Omgaan met taboes - ervaringen van een leerlingbegeleider
Leo Ewals werkt als leraar Frans op het Kandinsky College te Nijmegen. Hij is er tevens coördinator Havo. Hij constateert dat hoewel allerlei taboes verdwenen lijken te zijn er toch nog steeds onderwerpen zijn die voor leerlingen, ouders en leraren moeilijk bespreekbaar zijn. Problemen los je echter niet op door te zwijgen, maar door erover te praten. Dat wil Ewals duidelijk maken in dit artikel, vrij naar het leven geschreven.
Leo Ewals
Charlotte moest altijd naar het toilet, liefst midden onder de les. Ik vond dat nooit goed en legde haar geduldig uit dat ravissante jonge meiden een uitstekende blaas hebben, die door zijn grote elasticiteit gemakkelijk de inhoud van twee blikjes cola vast kan houden gedurende twee opeenvolgende lesuren, en dat bovendien de pauzes tussen de lessen lang genoeg waren om per keer zonodig meer dan 10 liter vocht aan moeder aarde terug te geven. Om haar gezicht in de klas niet te verliezen reageerde zij met een zuurzoete glimlach, maar het zat haar duidelijk hoog.
Op een gegeven moment was ik niet meer alleen haar leraar Frans, maar ook haar coördinator. Toen kreeg ik een telefoontje van haar moeder die zei dat dochterlief een chronische aandoening had waardoor zij bij vlagen hevige aandrang kreeg, zonder overigens echt te moeten. Of ik maar niet tegen de dochter wilde zeggen dat zij gebeld had, want ja, ik begreep, jonge meiden willen niet te koop lopen met lichamelijke mankementen. Maar of we er toch rekening mee konden houden.
Het is één van de vele taboes waar je als leerlingbegeleider op school dagelijks mee geconfronteerd wordt.
Gezondheidsproblemen, ruziënde en scheidende ouders, aanraking met justitie, depressiviteit en andere psychische problemen: verreweg de meeste leerlingen praten liever niet over dit soort zaken, niet met hun mentor, niet met medeleerlingen. Zij ervaren deze onderwerpen dus als een soort taboe, als iets waarover volgens de sociale conventie niet gesproken kan worden (met dank aan meneer Van Dale). Toch gaat het hier om emoties die uitermate remmend werken op het goed functioneren van de leerling op school en bepalend zijn voor zijn welbevinden. Werk aan de winkel dus voor de leerlingbegeleider.