De Laatste Taboes
‘Interessante doden
Eigenlijk heel merkwaardig: vragen om iets op te schrijven waar je niet over durft, wilt praten. Taboe is taboe omdat je liever je tong afbijt dan het te bespreken. Zelfs de bescherming van de toegezegde anonimiteit, is niet voldoende veiligheid om mijn allerdiepste taboes te verwoorden. Er zijn nou eenmaal zaken die ik per definitie voor mezelf houd.
Daarnaast zijn er dingen die ik uitsluitend aan mijn partner toevertrouw, en hoe anoniem ik ook mag blijven, daar blijven jullie dus gewoon ook van verstoken (ik zou nou kunnen zeggen: “jongens, jullie weten niet wat jullie daarmee missen!”, maar dat zou flauw zijn). En dan zijn er nog van die dingen die ik in sommige situaties met goede vriend(inn)en bespreek, die komen al iets meer in aanmerking voor vermelding hier.
Maar eigenlijk vind ik het hoogstens acceptabel om hier iets te noemen, waarmee ik eigenlijk niet zo (heel) veel moeite meer heb: mijn houding ten opzichte van de dood. Wat ik enige tijd geleden nog als een persoonlijke afwijking beschouwde, namelijk zorgvuldig de overlijdensadvertenties bekijken op zoek naar “interessante” doden, blijkt door velen gedaan te worden.
“Interessant” is een dode natuurlijk als hij/zij bekend is, maar ook als er sprake is van zelfmoord of een tragisch ongeval, of als de leeftijd overeenstemt met de mijne, of als er erg veel poeha omheen gemaakt wordt. Ik tel de advertenties die één dode op dezelfde krantenpagina krijgt, het maximum is geloof ik vierentwintig, en reken dan vervolgens hoeveel ik er zelf ooit ga krijgen. Hoe optimistisch ik ook reken, aan dat record kom ik gegarandeerd niet, en dat betreur ik.
Daarnaast bekijk ik met een ietwat morbide belangstelling de gruwelijke foto's uit krant en tijdschrift, dus van die foto's waar twee dagen na plaatsing een stroom van ingezonden brieven volgt: moordpartijen, stervende galliërs en zo. Ik roep foei, en kijk mijn ogen uit.
Laatste, intussen min of meer hanteerbare afwijking op het gebied van de dood: als er iemand in mijn omgeving doodgaat, en dat gebeurt steeds meer, want ik heb een leeftijd die ik vroeger “stokoud” en nu nog best redelijk jong noem - dus op weg naar de zestig - als er iemand in mijn omgeving doodgaat, pak ik een extra borreltje 's avonds en denk: “ik ben er nog”.
U ziet, het zijn - althans in mijn ogen - niet van die wereldschokkende taboes, maar anders had ik ze ook nooit op papier gezet.
Gegroet, en ga gerust eerder dood dan ik.’