column
Hamlet
Jacques de Vroomen
Mogelijk het meest gespeelde toneelstuk uit de wereldgeschiedenis: Hamlet. Het verhaal over een koningszoon die op de grens van jeugd en volwassenheid terugdeinst voor de consequenties van die grensoverschrijding. Een jongen die treurt over zijn gestorven vader, hem bewondert maar nog niet de kracht heeft in diens voetstappen te treden. Ik realiseer me dat dit een persoonlijke en dus subjectieve interpretatie is.
De aantrekkingskracht van Shakespeare's Hamlet ligt onder meer in het feit dat je het stuk zo verschillend kunt duiden. Een toneeltekst die maar op één manier geïnterpreteerd kan worden zal doorgaans geen lang leven beschoren zijn. Als een toneelstuk zich leent voor zeer wisselenden interpretaties is het bij iedere nieuwe interpretatie geen reprise van oud cultuurgoed maar een pasgeboren frisse nieuwkomer.
In de achttiende eeuw is er een versie van Hamlet gespeeld waarbij het slot veranderd werd. Hamlet bleef leven: ‘Ik zal leven voor mijn rijk,’ laat een nieuwe Shakespeare hem uitroepen op het einde van het spel. Er is in latere tijd wel eens wat lacherig gedaan over die achttiende-eeuwse bewerking. Hoe haal je het in je hoofd om van deze tragische aarzelaar vlak voordat het doek valt een energieke optimist te maken?
In de zomer van dit jaar speelde toneelgroep Roth uit Vlaardingen in een regie van Fred Vaassen opnieuw Hamlet. Ook Vaassen brengt veranderingen aan. Op het einde van het spel vallen er bij hem geen vier maar drie doden. Hamlet's oom Claudius, de grootste slechterik, blijft leven. Het is duidelijk wat Vaassen de kijkers mee wil geven: op het eind overwint het kwaad.
Regisseur Fred Vaassen doet in feite niet anders dan de eerder genoemde achttiende-eeuwer. Beide bewerkers ondernemen een poging Shakespeare's Hamlet een eigentijds gezicht te geven. Vaassen lijkt geslaagd te zijn in zijn opzet want in een recensie las ik over ‘een sterk en angstaanjagend slotbeeld’.
En hoe zal men in 2204 over zijn bewerking praten? Ook een beetje lacherig? Historici die lachen om het verleden verstaan hun vak niet. Fred Vaassen heeft net als zijn achttiende-eeuwse voorganger niets met de opvattingen van toekomstige generaties van doen. Hij maakt, evenals die eerdere bewerker, theater voor mensen van eigen tijd. Zo hoort het ook. Theatermakers dienen uit de greep van Monumentenzorg te blijven.