[Nummer 1]
Tsjip
Zowel bos als struikgewas
stonden uitbundig in bloei.
Koning Nobel, [de leeuw,] had
zijn hofdag overal laten afkondigen.
Hij verwachtte, als alles goed ging,
zijn roem er zeer mee te vergroten.
Toen kwamen alle dieren, groot en klein,
naar het hof van de koning,
met uitzondering van Reinaert, de vos.
Hij had de aanwezigen aan het hof zoveel misdaan,
dat hij er niet heen durfde te gaan:
wie zich schuldig weet, kijkt wel uit!
Zo stond het er met Reinaert voor
en om deze reden meed hij het koninklijk hof,
waar hij zeer slecht aangeschreven stond.
Toen alle deelnemers bijeen waren,
had iedereen, behalve de das,
wel iets te klagen over Reinaert,
de grijsbaardige valserik.
Uit: Reinaert de Vos. Tekst in context 3. Samengesteld door Hubert Slings. Amsterdam: Amsterdam University Press, 1999, p. 13-14.’