aangeleverd van de verplichte boeken. Het belangrijkste minpunt is dat er alleen maar Engelse titels op staan’.
Hoe zou Uw eigen lijst er uit zien?
‘Om te beginnen geloof ik absoluut niet in lijsten. Je moet het aan de leraren in de school overlaten om hun leerlingen te adviseren bij de keuze van boeken. Zij weten immers het beste wat aansluit bij de belangstelling van de leerlingen. De kwaliteit van een boek moet daarbij niet het belangrijkste criterium zijn, het gaat immers om de kwaliteit van het lezen. Het gaat om wat mensen doen met de literatuur die ze lezen. Doel van het literatuuronderwijs is het bijbrengen van een “life-long-love”. Een verplichte lijst zal die liefde zeker niet sterker maken. Geen lijst dus, wat mij betreft, tenzij een lijst van tenminste 500 titels ...’
Dat komt dus overeen met een voorstel dat door de subcommissie literatuurdidactiek die de CVEN moest adviseren is gedaan, maar dat niet is overgenomen door de CVEN. Dit terzijde.
De positie van wereldliteratuur in het Engelse onderwijs is geen gemakkelijke. Waarom vindt u het dan toch zo belangrijk dat kinderen daar mee kennis maken?
‘Het sociale aspect is voor mij het belangrijkste. Het is goed om te weten hoe andere mensen in andere landen en culturen leven. Via andere media, bijvoorbeeld televisie en film, maken we daar ook kennis mee, maar dat is heel anders. De beelden laten alleen de buitenkant van mensen zien. De literatuur gunt ons een blik binnenin: “hoe denken die mensen, wat voelen ze?” Dat vind ik veel belangrijker dan de kwaliteit van de boeken. Hoewel als ik eerlijk ben... je bent niet volledig opgevoed als je nog nooit kennis hebt gemaakt met bijvoorbeeld Homeros of Tolstoj’.
Is de situatie nog te veranderen, denkt u?
‘Deze regering kun je niet opvoeden wat dat betreft. Het enige wat je kunt proberen is via de opleidingen van leraren. Maar ook op universiteiten zie je een puur Engels curriculum. Het is echter niet zo dat wereldliteratuur niet voor iedereen toegankelijk zou zijn. Het niveau is zo divers dat het goed moet kunnen om voor verschillende leerlingen boeken/teksten te vinden die bij hun eigen niveau aansluiten. En uiteraard is de respons per niveau zeer verschillend.
Het is natuurlijk ook niet zo erg dat jonge mensen in Engeland helemaal geen wereldliteratuur lezen. Natuurlijke las iedereen 15 jaar geleden de boeken van Herman Hesse en 10 jaar later de werken van Umberto Eco. De interesse is er wel degelijk, maar het schoolsysteem doet daar helemaal niets mee. Incidenteel natuurlijk wel, maar structureel niets’.