en het utopisme. Deze elementen van Pst Pst worden in dit artikel nader belicht. Het wereldje van Pst Pst is verbonden met een specifieke plaats en tijd. Het blad werd gemaakt in de Amsterdamse wijk ‘Buurt YY’, oftewel de Pijp, die rond 1900 bekendstond als de rosse buurt van de hoofdstad. Nergens in de stad waren de zeden losser dan in deze snel en slordig gebouwde huizen, die vaak per kamer onderverhuurd werden aan studenten, kunstenaars en prostituees.Ga naar voetnoot2 In Pst Pst stonden talloze verhaaltjes en mopjes waarin ‘de meisjes van YY’ een rol speelden, het had een rubriek ‘In de buurt YY’ en er waren bovendien verhulde advertenties van hoertjes te vinden. Pst Pst is door een aantal historici onderzocht, maar altijd vanuit het perspectief van de geschiedenis van de prostitutie in Nederland.Ga naar voetnoot3 Nu was prostitutie inderdaad het centrale onderwerp van het blad, maar het heeft een complexere achtergrond. Behalve het verband met prostitutie biedt Pst Pst namelijk een kijkje in de Amsterdamse amusementswereld van rond 1900. Deze bloeide sinds het einde van de negentiende eeuw als nooit tevoren. Er waren vele soorten uitgaansgelegenheden, zoals café chantants, variététheaters en balzalen voor gekostumeerde bals. Aan de onderzijde van deze betoverende wereld vond men de wat ongure uitgaansplekken met bijbehorend volk, waar prostitutie een grote rol innam en de minder welgestelden hun vertier zochten. Het weekblad Pst Pst is verbonden met deze kant van het amusementsleven. | |
Het bal masquéMarita Mathijsen stelt in haar boek De gemaskerde eeuw dat de mentaliteit van de negentiende eeuw werd gekenmerkt door verborgenheid en een dubbele moraal.Ga naar voetnoot4 Ze onderscheidt een (strenge) officiële moraal en een ongeschreven moraal die in de praktijk functioneerde.Ga naar voetnoot5 Tegen deze constructie ging Pst Pst fel in de aanval. Talloze malen werd - | |
[pagina 105]
| |
onder meer in kleine redactionele stukjes - naar deze dubbele moraal verwezen met woorden als ‘geniepigheid’, ‘huichelarij’, ‘schijnheiligheid’, of ‘struisvogelfilosofie’.Ga naar voetnoot6 Maar nog meer dan het aanwijzen van deze verhulling en het benoemen van de dubbele moraal, probeerde het blad het masker af te rukken. Naast het dagelijkse, zedelijke masker droeg men in het uitgaansleven een totaal ander masker. Het was juist dit masker waar het blad zijn pijlen op richtte; het streefde naar ‘Het démasqué van 's werelds mom-dragenden [gemaskerden]’.Ga naar voetnoot7 Het verband tussen lossere moraal en uitgaan werd telkens besproken in termen van een ‘masker’ of ‘maskerade’. In een aantal achtereenvolgende nummers van Pst Pst werd bijvoorbeeld bericht over een Bal Masqué in het Paleis van Volksvlijt op 7 maart 1896. Hoewel gemaskerde bals wel vaker werden georganiseerd, was dit specifieke feest kennelijk een uitzonderlijke aangelegenheid. Het bal, waarvoor in de voorgaande weken uitgebreid was geadverteerd, werd na afloop in het blad besproken. Aanvankelijk was het feest een beetje saai geweest: ‘Verschrikkelijk vervelend, dat eerste uurtje van het gemaskerde bal!’, zo opende de schrijver, en om twaalf uur was het nog niet veel beter. Toen werd het wat geanimeerder: wulpse schaarsgeklede meisjes betraden de zaal. De verslaggever vervolgde: Menschjes van onwrikbare temperaments kalmte, als gaat deze crisis van voluptuïteit zelfs kunt doorstaan [sic], en zo uw masker van wereldfatsoen niet smelt onder de verzengende blikken dier bal sirenen, houdt uw mom dan voor, gaat naar huis, laat je een kop thee zetten, en haast je naar de vroegpreek: op dit gemaskerde bal is uw plaats niet langer.Ga naar voetnoot8 Het ware feest brak eindelijk los: ‘er waren veel artisten, ook de “sterren” van Sarphatipark en Ceintuurbaan ontbraken niet. [...] Kwi Kwi [een pseudoniem voor de hoofdredacteur] heeft er veel vrienden en vriendinnen gemaakt.’Ga naar voetnoot9 Het verslag was niet alleen informatief maar gaf ook een ervaring weer, waar mogelijk een deel van de Pst Pst-lezers in had gedeeld. Pst Pst maakte zich niet alleen druk over de schijnheiligheid van de maatschappij, het blad liet ook iets zien van een alternatieve of bohemienachtige levensstijl die zich vooral afspeelde in het amusementsleven in Amsterdam. Zalen, met name Victoria in de Nes, het Paleis van Volksvlijt, de Rijkshallen in de Warmoesstraat en sociëteit Apollo in de Quellijnstraat in de Pijp, kondigden hun nieuwe ‘avonden’, artiesten en optredens aan in advertenties. Bovendien verwezen artikelen en recensies vaak naar dezelfde uitgaansgelegenheden die in het blad adverteerden. Het is onduidelijk of het blad afspraken had met deze zalen om naast de advertenties ook een verslag te plaatsen. De recensies zijn namelijk vaak positief, maar niet altijd. Ongeacht de motivatie zijn de verslagen relevant, omdat zij het bestaan laten zien van een subcultuur of kring van mensen die veel uitgingen en elkaar kenden. | |
[pagina 106]
| |
Dit kan worden afgeleid uit de beoordeling van wat leuk en wat saai was, de vermelding van wie er was en wie er die avond mooi uitzag. Bij deze kring hoorden de ‘sterren van de Ceintuurbaan en Sarphatipark’: de prostituees, wellicht een aantal bekende en veel geziene dames. In het verslag staat ook dat Kwi Kwi veel ‘vriendjes en vriendinnetjes’ heeft gemaakt. Deze manier van verslaggeven kwam veel terug in Pst Pst. Uit het type uitgaansgelegenheden dat adverteerde en werd besproken in het blad, kan ook worden afgeleid dat het niet voor de laagste klasse bedoeld was. Het was gericht op een publiek dat geld te besteden had aan uitgaan, kostuums en (pornografische) lectuur.Ga naar voetnoot10 Anderzijds was het blad te plat voor de beschaafde burgerij en was het eerder bestemd voor mensen die deze levensstijl van feesten en luxe graag wilden imiteren. Naast advertenties en recensies hadden de makers van Pst Pst nog op een andere manier banden met het Amsterdamse uitgaansleven. Het blad werd namelijk in die uitgaansgelegenheden verkocht. Aanvankelijk was het blad ook te vinden in de Amsterdamse, Rotterdamse en Haagse kiosken, maar na 35 nummers werd de verkoop aldaar verboden, en was Pst Pst aangewezen op de verkoop aan abonnees en in uitgaansgelegenheden.Ga naar voetnoot11 Volgens Petra de Vries was het verbod op Pst Pst het werk van de Nederlandsche Vrouwenbond tot Verhooging van het Zedelijk Bewustzijn (opgericht in 1884). Deze orthodox-protestantse organisatie, die afschaffing van prostitutie nastreefde, vond het blaadje onzedelijk en wilde het om deze reden van de markt hebben. Dat de Vrouwenbond dit blaadje liever verboden zag, kwam voornamelijk door de afbeeldingen van naakte vrouwen en niet zozeer vanwege de inhoudelijke opvattingen over de vrouw of de verhoudingen tussen seksen.Ga naar voetnoot12 De ‘gemaskerde moraal’ uitte zich hier dus in de ergernis over het openlijk afbeelden van naakt en seksualiteit. | |
Cabaret en naturalismeHet verbod op de verkoop in kiosken werd in het blad zelf betreurd: De Amsterdamsche Kioskenmaatschappij
Wil geen nieuws meer verspreiden uit buurt YY
Zij vindt dat Pst Pst, dat verderfelijk blad
Veel te veel reeds gelezen wordt in de stad
Dan dat zij de verkoop in de hand zou werken
En de menschen in hun neiging tot het kwade zou sterken
Zo is het, Kwi Kwi, onze Hollandsche taal
Klinkt voor Hollandsche oren al spoedig banaal
Iets pikants in het Hollands is ‘beneden critiek’
Zeg hetzelfde in 't Fransch en 't is geestig en chic.Ga naar voetnoot13
| |
[pagina 107]
| |
Dit gedicht, getiteld ‘Een woord van troost aan Kwi Kwi’, was geschreven onder het pseudoniem Louise. In nummer 20 (1896) stond onder een ander gedicht van Louise dat ‘Bezoekers van de artiestensociëteit “Apollo” een merkwaardige overeenkomst zullen ontdekken tusschen deze ontboezeming van onze nieuwe medewerkster Louise en het chansonnet van de heer Jacobs “Hoe menig vrouw Hoer werd”.’Ga naar voetnoot14 Deze mededeling liet er weinig twijfel over bestaan: Louise was de zanger Eduard Jacobs, bekend als Nederlands eerste cabaretier.Ga naar voetnoot15 Vanaf augustus 1895 tot 1904 trad Jacobs op in een artiestensociëteit De Kuil in de Quellijnstraat nummer 64, midden in de Pijp, waarvoor men in Pst Pst bijna wekelijks adverteerde.Ga naar voetnoot16 Het pseudoniem van Eduard Jacobs is het enige waarover aanwijzingen worden gegeven in Pst Pst. Vermoedelijk waren de makers trots dat Jacobs wilde meewerken aan hun blaadje. De cabaretier was namelijk ‘het idool van Amsterdams artistieke en studerende jeugd’.Ga naar voetnoot17 Hij zong in de Kuil bijna elke avond zijn ‘gemene liedjes’ voor een zeer gemengd publiek van kunstenaars, intellectuelen, studenten en zakenlui vergezeld door hun ‘vriendinnetjes’.Ga naar voetnoot18 Zijn provocerende ‘coupletten’ gingen dikwijls over seks en prostitutie en hadden daardoor wat betreft de inhoud grote overeenkomsten met de mopjes, rijmpjes en anekdotes uit Pst Pst.Ga naar voetnoot19 De inspiratie voor het soort liedjes en de manier waarop Jacobs ze ten gehore bracht kwam uit Parijs, waar hij voor zijn komst in de Pijp als pianist had gewerkt in de Moulin Rouge. De voorbeeldfunctie van Parijs paste in een bredere trend. Allerlei nieuwe soorten amusement die de Parijse cabarets boden, werden overgenomen in Nederland en met name in Amsterdam.Ga naar voetnoot20 De grote interesse voor Frankrijk is duidelijk terug te vinden in talloze verwijzingen en leenwoorden in Pst Pst, maar het waren niet alleen de nieuwe vormen van vermaak die de aandacht trokken. Op literair gebied kreeg het naturalisme, met Emile Zola als belangrijkste vertegenwoordiger, in Nederland navolging. Deze stroming in kunst en literatuur probeerde een realistische weergave van het leven te geven. Naturalistische schrijvers keerden zich tegen de romantiek, de heersende moraliserende en idealistische romankunst. Zij wilden ‘vrijuit en zonder schaamte over alle | |
[pagina 108]
| |
onderwerpen kunnen schrijven’.Ga naar voetnoot21 Zij hadden oog voor de sociale condities, afkomst en omgeving die de personages vormden en die invloed hadden op hun handelen. Naturalistische werken hadden vaak een pessimistische ondertoon en trachtten de donkere kanten van het bestaan weer te geven. Zij beschreven armoede, geweld, ziekte en prostitutie, en werden hierdoor vaak als controversieel gezien. Pst Pst was zeer enthousiast over de naturalistische schrijvers en had daarbij vooral oog voor de openhartige behandeling van liefde en seksualiteit.Ga naar voetnoot22 Er waren ook Nederlandse equivalenten. Een zusterblad van Pst Pst, Don Juan, stelde in een redactioneel: ‘Men durft niet toe te geven dat [...] een van Deyssel, een Bram van Dort, Louis Couperus, Piet Boddaert c.s en c.a. de Nederlandse pornografie tot een verrassende hoogte hebben gebracht.’Ga naar voetnoot23 Deze opsomming bevat naast de scandaleuze dichter Piet Boddaert, die aan het begin van de negentiende eeuw schreef,Ga naar voetnoot24 en Bram van Dort, wiens werk als tamelijk ‘plat en gemeen’ werd gezien,Ga naar voetnoot25 ook vermaarde schrijvers als Couperus en Van Deyssel. De laatste was een prominent lid van de literaire kring van de Tachtigers. Lodewijk van Deyssel kwam vooral in opspraak door zijn roman Een liefde (1887), waarin expliciet over seksualiteit werd gesproken. De Tachtigers en naturalisten vonden elkaar in het streven om geen ‘domineeslectuur’ of moralistische romans te schrijven, maar louter de esthetiek als richtsnoer te nemen. De meningen binnen de Nederlandse literaire wereld waren echter verdeeld over de provocerende kant van het naturalisme. Hoewel sommige lezers een boek over lelijke dingen al snel een lelijk boek vonden, maakte de schoonheid van Van Deyssels taal veel goed. Voor ons lijken de suggestieve passages van Van Deyssel misschien nog prikkelender dan de schuine mopjes en schetsen van naakte vrouwen in Pst Pst. Bovendien was het literaire niveau van Van Deyssel veel hoger dan dat van de bijdragen in het weekblad. Vanwege dit grote kwalitatieve verschil tussen iemand als Van Deyssel of Van Dort en Pst Pst is het niet erg waarschijnlijk dat een bekende schrijver zich achter het pseudoniem Kwi Kwi verschool. | |
Publieke vrouwenAan het einde van de negentiende eeuw ontstond een groot maatschappelijk debat over prostitutie en de mannelijke geslachtsdrift.Ga naar voetnoot26 Hierbij stonden de abolitionisten, die de prostitutie wilden afschaffen, tegenover de liberale voorstanders, die haar wilden gedogen en reguleren. Prostituees werden gedwongen om zich te registeren en zich te onder- | |
[pagina 109]
| |
werpen aan wekelijks medisch onderzoek, omdat men hen beschouwde als verspreiders van geslachtsinfecties. Deze Reglementering werd fel bestreden door zowel feministische, sociaal-anarchistische als christelijke groeperingen, die alle hun eigen associaties en symbolische waarden op de kwestie drukten.Ga naar voetnoot27 De prostitutiestrijd leidde zo uiteindelijk tot een herdefiniëring van seksuele relaties.Ga naar voetnoot28 Welke positie had Pst Pst in deze discussie? Prostituees, zangeressen, toneelspeelsters en vrouwen die als serveerster in uitgaansgelegenheden werkten hadden een bijzondere status. Zij waren niet in de eerste plaats dochters of echtgenotes, maar genoten grotere zelfstandigheid en onafhankelijkheid in de publieke ruimte.Ga naar voetnoot29 Deze status bracht ook losbandige en onzedelijke associaties met zich mee. Dit type vrouw stond tegenover de ‘goede’, zedelijke vrouw, die zich bijna uitsluitend in huiselijke kringen ophield.Ga naar voetnoot30 De vrouwen die in Pst Pst werden afgebeeld, behoren allemaal tot de groepen die in de publieke ruimte opereerden. In het blad stonden talloze prenten van naakte vrouwen die voor een kunstenaar poseerden en daarnaast kwamen afbeeldingen van schaarsgeklede vrouwen op een fiets frequent voor. Afb. 1: ‘Bicycle merk “Cocu”’. In Pst Pst 1:31, 1896, 1.
| |
[pagina 110]
| |
Dit betekent echter niet dat het blad een - impliciete - emancipatoire impuls gaf of meer rechten voor vrouwen bepleitte. In de rubriek ‘Gedachten van een amateurfilosoof’ stonden vrouwonvriendelijke grapjes zoals ‘de vrouw is een koopwaar die men, als men haar gekocht heeft, direct met 50% verlies van de hand wil zetten’, of: ‘Een jaloersche echtgenoot is als een uithangbord van een restauratie, hetwelk aanwijst waar men lekker dineren kan.’Ga naar voetnoot31 De vrouwen uit de verhaaltjes en prenten waren meestal vrij dommige eendimensionale figuren zonder een eigen wil. Ze waren ofwel vrolijk, wulps en wellustig, of belust op sieraden, aandacht of geld, of onderdanig en uitgeput door de diensten die zij mannen leverden. Pst Pst publiceerde een groot aantal spotprenten met in het onderschrift steeds dezelfde grapjes over uitgeputte prostituees, zoals bij een prent van een naakte vrouw op bed en een oude vrouw - de koppelaarster in de deuropening: ‘neen, neen, onmogelijk!.... Ik kan niet meer, ik ben dood moe en op, ik moet wat rusten.... - Och, lieve mensch, 't is nu maar een ouwe!’ Sommige beschreven vormen van exploitatie door pooiers, koppelaarsters of zelfs familie.Ga naar voetnoot32 Het beeld van de vrouwen was geheel afgestemd op wat men dacht dat de mannelijke lezers graag wilden zien. Pornografie was, en is nog steeds, iets wat bijna uitsluitend voor mannen wordt gemaakt. Pst Pst verspreidde de liberale opvattingen over geslachtsdrift in die zin dat de mannen in het blad zich absoluut niet konden beheersen. Het blad wilde aantonen dat er onder een heel dun laagje moraliteit een enorme hoeveelheid onderdrukte drift zat, zowel bij mannen als bij de gewillige vrouwen.Ga naar voetnoot33 De politieke agenda van voor- en tegenstanders van prostitutie rondom de Reglementering kwam verder niet aan bod in Pst Pst. Ook de veranderingen in het beleid in Amsterdam werden nauwelijks benoemd en wat betreft prostitutie bleef de toon komisch en satirisch. Dat lijkt bewust gedaan. Pst Pst wilde een komisch blad zijn dat men voor zijn lol en ontspanning las, als een medicijn tegen saaiheid, burgerlijkheid en sleur. Het is goed mogelijk dat men daarom de lezers niet lastig wilde vallen met moeilijke politieke vraagstukken. Bovendien hangt de afzijdigheid ook samen met de wens een subcultuur te creëren waarin van alles mogelijk was. | |
Bohemiens en pornotopiaIn 1896 stond in Pst Pst het erotisch-utopische verhaal Lili's Droom. Ik was, zo begon Lili, in een heel vreemd land, waar de menschen over de deugd ideeën koesterden, die geheel niet op hun plaats zouden zijn in de wereld waarin wij leven. Stel je voor, dat de mannen uit dat land zich onteerd achten, wanneer zij trouwen met een meisje dat niet een massa avonturen achter de rug heeft. [...] te weinig ontrouw, zowel van den kant van den man, als die van den vrouw, is een reden tot echtscheiding. Lili had echter te veel van de ‘vooroordelen uit onze wereld meegenomen’ en werd voor het gerecht gesleept. Als straf voor het feit dat ze niet iedereen had liefgehad moest ze | |
[pagina 111]
| |
alle drieduizend jongemannen die zich daar verzameld hadden met haar uiterlijk behagen en hoewel Lili eerst bang was, begon ze na een tijdje de ‘straf’ vrij aardig te vinden, want de ‘jonge minnaars hadden heerlijk zachte lippen waarvan zij uitstekend gebruik wisten te maken’.Ga naar voetnoot34 Het verhaal heeft duidelijk utopische elementen. Steven Marcus beschrijft in zijn boek The Other Victorians een aantal opvallende kenmerken van erotische lectuur en stelt dat deze kenmerken grote overeenkomsten hebben met het literaire genre van de utopie. Net als in een utopie is pornografie een soort ‘wensdroomwereld’ met weinig relatie tot de werkelijkheid wat betreft tijd en locaties. De wensdroomwereld van de pornografie typeert Marcus met de term ‘pornotopia’. In de verhalen is iedereen tot alles bereid en oneindig gul met zichzelf. Dit is duidelijk terug te vinden in Lili's Droom, maar ook in bijvoorbeeld het afbeelden van naakte meisjes als ‘Sirenen’ bij het Scheveningse ‘zeebad’ (zie afbeelding 2).Ga naar voetnoot35 Afb. 2: ‘Sirenen uit buurt YY in het Zeebad Scheveningen.’ Don Juan, 1:4, 1896, 3-4.
De wereld van Pst Pst is echter geen pure fantasie. Vanwege de banden met Buurt YY en het Amsterdamse uitgaansleven gaat Marcus' pornotopia-theorie niet geheel op. Bovendien krijgt het utopische aspect nog een andere dimensie. De utopie in Pst Pst zit in het streven een eigen wereld te creëren, met een daarmee corresponderende kring van men- | |
[pagina 112]
| |
sen met een alternatieve levensstijl en moraliteit. Dit is in verschillende vormen in het tijdschrift terug te vinden. Sommige daarvan zijn reeds aan bod gekomen, zoals de feest-verslagen of het aanspreken van de lezers als ‘vriendjes en vriendinnetjes’. Ook werd wel de term ‘Pstiaantjes’ gebruikt. Daarnaast waren er vele bijdragen aan het blad die niet lijken te verwijzen naar de realiteit. Daaronder vallen bijvoorbeeld de annonces die verwezen naar affaires en die waarin meisjes zich letterlijk te koop aanboden of om een rijke man vroegen. Pst Pst lijkt daarnaast bezig te zijn geweest een kring van mensen te verzamelen en bij hen de suggestie te wekken dat zij bij iets geheimzinnigs en bijzonders hoorden. Dit is te zien aan een aantal mysterieuze oproepen - met een vleug Oriëntalisme - begin 1897: Yellyen. Met 1 Februari a.s. zal te Amsterdam een cursus geopend worden, waar Dames en Heeren zich kunnen bekwamen in het ‘Yellyen’. Madame Fatima Nikanta-Haraoun de favorite van een Oosterschen prins, zal bijgestaan door drie der bekendste Haagsche ‘Horizontalen’ de lessen persoonlijk leiden. Uit het zo hoogst interessante werk ‘De kunst van het Yellyen’ door prof. Bonos, blijkt ten duidelijkste het heilzame (vooral voor ouderen van dagen) van dit Erotisch-Godenvermaak, bij de Oostersche volken zo in zwang, hier tot heden bijna onbekend. Om tot de cursus te worden toegelaten moet men meerderjarig zijn. Men schrijven duidelijk onderteekende brieven aan Madame F. Nikanta-Haraoun p/a Bureau Pst Pst.Ga naar voetnoot36 En enkele maanden later: 2e Gecombineerde bijeenkomst van Pstiaanen en Kwikwiaanen, Pstiaantjes en Kwikiaantjes, op zondag 9 mei 1897, 8 uur, in het gewone lokaal. Vreemdelingen kunnen uitsluitend geïntroduceerd worden door Kwi-kwiaanen. 1ste Y. Heeren tusschen de 60-70 jaar worden niet geïntroduceerd.Ga naar voetnoot37 Wat deze cursus en bijeenkomst precies inhielden en of zij überhaupt ooit hebben plaatsgevonden, is helaas niet te achterhalen. Het interessante is echter dat Pst Pst in ieder geval de suggestie wilde wekken dat men iets organiseerde, dat een groep mensen ergens samenkwam en dingen deed die mysterieus en volstrekt onzedelijk waren. Nergens stond waar of wat het ‘gewone lokaal’ was; geïnteresseerden moesten daar kennelijk op een andere manier achter komen. Aangezien men spreekt over een ‘Erotisch-Godenver-maak’, betrof het misschien een soort interactieve, erotische show. De makers van Pst Pst creëerden een erotische utopie van ‘buurt YY’, waarin de prostitutiekwestie niet aan de orde was en er geen morele restricties bestonden. Een van de kenmerken van Marcus' pornotopia is een specifieke visie op tijd: het was altijd vrije tijd. Deze visie op tijd zien we ook in de utopie van de bohemiens van Pst Pst, waarin men alleen genot en geen plichten leek te hebben: iedereen had de vrijheid om altijd te feesten. Tegenover het utopisch-erotische wereldje stonden echter financiële en administratieve problemen. Van deze moeilijkheden zijn sporen terug te vinden in het blad. Ten | |
[pagina 113]
| |
eerste verscheen een aantal keer de waarschuwing dat er alleen geld moest worden afgedragen als men een kwitantie kreeg, ondertekend door directeur Theo van Raaden. Een andere aanwijzing was het feit dat het blad zich verontschuldigde voor de ‘slechte bezorging der laatste nummers,... te wijten aan de onachtzaamheid van zijn reeds ontslagen administrateur’.Ga naar voetnoot38 In de twee jaar dat het bestond, verhuisde het kantoor vijf keer, waarvan vier keer in het laatste jaar. Dit duidt op toenemende geldproblemen.Ga naar voetnoot39 Het is onduidelijk wanneer Pst Pst is opgehouden te bestaan. De ingebonden twee jaargangen in het stadsarchief van Amsterdam houden abrupt op aan het einde van 1897. Het is evenmin te achterhalen wat de uiteindelijke aanleiding voor de opheffing was, maar het lijkt waarschijnlijker dat het blad aan interne problemen dan aan moeilijkheden met justitie ten onder is gegaan - hoewel het snelle verkoopverbod in de kiosken de inkomsten moet hebben geschaad.Ga naar voetnoot40 | |
BesluitPst Pst stond niet alleen in het publiceren van erotische prenten en verhalen aan het einde van de negentiende eeuw of in zijn relatie met het losse leven in de Amsterdamse Pijp.Ga naar voetnoot41 Jacob Israel de Haan schreef in 1904 de roman Pijpelijntjes, een van de eerste werken waarin homoseksualiteit openlijk werd besproken. Ook Herman Heijermans' roman Kamertjeszonde speelde zich af in Buurt YY. Wat echter wel bijzonder en misschien wel uniek is aan Pst Pst, is het feit dat het een erotisch tijdschrift betreft. Een tijdschrift is per definitie interactiever dan een roman of een briefkaart; het probeert een bepaalde doelgroep aan zich te binden. De specifieke kenmerken van een tijdschrift - interactiviteit en actualiteit - in combinatie met de kenmerken van pornografische lectuur leveren een zeer interessante en bijzondere mengvorm op in dit weekblad.Ga naar voetnoot42 De manier waarop Pst Pst verbonden was met het uitgaansleven zien we opnieuw in de jaren 1920 in erotische (uitgaans)blaadjes, zoals Pan, een mondain weekblad en De Zwarte Kat. Voor de jaren 1890 vermeldt het bibliografisch overzicht van Hemels & Vegt echter geen ander tijdschrift met een vergelijkbare erotische inhoud en blik op het wilde uitgaansleven.Ga naar voetnoot43 Remieg Aerts heeft over de aard van het tijdschrift gezegd dat tijdschriften geen passieve spiegel van de samenleving zijn, maar een actieve kracht, in staat om cultuur te | |
[pagina 114]
| |
veranderen en te vormen.Ga naar voetnoot44 Pst Pst gaf gestalte aan een subcultuur door het uitgaansleven en de liberale visies op prostitutie en zedelijkheid weer te geven. Daarnaast vormde het blad door zijn utopische elementen een scheppende kracht die indruiste tegen de heersende conventies van die tijd. Pst Pst was dus niet alleen een stem, maar vooral ook een vormgever. De provocerende erotische prenten en grapjes maken Pst Pst op het eerste gezicht een nogal plat blaadje. Door de combinatie van de erotische prenten en anekdotes enerzijds en de informatie uit de parateksten - de advertenties, vermelding van verkooppunten, etc. - en de verslagen van feesten anderzijds, geeft Pst Pst echter een unieke kijk op de spanning tussen moraliteit, seksualiteit en de bohemienachtige subcultuur. •> janna coomans is studente sociaal-culturele geschiedenis en volgt momenteel de Onderzoeksmaster Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam |
|