| |
| |
| |
Culturele activiteiten uitgangspunt bij Palet
Multidisciplinaire methode CKV 1 laat keuzes aan de gebruiker
Zoals in het vorige nummer van Tsjip/Letteren al werd aangekondigd, komen dit voorjaar uitgeverijen met methoden voor het nieuwe vak Culturele en Kunstzinnige Vorming 1 (CKV 1) op de markt. Veel docenten kijken ernaar uit. Bij Uitgeverij Thieme verschijnt het kleurrijke en multidisciplinaire Palet. Een gesprek met Cor Geljon, vakdidacticus Nederlands aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en als co-auteur verantwoordelijk voor de onderdelen Wereldliteratuur en Theater, over de totstandkoming van Palet.
Véronique Damoiseaux
‘Twee jaar geleden voerde het auteursteam de eerste gesprekken over een methode voor het nieuwe vak Culturele en Kunstzinnige Vorming 1. Er heerste toen nog veel onduidelijkheid over de inhoud en didactiek van dat vak. Pas vorig jaar maart konden we beginnen met schrijven. Toen was duidelijk dat de culturele activiteiten die leerlingen gaan ondernemen de kern vormen van CKV 1. Die zijn dan ook het uitgangspunt van Palet.’
De methode Palet bestaat uit een informatieboek, een cd-rom en twee losse themadeeltjes. Geljon: ‘Het informatieboek is vooral bedoeld als naslagwerk. Het eerste deel geeft een inleiding op het vak CKV 1 en het gebruik van het kunstdossier. Vragen als “hoe houd ik een kunstdagboek bij” en “wat hoort thuis in een balansverslag” komen daarin aan bod. Vervolgens gaan we in op de culturele activiteiten zelf. Waarop kan de leerling letten als hij een dansvoorstelling of concert bijwoont, voor een monumentaal gebouw staat of een film op televisie of in de bioscoop bekijkt? Welke theatrale middelen onderscheiden we en wie vervullen een rol achter de schermen bij de voorbereidingen van een film? Wat voor soorten cabaret zijn er en wat verstaan we onder wereldliteratuur? En hoe komt een voorstelling eigenlijk tot stand? Palet biedt leerlingen achtergrondinformatie bij de activiteiten die ze gaan ondernemen voor CKV 1.’
| |
Een eigen mening of oordeel
‘Het informatieboek bevat daarnaast gidsen: handleidingen waarmee de leerlingen hun ervaringen kunnen vastleggen in het dossier. Hoe maak je een concertverslag of boekverslag, hoe beschrijf je een gebruiksvoorwerp of een monument? Het is niet de bedoeling droge, formele analyses te maken, maar een eigen mening en oordeel te formuleren. Dat kan natuurlijk niet zomaar, leerlingen moeten daarvoor handvatten krijgen. Aan de hand van korte, schematische vragenlijsten leren ze beter te kijken en te luisteren en worden ze geprikkeld te reflecteren op hun eigen houding ten aanzien van kunstwerken. Het verwoorden en beargumenteren, het praten over ervaringen: daar ligt bij deze methode het accent. Overigens is dit boek ook voor veel docenten leerzaam, want ik merk op scholen dat maar weinig leerkrachten open staan voor andere kunstuitingen dan die uit hun eigen vakgebied. Op de geschiedenis van de kunsten gaat Palet nauwelijks in, want dat hoort thuis in CKV2. We geven alleen een tijdbalk om kunstwerken in hun historische context te kunnen plaatsen.’
| |
Helden
In de themadeeltjes worden kunstuitingen in het kader van een omvattend onderwerp behandeld en met elkaar in verband gebracht. Geljon: ‘We hebben tot nu toe twee delen ontwikkeld: Helden en De Stad. Twee onderwerpen die dicht bij de leerling staan en daardoor zeer geschikt zijn voor CKV 1. Na een gezamenlijke inleiding, waarbij de leerlingen hun idee van de held uit de doeken doen en geconfronteerd worden met een aantal helden uit de film, literatuur of andere kunsten, volgen series opdrachten die steeds zijn gekoppeld door middel van een kunstwerk. Zo'n kunstwerk wordt dan op interdisciplinaire wijze benaderd. De samenhang ligt in het toekennen van betekenis, het interpreteren van een feit uit de geschiedenis, een verhaal, door kunstenaars, recensenten
| |
| |
en de leerlingen zelf. Het verhaal van David en Goliath bijvoorbeeld is de aanleiding om zelf een beeld van David en Goliath te vormen en dat beeld vervolgens te vergelijken met die van kunstenaars als Donatello en Michelangelo. Op verschillende plaatsen verwijst het themadeel naar het informatieboek: lees eerst nog eens na waarop je kunt letten als je een beeld bekijkt, of welke soorten film er bestaan, voor je de volgende opdrachten maakt.’
| |
Zelf informatie vergaren
‘In de themadelen krijgen de leerlingen maar weinig informatie voorgeschoteld,’ zegt Geljon. ‘Het is juist de bedoeling zelf op zoek te gaan naar gegevens. Soms volstaat het langer bij een kunstwerk stil te staan, maar een bezoek aan de bibliotheek of een blik op Internet is bij verschillende opdrachten onvermijdelijk. Docenten zullen dan wel na moeten gaan of hun bibliotheek voldoende is uitgerust om de opdrachten te kunnen uitvoeren.’ ‘We hebben ook praktische opdrachten opgenomen. Het naspelen van een scène uit een film, het tekenen van een personage uit een verhaal, het maken van een videoband als eindpresentatie. Maar het accent ligt niet op de formele uitvoering, de vorm, maar op de betekenis, de inhoud. Als de leerling een thema heeft doorlopen, heeft hij een brede kijk op de verschillende verschijningsvormen van en ideeën over de held in de diverse kunsten.’ Bij de methode hoort een cd-rom. Geljon: ‘Je kunt niet alle vormen van kunst in een boek weergeven. Ballet moet je in beweging zien en de muziek moet je erbij horen, filmfragmenten moet je kunnen bekijken. Bovendien biedt cd-rom de mogelijkheid een blik achter de schermen van bijvoorbeeld een theatervoorstelling te nemen. Leerlingen wonen repetities bij en zien hoe een scène wel vijf keer achter elkaar wordt gespeeld voor de regisseur tevreden is. Het programma kan dienen als een eerste, levendige kennismaking met alle disciplines.’
| |
Kunst met een kleine k
De auteurs van Palet laten een definitie van kunst aan de media en culturele instellingen over: alles wat door culturele instellingen wordt aangeboden of in de kranten staat, komt wat de auteurs betreft in aanmerking voor CKV 1. Ook kunst met een kleine k dus. Geljon: ‘Wij hebben het begrip kunst heel ruim gehanteerd. Kunst komt overal voor, een beeld op de hoek van de straat, een mooi vormgegeven kan, een toneelvoorstelling in een klein theater. In de themakaternen gaan de leerlingen aan de slag met concrete kunstuitingen. Die dragen het gevaar in zich te verouderen. Neem je bijvoorbeeld de Spice Girls op, een groep die nu grote belangstelling heeft bij jongeren? Wat vandaag in is, kan morgen weer voorbij zijn, dus we hebben gekozen voor werken met een min of meer blijvende waarde. Dat betekent niet dat we alleen uitgaan van Grote Kunstwerken. Er zijn ook opdrachten opgenomen die leerlingen de mogelijkheid geven zelf hun favoriete kunstwerken te kiezen en daarover vragen te beantwoorden. Populaire popmuziek en soaps kunnen dus eveneens in CKV 1 worden opgenomen.’
‘Maar het is tenslotte toch de school
| |
| |
zelf die bepaalt welke kunstuitingen een plaats kunnen krijgen binnen dit vak en welke niet. Op het programma culturele activiteiten hebben wij als auteurs geen invloed,’ aldus Geljon.
| |
Culturele aanbod
Geljon: ‘De opzet van Palet is heel vrij. Veel docenten willen met CKV 1 aansluiten bij het culturele aanbod in de regio en aangezien geen enkele school dezelfde culturele activiteiten op het programma zal hebben, heeft een strakke opbouw in een methode geen zin. We hebben daarom bewust gekozen voor een heel open structuur. De leerling kan in principe zelf kiezen welke onderdelen hij leest of welke opdrachten hij maakt. Aanvankelijk hadden we het plan de methode samen te stellen volgens een logische stofopbouw. Na het aanleren van enige basisvaardigheden vond de nodige verdieping plaats. Maar van die idee zijn we afgestapt. Het zou de scholen al te zeer verplichten een strakke volgorde aan te houden en leerlingen in de weg staan een eigen route uit te stippelen.’
| |
Zelf een leerroute kiezen
‘Scholen zullen CKV 1 op heel verschillende manieren vorm geven. Ondergebracht bij de verschillende disciplines bijvoorbeeld of juist als één nieuw vak. De themakaternen bieden de mogelijkheid een route te kiezen die disciplinegebonden is of juist de samenhang tussen vakgebieden laat zien. Een code geeft aan bij welk vakgebied een opdracht thuishoort. De docent of de leerling kan zo gericht kiezen voor bijvoorbeeld alle vragen die betrekking hebben op beeldende kunst. We hebben er echter wel naar gestreefd in eindopdrachten disciplines samen te laten komen. Bij het themakatern De Stad bijvoorbeeld maakt een groep leerlingen een videoopname met aandacht voor beeldende kunst, architectuur en kleding.’
‘Bij het doorlopen van een serie opdrachten komt de leerling vanzelf in aanraking met verschillende vakgebieden en ontdekt hij de samenhang tussen disciplines. En dat is tenslotte ook een van de doelstellingen van CKV 1. De themadelen zijn zo opgesteld dat leerlingen zelfstandig aan het werk kunnen.’
| |
Docentenhandleiding
Palet is bedoeld voor havo en vwo en kan in alle jaren van de bovenbouw worden gebruikt. De docent kan zelf bepalen of hij uit de thematische werkboeken opdrachten al dan niet geschikt acht voor zijn leerlingen. Toch is het de vraag of scholen van de themakaternen gebruik gaan maken. ‘We hebben niet meer dan twee thema's uitgewerkt, omdat we eerst willen zien of docenten van de themakaternen gebruik maken. Op veel scholen worden eigen thema's ontwikkeld, al dan niet in samenwerking met culturele instellingen. Misschien hebben docenten geen behoefte aan kant en klaar materiaal. Als er voldoende afname is, zouden we meer themadelen kunnen ontwikkelen,’ aldus Geljon.
Intussen worden de eerste stappen gezet voor de samenstelling van een docentenhandleiding. Behalve informatie over manieren waarop het docententeam CKV 1 het informatieboek en de themadeeltjes zou kunnen gebruiken, zullen daarin waarschijnlijk ook organisatorische adviezen voor de inrichting van CKV 1 worden opgenomen.
| |
Een multidisciplinair auteursteam
CKV 1 wordt een multidisciplinair vak. Palet is dan ook geschreven door auteurs met een brede culturele belangstelling, die niet vastzitten aan de grenzen van hun vakgebied. Sandra Spijkerman en Dave van Eijnsbergen hebben een kunsthistorische achtergrond met kennis van onder meer theater en film. Cor Geljon werkt behalve als vakdidacticus Nederlands aan de Vrije Universiteit te Amsterdam als docent Nederlands op het Rijnlandslyceum te Oegstgeest, waar hij ook elf jaar werkzaam was als theaterdocent.
Toch was het niet makkelijk een boek te schrijven met zo'n multidisciplinair team. Geljon: ‘Het samenbrengen van auteurs die uit verschillende disciplines komen, leverde soms spraakverwarring op. We spreken allemaal onze eigen taal, met onze eigen termen en begrippen. We benaderen de kunsten vanuit een ander perspectief. Dat maakt het wel een lastig op een lijn te komen als je samen aan een methode werkt.’ Maar dat zal op de scholen niet anders gaan als CKV 1 teams samen om de tafel gaan zitten om thema's vorm te geven.
Palet is dit voorjaar bij Thieme verschenen, Postbus 7, 7200 AA Zutphen.
|
|