column
De molen, de ezel of de kat?
Jacques de Vroomen
De molenaar was oud en hij voelde dat hij niet lang meer zou leven. Hij riep zijn drie zonen bij zich en verdeelde zijn bezittingen onder hen. De oudste kreeg de molen, de tweede de ezel en de derde de kat.
Het klassieke begin van een overbekend sprookje: De gelaarsde kat. Ik vertelde het een aantal jaren terug aan mijn jongste dochter. Ze zal ongeveer vijf jaar zijn geweest. Omdat ik doorgeleerd had in literatuurdidactiek vond ik dat ik het verhaal moest actualiseren. Dus ik zei na afloop: ‘Nou ik heb ook drie kinderen. Laten we maar net doen als die molenaar. Boris is de oudste, dus die krijgt het huis. Dan komt Maartje, Maartje krijgt de auto en jij Judith, jij bent de jongste, dus jij krijgt de kat.’
Beetje stangen, kinderen kwaad maken, altijd leuk. Maar het pakte heel anders uit. Judith werd helemaal niet kwaad. ‘Hoi’, klonk het blij verrast en ik keek naar een kindergezicht met twee stralende ogen, ‘Ik krijg Mientje’. U begrijpt dat onze kat Mientje heette.
Zou ze gedacht hebben dat Mientje over dezelfde kwaliteiten beschikte als de gelaarsde kat en dat er op termijn een huwelijk tussen haar en Willem Alexander in zat? Ik denk niet dat die gedachte de bron van haar blijdschap was. Nee, in het rijtje bezittingen: huis, auto, kat was de kat gewoon verreweg het aantrekkelijkst.
Wat heeft de keuze van Judith met poëzie van doen? Heel veel. U bent net als ik volwassen. U laat zich geen knollen voor citroenen verkopen want u weet dat een knol veel minder waard is dan een citroen. En u kent niet alleen de waarde van knollen en citroenen maar u weet van vrijwel alles in uw omgeving wat het zo ongeveer waard is. U zou met mijn auto en zeker met mijn huis heel wat tevredener zijn geweest dan met Mientje. Kinderen van vijf denken als het gaat om een rangorde van waarden heel anders dan volwassenen. Economische argumenten doen nog niet ter zake. Waarden hangen af van persoonlijke relaties. Dat is een poëtische levenshouding. Je kijkt niet naar de werkelijkheid zoals de goegemeente rondom je. Je hebt een strikt persoonlijke kijk op je omgeving en je schept je eigen orde.
Er worden tegenwoordig regelmatig cursussen aangeboden waarin je systematisch kunt leren verhalen en gedichten te schrijven. Als ik zo'n cursus zou geven, zou ik de deelnemers heel veel met kinderen laten praten, en beter nog, met kinderen laten spelen. Tenzij die cursisten het niet leuk zouden vinden om de markies van Carabas te worden en later met de dochter of de zoon van de koning te trouwen. Ja, je hebt van die volwassenen. Volwassenen zitten soms heel raar in elkaar.