Tsjip. Jaargang 5
(1995)– [tijdschrift] Tsjip/Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 93]
| ||||||
Vijftig jaar RosenblattKent u haar nog? Louise M. Rosenblatt? Ze publiceerde in 1938 Literature as exploration. Een klassieker. Met dit werk zette zij de trend naar een didactiek waarin meer aandacht was voor de relatie tussen tekst en lezer; naar de readerresponse-theorie. In een tijd dat literatuuronderwijs vooral een kwestie van feiten en de ‘juiste lezing’ was, benadrukte Rosenblatt het feit dat ‘there are in reality only the potential millions of individual readers of the potential millions of individual literary works... The reading of any work of literature is, of necessity, an individual and unique occurence, involving the mind and emotions of some particular reader’(32). De ontwikkelingen in de literatuurdidactiek van de afgelopen vijftig jaar bewijzen de impact die boeken als deze hebben gehad. Als eerbetoon aan Rosenblatt publiceerden E.J. Farrel en J.R. Squire in 1990 Transactions with Literature. A fifty-Year perspective. Een handig boek voor docenten, die onbekend zijn met het werk van Rosenblatt, maar ervoor terugschrikken in een theoretisch standaardwerk te duiken (welke angst overigens in dit geval volledig ongegrond is, want Rosenblatt schrijft zeer helder en beeldend). In Transactions with Literature wordt door verschillende auteurs nagegaan wat nu precies de invloed van Rosenblatts werk is geweest. R.S. Bishop, K. Donelson en J. Dixon maken respectievelijk de balans op van het lager, het middelbaar en hoger onderwijs. De eerste twee beschrijven hoe de reader-response methode heeft geleid tot een opwaardering van het gebruik van kinder- en jeugdboeken in het onderwijs. John Dixon wijst erop dat de invloed van Rosenblatt zich tot ver buiten de landsgrenzen uitstrekte. Hoe vervolgens Rosenblatts theorie te gebruiken is in het klaslokaal beantwoorden R. Probst, Mary A. Barr en S. Dunning. Ook de onderzoekstraditie in de lijn van Literature as Exploration blijft niet onbelicht. ‘Can literature be rescued from reading?’, vraagt A.C. Purves zich in zijn bijdrage af. Oftewel, bestaat er in het onderwijs genoeg ruimte voor de individuele, emotionele leeservaring? Ten slotte komt in dit werk, hoe kan het ook anders, Louise Rosenblatt zelf aan het woord. Ze blikt terug op de periode waarin ze Literature as Exploration schreef en beschouwt de werking die dit boek vijftig jaar na verschijning heeft gehad. Hier vinden we de overweging die aan de basis staat van haar didactiek: ‘My training had prepared me for historical en theoretical research, but had not prepared me, I felt, for helping the average student discover why one should read literary texts, given all the other interesting things in life’(100). Transactions with Literature. A fifty-Year perspective is kortom een goed overzichtswerk, dat inzicht ver- | ||||||
[pagina 94]
| ||||||
schaft in (de werking van) de literatuuropvatting van Rosenblatt. | ||||||
Leesgedrag van tienersHet werk Understanding teenagers reading van Jack Thomson moet wel de goedkeuring van Rosenblatt weggedragen hebben, toen het in 1987 verscheen. Als onderwijzer ben je een heel eind als je de literaire teksten, die je behandelt, op een voor jou aanvaardbare manier in de vingers hebt. Daar heeft ieder zo zijn eigen methoden voor. Het kan wel eens meer problemen opleveren om werkelijk feeling met je leerlingen of je studenten te krijgen. Terwijl het geen argumentatie behoeft dat zulks de effectiviteit van het onderwijs in hoge mate kan bevorderen. Thomson onderzocht in 1978 en in 1984 het leesgedrag van tieners. Wat lazen ze, waarom lazen ze en wat vonden ze van de gelezen boeken? Daarnaast nam hij het kijkgedrag van dezelfde groep onder de loep. Welke programma's keken ze en hoeveel tijd brachten zij per dag achter de tv door? Het staat vast dat het ‘kijken’ in het leven van de meeste tieners een groter plaats inneemt dan het lezen. Bij het kijkgedrag valt op dat de leerlingen behoorlijk non-selectief te werk gaan. Ze zetten de tv aan en wachten af wat komt. Een programma dat ze laag waarderen brengt hen er niet toe de tv uit te zetten. Ze kiezen er dan eerder voor het tv-kijken met iets anders te combineren (breien, huiswerk maken, telefoneren etc.). Zo staan in Understanding teenagers reading vele wetenswaardigheden over het kijk- en leesgedrag van tieners beschreven. Thomson geeft vervolgens waardevolle suggesties hoe je bepaalde groepen lezers -van niet-lezers tot alles-lezers- kunt benaderen. Door het leesgedrag te verdelen in verschillende fases (van non-reflectieve interesse in actie tot en met reflectief leesgedrag met aandacht voor auteur, tekststructuren, -symbolen en de eigen rol als lezer), kan hij de verschillende lezersgroepen onderscheiden en zijn lesmethoden aan hen aanpassen. Aan de realisatie van ‘leesplezier’ als leerdoel gaat mijns inziens altijd een onderzoek naar de doelgroep vooraf. Het hoeft natuurlijk niet zo uitgebreid, maar Thomson geeft wel een goede manier aan waarop je je als docent kunt verplaatsen in je leerlingen. | ||||||
's Lands wijs, 's lands eerNadat aldus inzicht is verkregen in het leesgedrag, motivatie en interessegebieden van de leerlingen kan het een doelstelling zijn om diezelfde leerlingen kennis te laten maken met andere culturen. J. Trimmer en T. Warnock publiceerden hierover Understanding others. Cultural and Cross-cultural Studies and the teaching of literature. Zeventien essays maken de voorlopige balans op van de invloed van culturele studies op het literatuuronderwijs. Onder het kopje theories wordt beknopt de geschiedenis van ‘cultural criticism’ geschetst, wordt ‘genre’ besproken als een cultuurgebonden aspect, worden de mogelijkheden van het multicultureel literatuuronderwijs besproken en bekijkt men in hoeverre het vertalen een rol kan spelen binnen dat onderwijs. Discussies die we ook in het Nederlandse taalgebied veelvuldig voeren. Voor de meeste Tsjip-lezers zal het tweede deel ‘Contexts’ meer te bieden hebben. Hoe speel je als docent in op de televisie-cultuur? In hoeverre speelt de etni- | ||||||
[pagina 95]
| ||||||
sche achtergrond van leraren een rol in hun onderwijs? De meest bruikbare informatie vinden we echter onder het kopje ‘Texts’. Daar bespreken verschillende auteurs hoe je teksten in een bredere context kunt behandelen. Bijvoorbeeld hoe informatie over Afrikaanse mythologie en Afro-Amerikaanse folklore het grenzeloze geweld in Toni Morrisons Beloved begrijpelijk maakt. Voor docenten Engels die eens willen afwijken van lijst van gestandariseerde werken, bevat het boek waardevolle suggesties, hoewel het theoretische jasje, waarin alle essays gehuld zijn, belemmerend kan werken. | ||||||
Theorie in de praktijkTsjip-lezers die in hun vakliteratuur naast theorie ook praktijkvoorbeelden zoeken, vinden iets van hun gading in de bundel Conversations. Contemporary critical theory and the teaching of literature. Het eerste deel van dit werk bestaat uit zes bijdragen die tezamen een ware opfriscursus literatuurdidactiek vormen. Structuralisme, reader-response criticisme, canonvorming en poststructuralisme passeren onder andere de revue. In het tweede deel komen tien docenten aan het woord, die vertellen hoe zij de methodes toepassen in hun lessen. Met name voor docenten Engels is het interessant om te lezen hoe feminisme wordt gerelateerd aan Walden van Thoreau, hoe de canon doorbroken wordt metIncidents in the life of a slave girl van Jacob en hoe je Pride and Prejudice van Austen kunt laten lezen als meer dan een goede soap. In het tweede deel van Conversations worden theorie en praktijk op voortreffelijke wijze met elkaar verbonden. De verhalen uit de praktijk zweven nooit in het luchtledige, maar zijn altijd ingebed in een literaire theorie. Bovendien komt men de geïnteresseerde lezer tegemoet met een goede vermelding van bronnen en literatuur. | ||||||
literatuur
|
|