column
Het nieuwe gapen
‘Mes élèves commencent à m'aimer bien, dans l'ensemble. Mais je crois qu'ils ne comprennent pas ce que je dis’.
Pascal Laîné, uit: L'Irrévolution
Er verandert veel in het onderwijs. Dagelijks hoor je om je heen het gejeremieer over de schier oncontroleerbare veranderwoede van politiek Den Haag op het gebied van onderwijs, organisatie en financiering. Maar ook de mores veranderen. Zo is daar een fenomeen dat de laatste jaren zienderogen terrein wint: gapen.
Als je vroeger de behoefte voelde opkomen om te gapen dan hield je bescheiden je hand of zelfs je hele onderarm voor je mond, liet de onderkaak wat zakken en zoog geruisloos de benodigde extra zuurstof naar binnen. Tegenwoordig is dat heel anders. Neem nou Suzanne, een prominent vertegenwoordigster van het nieuwe gapen. Zij maakt er een waar ritueel van. Eerst verheft ze haar bovenlichaam, rekt romp en kop op, brengt de armen achter haar hoofd zodat de leraar even kan denken dat ze bij de les is en zowaar een vraag gaat stellen, maar zet die beweging dan door, steekt beide armen diagonaalsgewijs de ruimte in en zuigt vervolgens met lange halen de zuurstof door de kamerbreed opengesperde mond naar binnen. Het ritueel gaat gepaard met krachtige akoestische ondersteuning: luidkeels giert de lucht door haar strottenhoofd. En passant heeft ze nog even oogcontact met de toch telkens weer door het schouwspel ietwat perplexe docent. Tot slot zet ze aan voor de laatste fase: het over de aanwezigen uitstoten van de liters opgebruikte zuurstof. Ook dat gebeurt weer met royale akoestische begeleiding.
Vroeger zou ik me heel ongelukkig gevoeld hebben als iemand recht in mijn gezicht begon te gapen. Ik zou op het idee zijn gekomen dat mijn vak, of misschien zelfs mijn persoonlijkheid niet boeiend is. Met een dergelijk doemdenken houd ik me tegenwoordig niet meer bezig. Eerlijk gezegd kan ik een dermate radicale vorm van zelfconfrontatie psychisch al lang niet meer aan. In arren moede doe ik tegenwoordig aan positief denken. Als leerlingen met gerekte armen zitten te gapen, dan concludeer ik dat die zich zeer op hun gemak voelen bij mij. De ruime geste met de armen is een uitnodiging om ook even te relaxen. Ik bof toch maar dat ik net zo boeiend ben als hun lievelingsprogramma's op de TV waarvoor ze ook dagelijks zitten te gapen, rekken, eten en kletsen.
Ik ben het onderwijs in gegaan net als mijn vader en mijn grootvader, omdat het me wel aardig leek. Ik heb er nog steeds geen spijt van. Opvoeden blijft een ongemeen boeiende zaak.
Lennaert Terberg, docent Frans (pseudoniem)