komt, ‘de vader van Rem’: zo gaat dat met vaders en zonen.
Wat we - u en ik, want ik ga ervan uit dat u het tot nu toe volledig met me eens bent - wat we gaan doen om Koolhaas toch tenminste een jaar of dertig onsterfelijk te maken, is het volgende: in de literatuurlessen in vier havo/vwo laten we leerlingen korte verhalen van Koolhaas lezen en uitwerken in een leesverslag. Twee suggesties: ‘Gif van de overkant’ (uit de bundel Poging tot instinct), dat via een inkijkje in de wereld van ratten laat zien hoe individualiteit op gespannen voet staat met de macht, de rol van de groep: dat een groep die afwijkende eenlingen niet de ruimte biedt, daar zelf op den duur aan te gronde gaat. Het is een vlot leesbaar verhaal, met aardige structuurelementen, dus ook als demonstratiemateriaal van literaire theorie heel geschikt. Een tweede suggestie is ‘Mijnheer Tip is de dikste meneer’ (uit de bundel Vergeet niet de leeuwen te aaien): een verhaal dat zich afspeelt in de varkensstal en humoristisch maar indringend beschrijft dat we de dood verdringen tot hij voor de deur staat. De thematiek van Koolhaas is tijdloos en spreekt (dus) iedereen, ook jonge lezers aan. Via zijn dieren geeft hij zijn kijk op leven en dood: ‘pas als je je bewust bent van je sterfelijkheid kun je ten volle leven,’ of: ‘vroeg of laat realiseert ieder zich het naderende einde en reageert daarop op de hem kenmerkende wijze.’
Daarnaast schrijft hij over liefde en vriendschap, over boven jezelf uitstijgen, hoe klein en kwetsbaar je ook bent. Herkenbaar, boeiend en ‘leerzaam’. Zijn dierenverhalen zijn sowieso uniek in de literatuur: de wijze waarop hij dieren als dieren laat optreden, ze volstrekt geloofwaardig ‘van binnenuit’ presenteert, is ongeëvenaard in de wereld. Als er door de behandeling van wat korte verhalen interesse is ontstaan, kunt u wijzen op de bundels met meer van dit soort dierenverhalen, maar ook op de romans van Koolhaas, enerzijds romans waarin dieren nog een belangrijke rol spelen, zoals De geluiden van de eerste dag, het bij redelijk wat leerlingen al bekende Vanwege een tere huid, Ten koste van een hagedis en De hond in het lege huis, anderzijds ook mooie mensenromans als Tot waar zal ik je brengen en Een aanzienlijke vertraging. Als u in een of twee zinnetjes uitlegt waar deze prachtboeken overgaan, dat Koolhaas geobsedeerd was door de angst om zijn partner te verliezen, maar ook op een prachtige manier over gewone, heel herkenbare liefdesrelaties kon schrijven, relaties zoals u en ik ze hebben, dan kunt u ervan overtuigd zijn dat leerlingen eens een Koolhaas uit de (bibliotheek) kast halen, zeker als u een beetje druk op de ketel zet: ‘een leerling die literatuur een beetje serieus neemt, mag deze schrijver niet laten ontbreken op zijn lijst!’
Koolhaas, zo maakt u vervolgens aan uw geïnteresseerd geraakte leerlingen duidelijk, was veel met film bezig (een aanbeveling voor de leerling van nu, die dat meestal ook wel een aantrekkelijk medium vindt!). U beschrijft zijn baanbrekend werk als directeur van de filmacademie in een tijd dat de Nederlandse film per definitie op hoongelach kon rekenen. Een heel andere tijd dan nu, nu Nederlandse films en filmers stevig aan de weg timmeren en lauweren oogsten. Dat de rol van Koolhaas hierin moeilijk meetbaar is, hoeft u natuurlijk er niet bij te vertellen.
De verfilming van de roman van Koolhaas De nagel achter het behang onder de titel Dokter Pulder zaait papavers mag ook nu nog heel geslaagd genoemd worden. Te huur in de betere videotheken: toon wat fragmenten als smaakmaker! Vervolgens doen anekdoten over Koolhaas het ook nog altijd aardig: over zijn slordigheid als schrijver, het feit dat hij steeds de kerstvakantie benutte om even een complete roman te schrijven! Zelfs na zorgvuldige werkzaamheden van zijn redacteur bij de uitgeverij, bleven er nog wel onzorgvuldigheden staan in veel van zijn boeken. Loof een prijs uit voor de leerling die er een aantal weet op te sporen in het door hem of haar gelezen boek.
Over Koolhaas zijn erg interessante studies verschenen. Twee werkjes die u zeker onder de aandacht van uw leerlingen zou moeten brengen zijn Koolhaas onder de mensen en Vertellen is menselijk: het een erg positief, van de hand van Wam de Moor, die als criticus op een gegeven moment een briefwisseling aanging met de auteur en daarvan verslag uitbrengt in dit boekje; het andere een stukje negatiever, van de hand van Jacques Kruithof, met name over de vertelwijze van Koolhaas, het auctoriale vertelperspectief dat bij Kruithof soms irritatie opwekt, wat bij Koolhaas op zijn beurt weer hevige woede teweegbracht.
De niet zo in literatuur geïnteresseerde jongens, meestal de natuurprofielboys, kunt u misschien nog lokken door erop te wijzen dat Koolhaas in romanvorm de evolutietheorie eens kritisch bekeken en origineel bewerkt heeft in een erg apart, verrassend boek, Nieuwe maan.
Dat het na al deze activiteiten tijd wordt om de oprichting van een Anton Koolhaas Genootschap te gaan overwegen, zal duidelijk zijn. Dat is het enige nog ontbrekende ingrediënt in het recept voor onsterfelijkheid dat ik boven gaf. Bij uw leerlingen heeft u binnenkort ongetwijfeld al potentiële leden, ik bij de mijne ook, dat moet dus lukken. Ik hoor nog wel van u.
Joop Dirksen, redacteur van Tsjip/Letteren, is leraar Nederlands en CKV-1 aan het Pleincollege Eckart in eindhoven. Hij is auteur van de Handleiding leesdossier en van Dossier lezen. een literatuuronderwijsmethode.