Een verteller is nog geen schrijver
Het verhaal gaat verder... is een slecht gestruktureerd, uiterst rommelig geheel. Het grootste bezwaar dat ik tegen het boek heb is de volstrekt afwezige afbakening van de thematiek. Mensen die elkaar opbellen, lieden die in vergadering bijeen zijn, rondtrekkende troubadours in de middeleeuwen, bij Swagerman heet dat allemaal vertellen. Als een boek over zoveel zo uiteenlopende zaken kan gaan, gaat het over alles en alles ligt in zo'n geval heel dicht bij niets. Een enkel voorbeeldje uit de rijstebrijberg. Het eerste hoofdstuk behandelt het traditionele vertellen. Een aantal culturen passeert hier de revue. Drie pagina's Ierland, twee Frankrijk, drie Duitsland, twee Rusland, drie pagina's Eskimo's, drie India enzovoorts. Kan de uitkomst in zo'n geval anders dan oppervlakkig en te hooi en te gras uitpakken? Zeer hinderlijk vind ik in dit eerste hoofdstuk, maar helaas ook op andere plaatsen in het boek, de christelijk-joodse apostolische toon. Ronduit onverdraagzaam wordt Swagerman op pagina 33 waar hij schrijft: ‘Jupiter is een symbool, maar Jesaja is een inspiratie, een overtuiging. Zeus is dood zonder geleefd te hebben, maar Mozes is levend gebleven.’
De Griekse mythologie met onsterfelijke verhalen als de Oresteia, de Promotheustragedie, Orpheus en Euridice, heeft -naast de bijbelverhalen- meer dan tweeduizend jaar lang kunstenaars geïnspireerd. Tegen de achtergrond van die constatering is de opmerking ‘Zeus is dood zonder geleefd te hebben’ niet alleen onwaar maar ook dom en tendentieus.
Ik kan er ook niet tegen dat Swagerman alles wat oud, lang geleden en voltooid verleden tijd is, constant in de sacrale toon van de heiligverklaring bespreekt. Alsof alles in die oude culturen, van de Noordpool tot India en van India tot Japan, diep, wijs, waar, schoon enzovoorts was. Ik vind het naïef romantisch om daartegenover voortdurend af te geven op onze eigen cultuur. Daar deugt helemaal niets van. En het grootste kwaad is uiteraard weer de computer. Vroeger, ja toen we nog geen gas, electriciteit en leidingwater hadden, ja toen was het allemaal botertje aan de boom.
Een betrekkelijk klein deel van het boek gaat over verteltechniek. Dat biedt een en ander aan bruikbaars. Nuttig vind ik ook de informatie die Swagerman biedt op het terrein van vertelorganisaties en adressen.
Schrijvers zijn lieden die met succes iets kunnen opschrijven. Het feit dat schrijvers, vooral als ze goed verkopen, voortdurend opduiken in babbelprogramma's en zich ook voor allerlei bladen laten interviewen, heb ik nooit goed kunnen