Dees Maas
The show is over
In gesprek met Frits Roelofs
Het Thomas a Kempiscollege in Arnhem is volgens Frits Roelofs, docent Nederlands, een school ‘waar onderwijsvernieuwing hoog in het vaandel staat, waar veel kan, veel gebeurt en dus ook veel fout gaat’. Net als in Den Haag willen ze in Arnhem kwaliteitsverhoging (‘Maar Den Haag wil dat voor minder geld; daar scheiden zich onze wegen’). Door het ministerie aangewezen als experimenteeerschool voor de Tweede Fase, kan het Thomas a Kempiscollege daadwerkelijk nieuwe wegen bewandelen. Bij Nederlands gebeurt dat in ieder geval al met enthousiasme.
Frits Roelofs zit zo'n twintig jaar in het onderwijs. ‘Na al die tijd kan ik uit de losse pols een les geven over de beweging van tachtig... hoef ik niet meer voor te bereiden. Dat geeft een veilig, maar tegelijkertijd benauwend gevoel. Ik moet nog twintig jaar. Hoeveel klassen zal ik en kan ik nog diezelfde les voorschotelen? En dan is het nog maar de vraag wat de leerlingen ermee doen. Op zo'n moment ga je zoeken naar manieren om het oude stramien vaarwel te zeggen.
Bovendien is vast komen te staan dat in het tertiair onderwijs veel havo-leerlingen mislukken. Ze missen blijkbaar de nodige discipline en zelfstandigheid.’
Vandaar dat Frits Roelofs het voortouw nam voor een project, waarin de oude, frontale manier van lesgeven wordt losgelaten. In plaats daarvan gaan leerlingen zo zelfstandig mogelijk te werk. ‘De leraar is niet langer de quizmaster van zijn eigen show. Hij geeft veel minder klassikaal les. Terwijl hij bezig is met het bijspijkeren van enkele leerlingen, bereiden de heel goede leerlingen in de bibliotheek een spreekbeurt voor. De leraar stelt de leerlingen in gelegenheid onderzoek te doen en te presenteren. Niet hij, niet het vak, maar de leerling staat centraal. Het vak is het ontmoetingspunt’, stelt Roelofs tevreden vast.
Op dit moment behandelt de sectie Nederlands in 4 havo de middelnederlandse literatuur. ‘Toevallig zit daar een moeilijke groep bij: weinig gemotiveerde leerlingen die heel wat energie van een leraar vergen. De klas functioneert absoluut niet als groep. Geen enkel sociaal besef. Als één leerling iets vraagt, is dat voor de anderen het startsein om te gaan kletsen.
Ik heb in twee lessen de basisstof middeleeuwen er doorheen gejaagd. Je kent dat wel, thema's, chronologische opbouw, stromingen, enzovoorts. Een ware spoedcursus middeleeuwen dus. Daarna kon ik ze met de deelonderwerpen zelf het bos in sturen. Ze hadden vier lessen de tijd om de deelonderwerpen te onderzoeken en er een verslagje van te maken. Ze moeten hun verslag ook presenteren aan de rest van de klas.’ Roelofs laat enkele verslagen zien: soms verraadt de lay-out een gedegen computervaardigheid. De leerlingen schreven