Eigen praktijkervaringen en lesmateriaal
Wij hebben gelukkig een jarenlange traditie voor poëzieonderwijs van de brugklas tot en met de Tweede Fase, en een doorlopende lijn. Wij zijn en blijven als sectie nog steeds overtuigd van de zinvolheid van poëzie en weten ons gesteund door de resultaten van onze leerlingen en door activiteiten van instanties als Doe Maar Dicht Maar en interessante websites als www.doemaardichtmaar.nl, www.dichtvorm.nl, www.plint.nl www.schoolderpoezie.nl, www.literatuureducatie, www.poezie-in-beweging.nl en www.zebi.nl. Ikzelf maakte in de onderbouw weinig gebruik van de afdeling Poëzie' in de door ons gebruikte methode Op niveau plus, maar mijn leerlingen werkten steeds met veel plezier uit mijn eigen methode Dichtklapper, die ik maakte in samenwerking met Jan Boland in 1993. Dichtklapper kent 28 lessen waarin ‘Techniek’, ‘Perspectief’, ‘Kijken’, ‘Verschillende soorten gedichten’, ‘Spelen met taal’, ‘Voorlezen’, ‘Gedichten maken’ en ‘Oordeel en achtergrond’ de onderwerpen zijn. Die basislessen kenmerken zich door ‘leren door doen’: eerst kort ‘het plaatje en praatje’ door de docent en daarna ‘het daadje’ door de leerling. Het materiaal bestaat uit docenten- en leerlingbladen. In de docentenbladen staan de doelen van de les, het lesidee, de voorbereiding en de lesactiviteiten per leerlingblad. De leerlingbladen bevatten gedichten, uitleg bij gedichten, uitleg bij het behandelde onderwerp en vragen en opdrachten. Leerlingen kunnen vrij zelfstandig met die bladen aan de slag. Zo leert een leerling ‘woordeconomie’ herkennen en gebruiken, effecten van beeldspraak en ‘Barbarber-taal’ en het spelen met woorden - dubbel- en meerzinnigheid, letterlijk en figuurlijk taalgebruik, vormen van spot - en ‘taalmuziek’:
leestekens, ritme, klankeffecten. Zo schreef David in A2b in les 23, ‘Dromen is een beetje liegen tegen beter weten in’:
Het luchtkasteel
Ik wil wonen in een luchtkasteel
nadat ik gebungeejumpt heb
en parachute gesprongen heb
en als laatste in de half-pipe geskated heb.
Ik zal de muren schilderen
Ik zal wonen in een luchtkasteel
nadat ik gebungeejumpt heb
en als laatste in de half-pipe geskated heb,
Bij Dichtklapper ontstond onder meer - overigens met heel wat organisatorische voetangels en klemmen - ook het vakoverstijgend project Nederlands/tekenen/biologie waarin ‘hoofd, hart en handen’ aan bod komen in een lessenreeks ‘Dichter bij het dier’ voor de onderbouw, in samenwerking met bioloog Paul van der Veur. Leerlingen observeren daarin uiterlijk en gedrag en maken schetsen van een aantal asieldieren en zij schrijven vervolgens speciale gedichten over hun observaties. Voor klas drie is er een project ‘Het samenstellen van een bloemlezing poëzie’ waarin leerlingen zelf gedichten kiezen uit diverse jeugdpoëzie en die beoordelen met behulp van het BIB-model, Beschrijven van vorm en inhoud, Interpreteren en Beoordelen volgens criteria. Met een aantal richtlijnen schrijven ze zelf een aantal gedichten. Recent kwam aan de Zeeuwse bibliotheek het project ‘Poëzie op Kennisnet’ tot stand. Sinds december 2002 is deze website voor iedereen beschikbaar op de homepage van de Zeeuwse Bibliotheek, www.zebi.nl. Honderd gedichten zijn geselecteerd uit verzamelbundels en voorzien van analytische en creatieve opdrachten op drie niveaus: ‘leuk’, ‘uitdagend’ en ‘ingewikkeld’ en informatie over dichter en gedicht. De site blijkt een prima hulpmiddel voor poëzieonderwijs in onder- en bovenbouw in het voortgezet onderwijs. Leerlingen kunnen daarmee na een korte introductie van de docent zelfstandig aan de slag in het computerlokaal of individueel in de mediatheek.