Tsjip. Jaargang 5
(1995)– [tijdschrift] Tsjip/Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 16]
| |
Anton van Hooff
| |
Iconen van antieke seksualiteitNatuurlijk is het maar de vraag in hoeverre zulke afbeeldingen de werkelijkheid van het antieke liefdeleven weergeven. Ter vergelijking: hoe zullen onze erotica over vele eeuwen worden gezien? Een latere generatie die onze zwoele reclamebeelden en seksfilms zal beschouwen als directe weergave van ons liefdeleven, zal een uitermate vertekend beeld hebben: zulke uitingen vertegenwoordigen nu eenmaal idealen. Op vergelijkbare wijze zijn produkten van de antieke kunstnijverheid iconen, die een uiterst complexe verhouding hebben met de realiteit. De antieke artefacten die in de afgelopen eeuwen bij opgravingen opdoken, vormden een welkome bevestiging van het literaire beeld van de oudheid als erotisch lusthof: alles wat God had verboden, lieten de dartele goden van de Grieken immers toe. De frivole Ovidius heeft altijd deel uitgemaakt van de literaire propaedeuse van ontwikkelde Europeanen. Zelfs op seminaries werd hij gelezen, hoewel soms in aangepaste edities. Zijn literaire kwaliteit stond nu eenmaal buiten kijf. Literaire schoonheid kan een didactisch probleem zijn; van de antieke letterkunde hebben we bijna uitsluitend hoogtepunten over. Al in de oudheid is - ten behoeve van het onderwijs - een schifting gemaakt. Echte triviale literatuur is daardoor nauwelijks overgeleverd. De inspanning die het lezen van authentieke Griekse en Latijnse teksten kost, maakt het niet de moeite waard leerlingen te confronteren met de technische geschriften die wel ‘vulgair’ van taal en stijl zijn, zoals een verhandeling over de geneeskunde van muilezels. | |
[pagina 17]
| |
Door een greep bevrijdt een vrouw, wel een menade, zich van een satyr
| |
Waarde van het antieke droomlevenOok Artemidoros' Droomverklaring (Oneirokritika) beloont de (jeugdige) lezer te weinig voor zijn decodeerinspanningen om de lectuur van het origineel tot een zinnige optie te maken. Alleen de kortheid van de meeste van de honderden beschrijvingen van dromen heeft didactische voordelen. In de praktijk zou ik een groot aantal dromen in vertaling aanbieden, met daarin enkele sleutelbegrippen in het Grieks, en dan een enkele passage integraal lezen. Want inhoudelijk heeft het werk veel te bieden ten behoeve van een onderwijs klassieken dat leerlingen vervreemding én herkenning wil bezorgen. In de loop van dit stuk geef ik een proeven van vertalingen, die een leraar op de geschetste wijze kan gebruiken. Voor tekstedities zal hij in universiteitsbibliotheken te rade moeten gaan.Ga naar eind1. Artemidoros' omvangrijke dromencollectie geeft ons de unieke kans binnen te dringen in het innerlijk van antieke mensen: dromen weerspiegelen bij uitstek de wensen en angsten van individuen. Wat dromen antieke mensen? Bijvoorbeeld dat zij opeens als gladiator in de arena stonden. Zij konden de gestalte | |
[pagina 18]
| |
aannemen van uiteenlopende soorten vechters, wat bewijst hoe groot de fascinatie van dit typisch Romeinse spel was. Waarschijnlijk hebben tegenwoordige voetbalfanaten een vergelijkbaar rijk droombestaan tussen de witte lijnen. De belangrijke rol die gladiatoren in Artemidoros' Oneirokritika spelen, weerlegt nog eens de opvatting dat de moordspelen niets voor de fijnbesnaarde Grieken in het oosten van het Romeinse rijk waren. De klantenkring van de droomverklaarder kwam voornamelijk uit het Aegeïsche gebied, het hart van de Helleense wereld: hij leefde in de metropool Ephesos. Nog een ander voorbeeld van de waarde van Artemidoros' dromenboek: in oudere geschiedenisboeken wordt het voorgesteld dat het antieke heidendom uitgeleefd was. De goden waren dood in de geest van de mensen. Hun lege zielen snakten naar het heil van Christus. Artemidoros, die in de tweede eeuw na Christus leefde, en zoals gezegd in een kerngebied van de antieke wereld, rapporteert echter dat mensen dromen van hun goden, met attributen en al: goden verschijnen in persona of als beeld. Menigmaal dromen de mensen zelfs dat zij goden of heroën zijn. De droomdeskundige rafelt de diverse visioenen uiteen en bevestigt zodoende hoe levend het aloude geloof was. | |
Deskundige droomverklaringWat Artemidoros tot een betrouwbare gids maakt, is de systematiek en gedegenheid van zijn werk. In zijn - elegante - inleiding verzekert hij de lezer van zijn grondige aanpak: ‘Wat mijzelf betreft, er is geen boek over droomverklaringen dat ik niet heb aangeschaft, omdat ik in dat opzicht grote gedrevenheid (φιλοτιμία) heb. Bovendien ben ik vele jaren omgegaan met de waarzeggers op de markt, hoe slechte naam dezen ook hebben, die als bedelaars, bedriegers en gespuis worden betiteld door de heren met hun eerbiedwaardige voorkomen en gefronste wenkbrauwen. Ik heb me van die reputatie niets aangetrokken, terwijl ik alles in het werk stelde om in de steden en op de festivals van zowel Hellas, Klein-Azië, Italië als op de volkrijkste eilanden inlichtingen in te winnen over oeroude dromen en hun afloop.’ Telkens weer beroept Artemidoros zich op zijn theoretische scholing, maar het is vooral de opgedane ondervinding (ἐμπειρία) die hem met gezag doet spreken. Regelmatig verwijst hij naar praktijkervaringen met terloops zinsneden als: ‘ik ken iemand...ik heb meegemaakt....anderen menen, maar in mijn ondervinding...’. Alles wijst erop dat dit geen frases zijn. Uit allerlei elementen blijkt dat Artemidoros een haast wetenschappelijke aanpak heeft. Hij heeft nagedacht over de methodiek, daarom maakt hij bijvoorbeeld een onderscheid tussen de droom en de slaapverschijning: ‘De droom (ὄνειρος) onderscheidt zich van de slaapverschijning (ἐνυπνίον) daarin dat de eerste betrekking heeft op de toekomst, de tweede op de bestaande situatie’ (1,3). Zulke ‘enhypnia’ zijn niet meer dan naijleffecten: dingen die men overdag | |
[pagina 19]
| |
heeft meegemaakt, werken eenvoudig nog na in de slaap. Betekenis hebben zij niet, in tegenstelling tot de ‘oneiroi’, die wel een voorspellende waarde hebben. | |
Kinderen zijn hinderenWaarvan droomden zij? Bijvoorbeeld van het vrouwenlichaam. Anders dan wel eens gedacht wordt, waren niet alleen de billen voor de Ouden lustverwekkend: ‘Vrouwenborsten die onberispelijk zijn (μαζοὶ δὲ πάσης αἰτίσς ὄντες) zijn gunstig. Als ze er groter dan normaal uitzien, maar de goede proportie en bevalligheid bewaren, betekenen ze het krijgen van kinderen en tegelijk van bezit’ (1,41). Overigens moeten we niet aannemen dat kinderen krijgen geluk vertegenwoordigt: ‘Te dromen peuters te hebben, laat staan baby's, en wel eigen kinderen, betekent zowel voor man als vrouw last. Het duidt op zorgen, pijnen en verdriet in verband met vrijwel onvermijdelijke problemen. Want zonder die is het niet mogelijk baby's groot te brengen. Ook een oud spreekwoord duidt zoiets aan. Het luidt aldus: Vrezen of lijden is een kind den vader te allen tijde
(Ἠ δέοε ἤ λύπη παῖς πάντα χρόνον)
Hierbij neemt het bij mannelijke kinderen nog een goede wending, maar meisjes duiden een afloop aan die slechter is dan de uitgangspositie, en ook materieel verlies. Want jongens nemen hun ouders niets af als ze zijn opgevoed, maar meisjes hebben een bruidsschat nodig’ (1,15). | |
Normaal en ‘paranomaal’Natuurlijk legt de seksualiteit een flink beslag op het droomleven. De gangbare opvatting dat het in de oudheid normaal was om even naar de hoeren te gaan, wordt genuanceerd in de volgende droom: ‘Met prostituées die voor bordelen staan, seksuele omgang te hebben betekent een beetje schande en een geringe uitgave. Want de mannen die zich met zulke vrouwen inlaten, schamen zich en zij geven geld uit. Maar deze prostituées zijn gunstig voor iedere onderneming. Ze worden immers door sommigen “onderneemsters” (ἐργάσιμοι) genoemd en ze lenen zich voor alles (...) Ik ken iemand die droomde een bordeel binnen te gaan en niet in staat te zijn de uitgang te vinden: al na een paar dagen stierf hij. Geen wonder dat het zo met hem afliep, want zo'n huis wordt “publiek” (κοινὸς) genoemd, zoals ook de plaats die de lijken bergt. Bovendien gaat daar veel menselijk zaad verloren (...). Ik ken een slaaf die droomde zijn meester te masseren: hij werd opvoeder en toezichthouder van de kinderen. Hij had immers in zijn handen van zijn meester het lid gehad, aanduiding van de kinderen. Aan de andere kant ken ik ook iemand die droomde gemasseerd te worden door zijn meester: vastgebonden aan een zuil kreeg hij talrijke slagen. Zo werd hij door zijn meester “geërecteerd”. Over abnormaal (παρανόμου) geslachtsverkeer moet het oordeel aldus luiden: met een zoon van nog geen vijf jaar klaar te komen (περαίνειν) be- | |
[pagina 20]
| |
duidt de dood van het kind, zoals ik vaak heb waargenomen’ (1,78). Live show van koorddansers
Er golden dus zeker wel grenzen voor geslachtsverkeer: omgang te hebben met (eigen) kinderen wordt als tegen de zeden, ‘paranomaal’ betiteld. Ook sommige standjes zondigden tegen de goede zeden: ‘Als iemand bij zijn eigen moeder binnenkomt, en wel aan de voorzijde, wat sommigen in overeenstemming met de natuur (κατὰ φύσιν) noemen, zal, als zijn vader nog leeft, haat tegen de vader ontstaan wegens de algemene menselijke jaloezie, of deze kan ook toenemen (...). Het is ongunstig rechtop te staan bij de coïtus met de eigen moeder, want bij gebrek aan bed of matras gebruiken mensen die stand (...). Een onbekende te pijpen is voor iedereen ongunstig behalve voor degenen die met de mond in hun levensonderhoud voorzien, zoals fluitspelers, trompetters, redenaars, leraren en dergelijke mensen’ (1,79).
Als vrouwen zich met hun Lesbische dromen bij Artemidoros meldden, had hij hun weinig goeds te spellen: ‘Als een vrouw door een andere vrouw wordt bevredigd, zal zij van haar man worden gescheiden, of zij wordt weduwe’ (1,80).
Het is duidelijk dat bij een ander binnen te komen de norm was. Alle andere seksuele activiteit wordt minstens met misprijzen bekeken. Ook masturbatie | |
[pagina 21]
| |
is sinister: ‘Iemand droomde zichzelf te bevredigen, een aanzienlijk man, pachter van grote belastinginkomsten. Hij kwam tot zo grote ellende, dat hij geen uitweg meer zag door de opeenhoping van schulden en zich uit het leven leidde (ἑαυτὸν ἐξαγαγεῖν τοῦ βίου). Logisch, want zozeer was hij verstoken van een ander lichaam en zo uitzichtloos was zijn financiële situatie dat hij volgens de droom de begeerte naar een ander lichaam opgaf, ofwel doordat er geen ander lichaam ter beschikking was om zich van te bedienen ofwel omdat hij niet in staat was ernaar op zoek te gaan of omdat hij geen geld kon spenderen’ (5,31). | |
De waarheid van de droomEen cultureel onderwijs dat artistieke uitingen in een context wil plaatsen, heeft behoefte aan informele, aantrekkelijke bronnen van een hoge informatiedichtheid. Artemidoros' dromenboek is een goed voorbeeld van zulk materiaal, dat dicht bij de realiteit staat en daardoor aan kunst het noodzakelijke reliëf geeft. Het literaire beeld van de antieke seksualiteit krijgt van de Oneirokritika menige retouche. Met een zekere nuchterheid worden seksuele deviaties beschreven, maar er zijn zeker grenzen. Bepaalde gedragingen kunnen niet door de beugel als zij op gespannen voet staan met de (goede) zeden, de ‘nomoi’. Inzake de erotiek is de wereld van Artemidoros nog vrij van christelijke bekrompenheid, maar zij hanteert wel - haast burgerlijke - fatsoensnormen. Er zijn goed redenen om aan te nemen Artemidoros' dromen een hoog historisch waarheidsgehalte hebben. |
|