Redactioneel
Er wordt veel over onderwijs geschreven. Plannen, klachten, idealen zijn veelvuldig gedocumenteerd. Vaak wordt daarbij echter de praktijk van het onderwijs vergeten. Deze constatering betekent niet dat ik het publiceren van plannen en idealen niet zou toejuichen. Integendeel, plannen en idealen houden de discussie levendig en de leraar wellicht scherp, om maar eens wat trainersjargon te hanteren. Toch blijft naar mijn waarneming opvallend vaak de praktijk van het onderwijs buiten beeld, ook bij de klachten!
Tsjip/Letteren koestert natuurlijk evenzeer eigen idealen en plannen, maar wil nadrukkelijk ook de praktijk in beeld brengen, de praktijk van literatuuronderwijs, van kunstzinnige, culturele, creatieve vorming.
Voor deze Tsjip planden we een thema waarin het werken met de nieuwe methoden voor CKV 1 centraal zou staan, een methodenbeoordeling vanuit de praktijk dus. Uitgevers werden aangeschreven, methoden verkregen, maar gebruikers bleken moeilijk op te sporen. Uiteindelijk kunnen we van maar twee methoden een eerste gebruiksindicatie geven in de bijdragen van Leo Ewals en Joop Dirksen. We waren nog wat te vroeg, blijkbaar. Op veel scholen worden methoden nog uitgeprobeerd, er wordt nog niet systematisch mee gewerkt.
De besproken methoden blijken bruikbaar, maar er is nog onvoldoende ervaring om ze nadrukkelijker te kunnen evalueren.
Deze Tsjip biedt dus minder methodenervaring dan gehoopt. Maar daarom nog niet getreurd. Deze aflevering biedt andere praktijkervaringen met culturele en kunstzinnige vorming. Sacha Odenhoven presenteert een fotoreportage over een fotografieproject. Ze geeft in korte teksten toelichtend commentaar: woord en beeld gaan samen. Suzanne Pennings verkende met haar leerlingen La Banlieu, daarbij film, muziek en literatuur gebruikend. Suzanne Broersen en Jessica de Vries confronteerden hun leerlingen met de duivel zelf, in verhalen over Job, de heilige Antonius en in Dante's inferno.
Filip Notteboom bespreekt de kunstbeschouwing in het secundair onderwijs in Vlaanderen. Hij toont zich jaloers op het Nederlandse CKV. Hij schetst een historische achtergrond van het marginaliseren van kunsteducatie in Vlaanderen, bespreekt de toch bestaande praktijk met alle praktijkproblemen, en blikt vooruit.
En verder in deze Tsjip de column van Jacques de Vroomen. Daarna is er de gebruikelijke ‘leeskring’. In dit geval presenteert Wam de Moor Kellendonks Kleine Bouwval, daarbij knipogend naar het vorige Tsjip-thema ‘het familie-album’. Nicolien Montessori zet haar verkenning van de Spaanstalige literatuur voort. Sascha van Kuppeveld beschrijft wat zij leerde van het jureren voor ‘De (jonge) Gouden Uil’. Wam de Moor bespreekt lesideeën voor identiteitsgericht literatuuronderwijs. En een discussie van tweehonderd jaar geleden blijkt actuele dimensies te bevatten. Natuurlijk zijn er ook de bekende rubrieken: Leeswijzer, Na Schooltijd en de Agenda.
Het aanbod in dit Tsjip-nummer vormt een aardig evenwicht tussen Literatuur en CKV 1, de terreinen waarop Tsjip graag wil bijdragen, in idee en plan, vanuit praktijk en ervaring.
Tot slot moeten we in dit nummer afscheid nemen van Véronique Damoiseaux. Véronique groeide door haar werkzaamheden nolens volens langzaam maar zeker weg van Tsjip/Letteren. Dat is jammer. We zullen de overtuigingskracht van haar argumenten en het gedecideerde van haar uitspraken node missen. Véronique bedankt. Het ga je goed.
Piet-Hein van de Ven