‘Het is een verarming als jongeren deze klassiekers alleen nog als strip of film kennen’
Eigentijdse hervertellingen van eeuwenoude boeken
De Vlaamse auteur Ed Franck werkt al ruim tien jaar aan een reeks herbewerkingen van klassieke literaire werken. Dat kunnen stoere classics als Robinson Crusoë en Moby Dick zijn, maar ook ever lasting liefdesverhalen als Aeneas en Dido en Abélard en Héloïse. Omdat de fysieke afstand Brussel-Amsterdam nogal groot is en de agenda's nogal vol een vraaggesprek per e-mail. Een heropleving van de oude werken?
Anne-Mariken Raukema
Ed Franck is, zoals wordt gezegd, een laatbloeier, maar wel een uiterst productieve. Op zijn vierenveertigste debuteerde hij in 1985 bij uitgeverij Clavis met Spetters op de kermis, een boek dat in 2002 zijn derde druk zou beleven. Tussen het jaar van debuteren en nu zijn meer dan vijftig boeken van zijn hand verschenen, voor kleuters, kinderen, jongeren. Onder meer harde detectives, psychologische romans, gedichten voor jongeren en historische romans. Franck was tot zijn pensionering docent Nederlands en Engels op een college in Hasselt, de hoofdplaats van Belgisch Limburg.
Franck en Henri van Daele, een andere Vlaamse auteur, vatten het plan op om een reeks klassiekers voor de jeugd te bewerken. Van Francks hand verschenen in de reeks Averbode Klassiekers onder meer Michael Strogoff naar Jules Verne (1993), De man op de schimmel naar Theodor Storm (1994), Moby Dick naar Herman Melville (1995) en De put en de slinger, tien verhalen naar Edgar Allan Poe (1997). Als aparte uitgave verscheen in 1996 ook nog Parcival naar Chrétien de Troyes en Wolfram von Eschenbach. Intussen had Franck ook het plan opgevat om in zijn eentje een aantal beroemde liefdesverhalen uit het verleden te hertalen. De reeks kreeg de naam Averbode Valentijn. Er verschenen in het totaal acht delen: in 1995 Romeo en Julia en Tristan en Isolde, in 1996 Aeneas en Dido en Carmen, in 1997 Beatrijs, in 1999 Medea, in 2000 Salomé en in 2002 Abélard en Héloïse.
Abélard en Héloïse werd in 2003 met de Boekenleeuw bekroond. Het verhaal speelt zich af in de twaalfde eeuw. De jonge, veelbelovende studente Héloïse komt in contact met kanunnik en filosoof Abélard. Er ontstaat een romance die vanaf dan Héloïses leven zal beheersen. Ze treedt tegen haar zin in in het klooster, maar de passie voor Abélard blijft. Vanaf haar sterfbed blikt Héloïse terug op haar leven. De jury van de Boekenleeuw sprak: ‘Meeslepend als de onmogelijke liefde die erin beschreven wordt, boeiend als de hoofdfiguur en even hartstochtelijk is dit boek. Het neemt je mee als een wilde rivier, soms rustig stromend tussen brede oevers maar meestal bruisend tussen scherpe rotsen. Het verhaal is even klassiek als modern, even middeleeuws als tijdloos. De basis is een bekend verhaal over een tragische liefde. Toch is dit boek niet zomaar een bewerking, de auteur gaf zijn personages een heel eigen persoonlijkheid die ook lezers van nu niet onberoerd laat. Bovendien werkt hij thema's uit die van alle tijden zijn: passie en de pijn van een onmogelijke liefde, onafhankelijk denken, geloofstwijfel en religieus fanatisme.’