column
Kunst binnen handbereik
Jacques de Vroomen
Hoewel het verleden niet voorbij is, is het knap lastig je er een goede voorstelling van te maken, om van ‘begrijpen’ nog maar te zwijgen. De Romeinen, de Middeleeuwen, de Gouden Eeuw, de pruikentijd... wat stellen we ons hierbij voor? Clichés, vaak gebaseerd op plaatjes die zelf weer clichés van clichés zijn. Geschiedenis is een moeilijk vak en daarom adviseren pedagogen al vanaf de reformpedagogiek stapsgewijs te werk te gaan. Begin dicht in de buurt. Basisschoolkinderen, gewapend met pen en blocnote, stappen naar hun grootouders en interviewen hen over schoolherinneringen. ‘Opa, had jij in de vijfde groep een mijnheer of een juffrouw?’ En als opa dan antwoordt dat er vroeger geen vijfde groep was, begint de les al: de historische verwondering.
Nijmeegse universitaire studenten die kozen voor het vak ‘Kunsteducatie’ interviewden scholieren over hun CKV-ervaringen. Ik stuitte als lezer op een aantal uitspraken die aan het denken zetten. Ik sta even stil bij Karen en Buddy.
Karen heeft les gehad over flamencodansen. ‘Dan heb ik zoiets van, ik kén de flamenco niet, je gaat de flamenco ook nooit dansen; wat heb ik eraan om te weten wat de verschillende soorten flamencodans zijn.’ Karen sputtert omdat ze van haar lerares een hoek moet omslaan. De doelstelling van de lerares is achtenswaardig maar wordt niet gehaald. Ontbreekt hier niet een schakel? De problematisering van wat dichtbij is?
Haar klasgenoot Buddy heeft het daarover als hij voorstelt om iets te doen met kunst in de buurt. ‘Want je ziet zo vaak dingen langs de weg dat je denkt, ja, ik weet niet wat het moet voorstellen.
Maar ik zou toch, ja, eigenlijk willen weten, eh, dat je dat soort dingen leert.’
Een pleidooi voor omgevingsonderwijs. We kennen het van de didactiek van de basisschool. Niet alleen bij geschiedenis maar ook bij vakken als aardrijkskunde en biologie. Wat me vooral trof bij het lezen van de interviews is de enorme afstand die er voor het gevoel van de leerlingen ligt tussen hen en ‘Cultuur’. Voor de meesten een woord met een vette hoofdletter C. Hoe krijgen we die hoofdletter wat bescheidener? Misschien door wat dichter bij huis te beginnen en cultuur gewoon met een kleine letter ‘c’ te schrijven.
Van hun lerares mochten Karen en Buddy voor CKV-film niet naar Gladiator. Toch is naar Gladiator gaan, kort nadat de film is uitgekomen en er allerwege in de media aandacht voor is, gewoon beginnen bij hier en nu, hic et nunc moet ik bij dit voorbeeld natuurlijk zeggen. Zoiets als met pen en blocnote naar opa en oma, de cultuur binnen handbereik. En als er daarna op video stukjes Spartacus, Ben Hur en Quo Vadis bekeken worden, is er stof te over voor een boeiende cultuurdiscussie. Laten we leerlingen geen zevenmijlslaarzen aantrekken.
Daar struikelen ze meestal mee.