Onderzoeksbericht
Een geschiedenis van de Nederlandse studentenpers van de negentiende en twintigste eeuw
Studentenbladen en universiteitsbladen worden in de geschiedschrijving van de universiteit vaak gebruikt als incidentele bron. Ze bevatten immers een schat aan gegevens: nieuws over belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen binnen een universiteit, mededelingen over promoties, examens et cetera, maar bijvoorbeeld ook (letterkundige) bijdragen van studenten, docenten of hoogleraren. De bladen zijn echter zelden onderwerp van studie. In dit promotieonderzoek staat juist de ontwikkeling van de studentenpers en universitaire pers als zodanig centraal. Wanneer, door wie en waarom werden de eerste studentenbladen opgericht? Wat was de rol en betekenis van deze bladen in de studentenwereld en, in het verlengde daarvan, in de universitaire gemeenschap? Waarom ontwikkelde het oorspronkelijk door en voor studenten geschreven blad zich in de loop van de twintigste eeuw vaak tot een universiteitsbrede krant - soms nog onafhankelijk, maar vaak niet meer? Uitgaande van de idee dat een studentenblad niet alleen een gemeenschap weergeeft, maar ook creëert en vormt, geeft een geschiedenis van de ontwikkeling van de studentenpers en universitaire pers bovendien ook een (aanvullend) beeld van de geschiedenis van de moderne universiteit.
Voor de negentiende eeuw omvat het onderzoek de vroege studentenpers - de eerste studentenbladen die in de eerste helft van de negentiende eeuw verschenen en die vaak maar enkele jaargangen of soms slechts enkele nummers verschenen - en de algemene Nederlandse studentenbladen die in de tweede helft van de negentiende eeuw werden opgericht: Vox Studiosorum (1864), Studenten-Weekblad (1871) en Minerva: Algemeen Nederlands Studenten-Weekblad (1876). Aan het einde van de negentiende eeuw begon de studentenpers haar landelijk karakter te verliezen, studentenpers begon (weer) een plaatselijke aangelegenheid te worden. Door deze ontwikkeling, in combinatie met de groei van het aantal universiteiten, is de Nederlandse studentenpers van de twintigste eeuw te veelomvattend voor dit promotieonderzoek om als geheel bestudeerd te kunnen worden. Het onderzoek