Tsjip/Letteren. Jaargang 7
(1997)– [tijdschrift] Tsjip/Letteren– Auteursrechtelijk beschermdGedichten van Halil Gür
| |
[pagina 11]
| |
Geweld
geweld
is honger naar liefde
en naar aandacht snakken
wolven verdragen geen honger
worden dol
maak kinderen niet dol
moeders maken kinderen tot mensen
moeders
waar zijn jullie handen
jullie borsten
waar is jullie witte melk
verzadig jullie baby's met liefde...
zing liedjes voor het slapen gaan
voedt op met slaapliedjes
moeders,
liefde voor liefde
mens voor mens
de ziel is geen last voor dit lichaam
de mensentong is geen angel van een wesp
doe kinderen geen kwaad
ze zijn net speelgoed nauwelijks repareerbaar
weet moeders
de boom buigt als hij jong is
geef jullie kinderen liefde en genegenheid.
vergeet niet
kinderen zijn als zonnetjes
stralen door het huis
| |
Niet huilen moeder
Insjallah,
hopelijk
als je geluk hebt, dan krijg ook jij de kans, zoon,
zei mijn moeder
op een menswaardig bestaan in Europa
't was slechts een droom,
een honingzoet verlangen
het zogenaamde
paradijs Europa deelachtig worden
't is net
of mijn mond op slot zit
m'n tong beklemd
ik weet, woorden vergaan niet
als ik de taal van hier ontrafel
zal deze liefde in dit hart
door vele hoge bergen breken.
huil niet moeder,
hef voor mij geen klaagzang aan
kijk, ik huil toch ook niet.
een verlepte bloem
mijn gezicht lacht niet meer
wat blijft is de zon op jouw stralend gelaat
ik weet, wij hebben het gezegde
dat één kopje koffie goed is voor
veertig jaar krediet
maar de mensen hier
zijn toch een beetje anders.
alle handel gaat met geld
zodat zelfs een glas thee
nog niet genoeg is
voor een dag of wat krediet
zo anders
zijn ze met elkaar en in de handel.
huil niet moeder,
hef voor mij geen klaagzang aan
kijk, ik huil toch ook niet.
| |
Amandelboom
't wordt vroeg licht hier
maar de zon
is net een kamerplant
die neerziet op de grachten
vanaf de vensterbank
de regen weet van geen ophouden
de wind waait vrijpostig in 't rond
de herfstbladeren ritselen
onstuimig in de straten
ik echter zet mijn kraag op
dwaal verloren door de straten
ik zoek een vriend
een bekend gezicht
om goedendag te wensen
die groet gaat overnachten
's nachts bezit ik alle dromen
stel je voor
jij bent een amandelboom
met takken en blad'ren
en lichtroze bloesempjes
ik ben een bij
de boom heeft z'n tak als buur
ik strijk op jouw tak neer
een gast
ach
schud me niet af vóór ik honing heb
|
|