Ingezonden
Onzorgvuldigheden van Hawinkels
In het aprilnummer van Tsjip publiceerde Koos Hawinkels een beschouwing over jeugdboeken in de tweede fase onder de titel ‘Daar ben je toch langzamerhand te oud voor.’
In het tekstgedeelte over Aidan Chambers zijn enkele storende fouten geslopen. Zo meent Hawinkels dat Nu weet ik het (1990) in 1991 ‘volkomen onbegrijpelijk’ een vermelding heeft gekregen van de Nederlandse kinderjury. Het zou inderdaad, gezien het karakter en het normale keuzegedrag van de kinderjury, behoorlijk onbegrijpelijk zijn als ze dit boek genomineerd hadden. Maar de werkelijkheid is anders: de kinderjury heeft dit boek helemaal geen eervolle vermelding gegeven. De griffeljury trouwens ook niet.
Vervolgens schrijft Hawinkels: ‘Het laatste, De tolbrug, is in 1994 zelfs bekroond door diezelfde kinderjury.’ Helaas weer mis. Het boek heeft in 1994 wel een zilveren griffel gekregen, maar die werd uitgereikt door de jury van volwassenen, de Griffeljury, die wel altijd behoorlijk op de literaire toer zit en ook minder toegankelijke boeken bekroont.
Verder heb ik grote moeite met enkele beweringen die Hawinkels over De tolbrug doet. Chambers zou zich vergalopperen in zijn techniek.’ Er zou zelfs een foutieve perspectiefwisseling inzitten. Chambers wisselt inderdaad vaak van perspectief en maakt het de doorsnee-lezer niet gemakkelijk, maar dat is iets anders dan vergalopperen. Bovendien is van een foutieve wisseling mijns inziens nergens sprake.
Volgens Hawinkels kent het boek een dramatisch hoogtepunt en een ontknoping ‘die slechts gedeeltelijk de vragen van de lezer beantwoordt.’ Het opmerkelijke van het slot van De tolbrug is nu juist dat het wel antwoord geeft op de in de loop van het verhaal gerezen vragen over het opmerkelijke optreden van de figuur Adam. Die verklaring wordt even duidelijk als rechtstreeks gegeven door de dokter, die Jany de situatie uitlegt als deze de inrichting bezoekt waar Adam verzorgd wordt.
Ruud Kraaijeveld