Ts. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 2000 (nrs 7-8)
(2000)– [tijdschrift] TS– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 11]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Nouvelles littéraires: een spraakmakend debuut van een jonge uitgever, 1715-1720
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 12]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brieven van vooraanstaande wetenschappers circuleerden hierbinnen als discussiestof. In de loop van de zeventiende eeuw nam het aantal mensen dat zich betrokken voelde bij deze gemeenschap dusdanig toe, dat persoonlijke correspondenties niet langer volstonden om op de hoogte te blijven. Het gedrukte woord bood hier uitkomst. In 1665 verscheen in Parijs de eerste aflevering van het Journal des sçavans, een medium dat zich met traktaten en boekbesprekingen richtte tot de leden van de République des lettres. Deze onderneming sprak zeer tot de verbeelding en vond dan ook al gauw navolging, hetzij vanuit officiële instituties, zoals de door de Royal Society uitgegeven Philosophical transactions, hetzij vanuit particulier initiatief, waarbij de Nouvelles de la République des Lettres van de in Rotterdam woonachtige hugenoot Pierre Bayle de belangrijkste was. De situatie in de Republiek der Nederlanden bood een vruchtbare voedingsbodem voor het geleerdentijdschrift. Er waren in de praktijk geen beperkingen voor journalisten en uitgevers, er bestond een uitgebreid en goed functionerend distributienetwerk vanuit de Hollandse steden naar heel Europa en de te recenseren boeken waren eenvoudig verkrijgbaar. Bovendien was er een grote groep hugenoten, veelal goed geschoold en de Franse taal - voertaal in de geleerdenrepubliek - machtig. De in de Noordelijke Nederlanden uitgegeven geleerdenperiodieken, collectief aangeduid als de journaux de hollande, kregen dan ook al snel een goede naam in de rest van Europa.Ga naar eind6
De canon van de periodieken die de Republiek der Letteren in de zeventiende en achttiende eeuw domineerden, lijkt vast te staan: het Journal des sçavans (1665) uit Parijs, de Philosophical transactions (1665) uit Londen, de Acta eruditorum (1682) uit Leipzig, de Giornale de letterati (1679) uit Venetië en uit de Republiek der Nederlanden de Nouvelles de la République des Lettres (1684) en drie opeenvolgende tijdschriften die bekend staan als de Bibliothèques onder redactie van Jean le Clerc, waarvan het eerste in 1686 in Amsterdam verscheen. Deze lijst is echter niet statistisch onderbouwd, maar gebaseerd op een geleidelijk ontstane consensus.Ga naar eind7 Hierdoor ontbreken belangrijke geleerdentijdschriften, die in hun dagen op zijn minst de gelijke waren van de periodieken die ik zojuist heb opgesomd. Om een beeld te krijgen van de verspreiding en aantrekkingskracht van periodieken moet veel werk worden verzet. Slechts door een statistische verwerking van inventarissen van boedels en bibliotheken is meer informatie te verkrijgen, al is het bronnenmateriaal verre van compleet. Recent heeft José de Kruif in haar proefschrift de leescultuur van het achttiende-eeuwse Den Haag op een dergelijke wijze beschreven.Ga naar eind8 Voor dit artikel heb ik geen nieuw onderzoek gedaan naar de verspreiding van periodieken, maar grijp ik terug op een artikel van bijna een eeuw oud. In 1910 presenteerde Daniel Mornet een inventarisatie van het Franse tijdschriftenbezit op basis van een telling van catalogi van privé-bibliotheken die tussen 1750 en 1780 waren opgemaakt. Zijn artikel is in veel opzichten nog altijd het enige in zijn soort.Ga naar eind9 Mornet heeft het achttiende-eeuwse boekenbezit van een groot aantal Franse privébibliotheken geïnventariseerd. Op basis van zijn monnikenarbeid kon hij een rangorde geven van de verspreiding van gedrukt werk per categorie. Voor de tijdschriften kwam hij met de volgende tabel, waarin zowel het aantal catalogi is opgenomen waarin een periodiek is teruggevonden, als het gemiddelde aantal delen per catalogus: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 13]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 14]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De lijst wekt weinig verbazing. De belangrijkste tijdschriften, met name de verschillende journaux de Hollande, de ‘moeder aller geleerdenperiodieken’ Journal des sçavans en het jezuïetentijdschrift uit Trévoux, ze staan allen fier aan kop. Ik ben echter geïnteresseerd in dat onbekende tijdschriftje dat halverwege de lijst prijkt, de Nouvelles littéraires. Wanneer nu alle periodieken worden geschrapt die hetzij niet zijn verschenen in dezelfde periode (1715-1720) hetzij een geheel ander publiek bedienen, zoals bijvoorbeeld de Mercure de France, dat zich met politieke, literaire en hoofse zaken bezig hield, ontstaat de volgende lijst:Ga naar eind10
Nog altijd wijkt dit niet af van het gangbare beeld over de canon. Is het echter wel eerlijk om het Journal des sçavans, dat sinds 1665 verschijnt en nog altijd bestaat, te vergelijken met de Nouvelles, die slechts een looptijd hadden van vijf jaar, en daarom alleen al in kleinere aantallen in de bibliotheken terecht kunnen zijn gekomen? Laten we het aantal bibliotheken waarin Mornet ieder tijdschrift heeft aangetroffen eens omrekenen naar de periode 1715-1720. Dan treden er grote verschuivingen op:
Een eerste belangrijke constatering is, dat de journaux de Hollande duidelijk de andere Franstalige periodieken verslaan. Het meest opvallend is natuurlijk de aanvoerder van de lijst. Het grote verschil tussen de Nouvelles littéraires en de overige tijdschriften in de laatste tabel lijkt boekdelen, of liever tijdschriftafleveringen, te spreken. Het beeld is echter vertekend; na een bepaald aantal jaren zal een periodiek immers niet in méér bibliotheken terechtkomen, er treedt een zekere mate van verzadiging op, aangezien het totale aantal privébibliotheken ongeveer gelijk zal zijn gebleven. Of dit moment van verzadiging nu na vijf, tien of vijftien optreedt, doet niet ter zake. Het gegeven werkt in het nadeel van bijvoorbeeld het Journal des sçavans, dat door zijn lange bestaan bijna per definitie als laagste moest eindigen. In welke mate dit deze resultaten precies heeft beïnvloed, is niet te zeggen. Het zou daarom beter zijn, het aantal delen dat gemiddeld per bibliotheek bewaard is gebleven te relateren aan de verschijningsjaren. Dit zal immers kunnen blijven toenemen met de loop der jaren. Tijdschriften werden namelijk gebruikt als na- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 15]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
slagwerk en moeten in vergelijking met hedendaagse periodieken eerder worden beschouwd als een boek in delen dan als een tijdschrift met hoge actualiteitswaarde.Ga naar eind11 Een tijdschrift dat veel aftrek vond, zal in meer delen in iedere afzonderlijke bibliotheek aanwezig zijn geweest dan andere periodieken. De voorgestelde berekening geeft het volgende resultaat:
Opvallend aan de beide laatste tabellen is met name de stijging van twee Nederlandse periodieken: de Nouvelles littéraires van Du Sauzet en de Histoire critique van de gebroeders Jean en Samuel Masson, met wie Du Sauzet geregeld contact had; de twee tijdschriften deelden bovendien hun Engelse correspondent, Pierre Des Maizeaux.Ga naar eind12 De hoge notering van de Nouvelles is zeker niet geflatteerd. Het tijdschrift van Du Sauzet liep namelijk meer dan andere geleerdenperiodieken de kans te verdwijnen. Wanneer we kijken naar de verschijningsvorm van de periodieken, dan moet in acht worden genomen dat de lezers van de Nouvelles littéraires hun periodiek niet in de vorm van een bundel ontvingen, maar dat zij op een wekelijks verschijnend vel waren geabonneerd. De kans dat dat kwijtraakt of beschadigt is groot; bovendien hadden de Nouvelles littéraires ook inhoudelijk meer dan de andere tijdschriften een vluchtig karakter. Ondanks deze beperking lijkt het tijdschrift echter beter gelezen te zijn dan de tot de canon gerekende periodieken als de Nouvelles de la République des lettres en het Journal des sçavans. Het debuut van Du Sauzet was, kortom, een groot succes.
De titel van de Nouvelles littéraires refereert expliciet aan de al bestaande geleerdenperiodieken: ‘nouvelles littéraires’ of ‘extraits de diverses lettres’ vormden een vast onderdeel daarvan.Ga naar eind13 Deze berichten, die steeds aan het einde van een aflevering afgedrukt werden, waren het meest gelezen onderdeel van de tijdschriften.Ga naar eind14 De lezer kon hier vernemen wat zich de afgelopen tijd had afgespeeld in de geleerdengemeenschap, de Republiek der Letteren, van verschenen boeken en gedane ontdekkingen tot benoemingen en overlijdensberichten. De berichten werden door de redacteur samengesteld op basis van het nieuws dat hem had bereikt via brieven of uit andere tijdschriften. In opzet verschilde het tijdschrift dat door Du Sauzet in 1715 werd gelanceerd niet van de verwachtingen die hij met zijn titel wekte. Dat Du Sauzet met succes een nieuw type tijdschift kon uitgeven, is niet verwonderlijk. Het spectrum was op dat moment nog zeker niet geheel uitgekristalliseerd. Hoewel het Journal des sçavans al in 1665 van de persen was gekomen, bevond het fenomeen ‘tijdschrift’ zich in 1715 nog in het prille beginstadium. G.J. Johannes laat zien dat pas vanaf het einde van de achttiende eeuw het aantal jaarlijks nieuw in de Noordelijke Nederlanden uitgegeven kranten en periodieken boven de tien uitkwam. Vanaf dat moment zou het tijdschrift zijn definitieve zegetocht beginnen. Het aantal in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nederland uitgegeven Franstalige periodieken nam in de loop van de gehele eeuw bovendien eerder af dan toe.Ga naar eind15 In de eerste jaren van de achttiende eeuw was het aantal vastomlijnde genres hierdoor nog relatief klein, en slechts een enkel type periodiek, zoals de politieke krant en het traditionele geleerdentijdschrift, kende een langere erkende traditie van vorm en inhoud. Net als in de kranten uit die tijd werden de artikelen van de Nouvelles littéraires gerangschikt naar plaats van herkomst, per land en vervolgens per stad. De volgorde hiervan was in grote lijnen steeds dezelfde; wel verschilden de plaatsen vanzelfsprekend per aflevering. Het nieuws uit de Nederlanden werd steeds als laatste vermeld. Met die indeling benadrukte Du Sauzet de Nederlandse origine van het tijdschrift. Het was in kranten immers ook gebruikelijk het eigen land als laatste op te voeren. Vanwege het internationale karakter van de Nouvelles littéraires zou het goed mogelijk zijn geweest, juist het Franse nieuws als ‘eigen’ te presenteren. In andere Franstalige geleerdentijdschriften uit de Republiek gebeurde dat wel.Ga naar eind16
De uitgevers van het toonaangevende Duitse geleerdentijdschrift Acta eruditorum uit Leipzig (1682-1731) zagen vol bewondering de onderneming van Du Sauzet aan. Een half jaar na de start van de Nouvelles werd Du Sauzet benaderd met het verzoek nieuws te leveren voor een Duitse versie van zijn tijdschrift. De Acta verzelfstandigden op deze manier hun oorspronkelijke nieuwsrubriek.Ga naar eind17 Dit tijdschrift werd overigens niet meer in het Latijn, maar in het Duits geschreven. Dat duidt erop dat deze Neuer Zeitungen von gelehrten Sachen zich op een ander, minder academisch publiek richtten dan het moedertijdschrift Acta eruditorum. Du Sauzet was uiteraard zeer te spreken over het compliment dat met de navolging van zijn idee werd gegeven, en hij zag in eigen land een vergelijkbare mogelijkheid in samenwerking met het Journal litéraire uit Den Haag (1713-1737). De journalisten van dat tijdschrift zouden er, zo schreef Du Sauzet, goed aan doen het voorbeeld van hun Duitse collega's te volgen, en hem de zorg voor de ‘nouvelles littéraires’ toe te vertrouwen.Ga naar eind18
Uiterlijk waren de Neuer Zeitungen een exacte kopie van de Nouvelles littéraires: zelfs de titelgravure was gekopieerd. Voor de inhoud had Du Sauzet waarschijnlijk een overeenkomst met de redactie in Leipzig; Du Sauzet kreeg het Duitse en Italiaanse nieuws in ruil voor de berichten uit de Republiek, Frankrijk en Engeland. Ook elders zagen uitgevers brood in het idee van Du Sauzet. Tegelijk met de Leipziger navolging kreeg Du Sauzet ook te maken met een (onofficiële) Duitse vertaling van de Nouvelles littéraires, die in Frankfurt verscheen.Ga naar eind19 En in datzelfde jaar 1715 waren er in Zwitserland plannen om op de wijze van het tijdschrift van Du Sauzet het eerdere Nova litteraria Helvetica, dat het voorgaande jaar was opgehouden te bestaan, voort te zetten.Ga naar eind20 In 1717 werd in Parijs een tijdschrift gelanceerd dat veel overnam van de ‘echte’ Nouvelles littéraires, en in 1723 werd daar bovendien onder dezelfde titel een voortzetting verzorgd van het inmiddels beëindigde project van Du Sauzet.Ga naar eind21 Dat het idee van een beknopt en regelmatig verschijnend tijdschrift vruchtbaar werd geacht, blijkt ten slotte ook uit de verschijning van de Gazette des savans in 1729-1730,Ga naar eind22 een tijdschrift dat zich tooide met een titel die Du Sauzet al ter kenschetsing van zijn eigen periodiek had gebruikt: een krant voor geleerden.Ga naar eind23 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De vele navolgingen van de Nouvelles littéraires lijken erop te wijzen dat er een grote behoefte bestond aan een snellere en meer eenvoudige wijze van informatieverspreiding binnen de Republiek der Letteren, met name voor mensen die zelf geen groot correspondentienetwerk hadden. Zo beklaagde de schrijver Paul Rapin de Thoyras zich er bij Levier, een collega van Du Sauzet, over dat hij in zijn woonplaats Wesel geheel verstoken was van nieuws, zelfs over zijn eigen werk.Ga naar eind24 Hij zou een tevreden abonnee zijn geweest van de Nouvelles; Rapins verhandeling over de Engelse Whigs en Tories werd aangekondigd op 8 mei 1717.Ga naar eind25
In de eerste tijd lag in de Nouvelles littéraires de nadruk op de bespreking van andere tijdschriften. Het argument dat Du Sauzet voor deze keuze noemde, lijkt verrassend veel op dat wat bij eerdere geleerdentijdschriften werd aangevoerd: de zee van lectuur was te groot voor de normale geletterden.Ga naar eind26 De eerste generatie Franstalige journalisten in de Nederlanden, aangevoerd door Pierre Bayle, doelden daarmee echter op de in steeds groter aantal verschijnende boeken, terwijl Du Sauzet dertig jaar later vreesde dat zijn lezers geen overzicht meer konden krijgen over de aangeboden tijdschriften. De tijden waren veranderd. In de loop der tijd nam de lengte van de artikelen in de Nouvelles toe, en werden ook supplementen aan het tijdschrift toegevoegd. Al in mei 1715 werd een oproep gedaan niet terughoudend te zijn met het sturen van ‘des mémoires étendus, des dissertations, des notes critiques &c.’, omdat ze apart konden worden gedrukt wanneer er binnen een regulier nummer geen ruimte te vinden was. Met deze oproep hoopte Du Sauzet een bijlage te kunnen maken bij de gebundelde uitgave van de eerste zes maanden, waarmee hij deze heruitgave ook voor bestaande abonnees aantrekkelijker zou maken.Ga naar eind27 De reden voor het drukken van deze bijlagen bij het tijdschrift lijkt het grote aantal ingezonden artikelen van een zekere lengte te zijn geweest, dat Du Sauzet ontving: Omdat er te lange stukken worden gezonden naar de auteur van deze Nouvelles littéraires, heeft deze besloten die artikelen die de aandacht van het publiek het meest verdienen, apart te laten drukken in supplementen. De supplementen zijn volledig onafhankelijk van de Nouvelles, en worden niet doorgenummerd, zodat iedereen vrij is ze af te nemen of niet. Deze week beginnen we met een mooie Brief van een doctor van de Sorbonne aan de bisschop van Autun: daarin worden de rechten van de lagere clerus verdedigd tegen de bisschoppen.Ga naar eind28 Het blijft de vraag wat de redenen zijn geweest om het zo succesvolle tijdschrift aan te passen door er supplementen aan toe te voegen. Een voor de hand liggende verklaring zou zijn dat de formule niet voldoende aansloeg bij het publiek, dat gewend was aan een geheel ander soort geleerdentijdschrift. Zo had men Du Sauzet inderdaad laten weten dat de uittreksels uit nieuwe boeken te kort waren.Ga naar eind29 Dat dit de belangrijkste reden is geweest, lijkt echter onwaarschijnlijk, omdat het vernieuwende concept van Du Sauzet op zich juist was aangeslagen. Niet alleen de zeer positieve reacties die Du Sauzet in zijn brieven noemt,Ga naar eind30 wijzen hierop, maar ook de navolging die de Nouvelles littéraires ondervonden in het buitenland. De meest waarschijnlijke oorzaak voor de toevoeging van de supplementen blijft daarom het argument dat Du Sauzet zelf gaf: de overvloed aan kopij. Uiteindelijk | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 18]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voldeden zelfs de supplementen niet om de toevloed van kopij op te vangen. Zijn correspondenten voor het hoofd stoten door hun artikelen te weigeren, kon Du Sauzet ook niet. Hij waagde daarom een grote stap en veranderde zijn ‘geleerdenkrant’ in een driemaandelijks tijdschrift. In de Nouvelles littéraires van 13 mei 1719 werd het plan om het tijdschrift van opzet te veranderen aan de lezers bekend gemaakt: Om deze uitgave meer onder de aandacht van de geletterden te krijgen, heb ik gemeend me te moeten verlaten op een man die in staat is dat met succes te doen. Ik geloof niet dat ik me hoef te schamen te zeggen dat het de auteur is van het Journal litéraire uit Den Haag.Ga naar eind31 Met de wijziging van opzet ging ook een oude droom van Du Sauzet in vervulling. Hij had al in 1715 een vorm van samenwerking met het Journal litéraire geopperd, naar het voorbeeld van de twee Leipziger tijdschriften, die zoals gezegd wel een onderlinge scheiding hadden gemaakt tussen artikelen en ‘nouvelles littéraires’, al doelde hij toen nog niet op een samengaan van deze twee zaken binnen het kader van één periodiek. Justus van Effen, de journalist van het Journal litéraire die als auteur was voorzien, kwam zijn afspraken echter niet na. Desondanks gaf Du Sauzet de moed niet op. Hij hield vast aan zijn oorspronkelijke hervormingsplan en het eerste nummer van de nieuwe Nouvelles littéraires verscheen in oktober 1719.Ga naar eind32
Du Sauzet bleek niet in staat zonder hulp een volledig tijdschrift te vullen; dat vergde kennelijk teveel van zijn schrijverscapaciteiten. De Nouvelles die in de zomer van 1720 van de persen kwamen, waren het enige deel van de Nouvelles littéraires dat ooit te laat verschenen is, ondanks het feit dat het kleiner van omvang was dan voorheen.Ga naar eind33 In september 1720, een maand na de verschijning van het laatste deel van de Nouvelles littéraires, verkocht Du Sauzet de rechten op het tijdschrift aan de Haagse uitgever Pierre Gosse. Hoewel Gosse een advertentie plaatste ter aankondiging van het vervolg op de Nouvelles littéraires,Ga naar eind34 is hiervan nergens een spoor gevonden.
Nadere beschouwing van de verspreiding van drukwerk in het verleden kan verrassende resultaten hebben. Ook het achttiende-eeuwse lezerspubliek was vatbaar voor de aantrekkingskracht van nieuwe concepten. Met zijn debuut als uitgever moet Henri du Sauzet naam hebben gemaakt in de Republiek der Letteren van zijn tijd. Net als zijn Nouvelles littéraires is hij echter weer in de coulissen van de ideeëngeschiedenis verdwenen. Bestudering van de opzet van de Nouvelles littéraires leert veel over de dagelijkse sores van de uitgever van een achttiende-eeuws geleerdentijdschrift en over de wensen die er leefden bij het publiek. Met name de contacten van de uitgever met redacteurs, schrijvers, verhandelaars en publiek waren problematisch. Omdat deze communicatie dikwijls moeizaam verliep, was het vergaren van kopij en vervolgens het samenstellen en verspreiden van een periodiek geen sinecure. Omdat de bestaande periodieken steevast te laat verschenen waardeerden de leden van de Republiek der Letteren de snelle regelmaat die Du Sauzet hen bood met zijn Nouvelles littéraires. De Nouvelles littéraires zijn uiteindelijk aan hun eigen succes ten onder gegaan. De populariteit van zijn periodiek bezorgde Du Sauzet een overvloed aan kopij, die hij slechts kon verwerken wanneer hij de opzet van zijn periodiek wijzigde. Maar het zelfstandig verzorgen van een volwaardig geleerdentijdschrift ging kennelijk zijn vermogens te boven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 19]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
·> edwin van meerkerk (1972) studeerde af in de geschiedenis in 1997 en in de filosofie in 1998, beide aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Sinds 1 januari 1998 werkt hij als aio te Nijmegen aan een promotieonderzoek naar het boekbedrijf van Henri du Sauzet.
Dit artikel is een bewerking van een lezing die op 19 mei 2000 werd gegeven tijdens een studiedag van de Projectgroep Tijdschriftstudies. |
|