Trou moet blijcken. Bronnenuitgave van de boeken der Haarlemse rederijkerskamer 'de Pellicanisten'. Deel 8: de boeken I, N, M en R
(1998)–Anoniem Trou moet blijcken– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 756]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Namen vande Personen die regierders vande Camer van Trouw Moet Blijcken door Last vande E. heeren burgemeesters der stadt haerlem de boecken vande Intreij hebben moeten behandigen als volcht
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 757]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 758]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 759]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 760]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 761]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Tverhael vanden Intree ende den gantschen handel als oock de Loterij4Item also daer bij die E. heeren de Burgemeesters ende den 5 gantsche raet der stadt haerlem voorgenomen is een 6 seeckere Loterij tot een opbouwing van een Out mannen 7 gasthuijs aldaer / So ist dat deur Lang vertreck het 8 selffde bij der hant genomen is deur dese nagenoemde personen 9 wesende Burgemeesters inden selffde tijden welcke 10 Burgemeesters hebben genommineert vijff personen dat bewint hebben 11 over die selffige Looterij waeren tot opbouwing der Ouden 12 mannen Gasthuijs / Aldaer
19Item also dese selffige Loterij sijn voortgan hebben soude so ist bij 20 die voorsch. bewinthebbers versocht Aende Bewinthebbers der 21 Ga naar margenoot+Camer van Trouw Moet Blijcken Om te hebben een Intree 22 van alle die hollantsche Cameren so wel dorpen als 23 Steden welcke voorschreven bewinthebbers Aende E. heeren versocht 24 hebben ende is ten Laetsten geconsenteert om also den menschen 25 tot een milde hant tot den Armen te verwecken | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Namen vande Regierders vande Oude Camer van Trouw Moet Blijcken ende Cameristen doen ter tijt waeren @ 1606 den 22 Octobris inden Intree
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 762]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
38Ga naar margenoot+Item Op den 13 Julijus anno 1606 so hebben de voorschreven 39 bewinthebbers vande Loterij aen ons keijsser Prins ende vinders 40 der voorsch Camer van Trouw Moet Blijcken voorseecker ende vast 41 toegeseijt dat bij die .E. heeren Burgemeesters ende den gantsche 42 wet den Intreij tot haerlem van alle die hollantsche 43 Cameren so steeden als dorpen geconsenteert is.
44Item op den .15. Juluij anno 1606 so hebben wij regierders der voorsch 45 Camer selffs voor die .E. heeren der Stadt haerlem geweest 46 ende met haerlieder gesproocken aengaende de saecke vanden 47 Intreij hoe en In wat manieren dat het toe gaen soude 48 ende Oock de voorschreven Oude Camer ende regierders 49 van dien het bewint ende uuijtvoer vanden Intreeij hebben 50 ende doen souden ende anders niemant ende also de Camers 51 te doen beroepen so steden als dorpen tegens den .22.en 52 Octobris anno 1606.
53Item den 17en Julij @ 1606 hebben wij regierders der voorsch 54 Camer wederom voor die .E. heeren Burgemeesters geweest 55 om te versoecken om die prijsen te mogen hebben van goet 56 silver ende na twee dagen geconsenteert is
57Item op den 20 Julij so hebben wij regierders der voorsz Camer 58 wederom voor die E. heeren burgemeesters geweest met een 59 formelier vande prijsen Om die selffige te mogen 60 Laten stellen bij den factoor vande voorsch Camer 61 In sijn Rethorijcke Caerte om so aen alle Camers 62 te mogen senden.
63Item op den 25 Julij so is bij mijn E. heeren burgmeesters 64 gepresenteert de Caerte die de voorsch factoor gecomponeert 65 heeft / ende na datse de E. heeren gelesen ende gevisenteert 66 hadde / so hebben sij Last gegeven om te mogen Laeten drucken 67 welcks also geschiede ende in welcke Caerte dese navolgende 68 vragen van een spel van Sinnen was staende als volcht 69Vrage van spul van Sinnen 70Ga naar margenoot+Die d'armen liefdich troost. wat Loon de sulck verwacht. 71 Als Oock wat straffe fel. die troostloos haer veracht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 763]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 764]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 765]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Op dintreede
Wat deucht oijt wracht. Een mensch barmhertich liefdich goet
Ga naar margenoot+En wat verschricklijck quaet. Een gierich mensch Onvroet.
Regel opt Refereijn.
Ga naar margenoot+Lieft ghij Christum het hooft. so troost dan Oock sijn Leeden
78Item op den 31 Julijus so sijn de gecommiteerde getrocken 79 Om aen alle die Camers de Caerte te bestellen 80 die in zuijthollant sijn so aen steeden als dorpen 81 also de selffige vande Camer broeders daer Trouw 82 Moet blijcken gecommiteert waeren als volcht
83Heijdrick Lambertsz. 84 Willem Sijmensz. 85 Willem Jacopsz knecht der voorsch Camer met Camers 86 blasoen om sijn hals
87Item op den .5.en Augusto @ 1606 so sijn die voorsch gecommiteerde 88 die de Caerte in hollant aen alle Cameren van 89 Rethorijcke. gebrocht hadden wederom thuijs gecomen 90 ende hebben gebrocht twaelff silvere blasoenen van ijeder 91 Camer sijn blasoen welcke silvere blasoenen hingen aen 92 een roo fluweelen bant op welcke bant stonde met groote 93 silvere Letteren twoort / Trouw moet blijcken welcke 94 bant den voorsch knecht om sijn hals was hangende
95Item men sal noch weten datter noch twee blasoenen aende 96 de voorschreven Camer van Trouw moet blijcken gesonden 97 werden ende nochtans niet op den Intree en quamen 98 te weeten
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 766]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
103Ga naar margenoot+Item op den 20en Augusto so hebben die Camers die Comen 104 Ga naar margenoot+sullen haer Anschrijving gesonden met seecke missive 105 gesonden aende voorsch Camer van Trouw Moet Blijcken 106 van wegen haer compste ..
107Ga naar margenoot+Item op den 16 Septembris so is de Lotinge vande Camer van 108 Ga naar margenoot+Rethorica geschiet / welcke Lotinge bij de .E. heeren der 109 burgemeesters der stadt haerlem gedaen is als volcht ...
123Ga naar margenoot+Item op den 20en Septembris so hebben die boven voorschreven 124 Ga naar margenoot+Camers haer wercken gebrocht op de Camer van 125 Trou Moet blijcken. / ende In Princen handen gelevert
126Item op den .21. ende 22en Octobris so sijn de boven geschreven 127 Camers gecomen. om Intreij. te doen. Welcken Camers 128 gelogeert sijn vier ende vier In drie plaetsen buijten Inden 129 hout te weten vier tot potagies derste de twede 130 vier tot paters die derde vier Camers tot . | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 767]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 768]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 769]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Namen ende plaetsen so die voorschreven Camers gelogiert sijn tot Laste vande voorsch E. heeren der stadt haerlem
147Item op den 22 Octobris @ 1606 op sondach smorgens ten .10. uren soo 148 heeft de Camer van Trouw Moet blijcken. haer optreck na buijten 149 gemaeckt om aldaer de voor schreven .12. buijten Camers met 2. binnen 150 Camers ende noch den recktoor en sijn scholieren in te haelen om 151 datse tsamen haer Intreij doen souden ende dat met vliegende vaendels 152 ende trom ijeder so hij gepersoneert was die van Trou moet blijcken 153 de tamborijn met de vendrich seer fraij gecleet een mercurius 154 voor aen met noch .10. personen gecleet met Lange roo Carmosijn 155 rocken met witte coorde geboort groene coussens witte schoenen 156 met roo sijen banden grauwe hoeden met roo en witte sije banden door 157 een gevlochten ende noch met seeckere getal van maechdekens die de 158 silvere prijsen buijten droegen ende also daer mee binnen quamen 159 welcke prijsen waeren voor die Camers die genen diet van Jugeerders 160 toegeleijt waeren ende met const verdient hadden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Namen vande Jugeerders van Magistraten gestelt
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 770]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Dese navolgende baladen sijn gesproocken van Een maecht
genaempt haerlem tot een wellecom aen alle die
Camers die haer Intreij deden te weten doude
5[regelnummer]
Camer van Trouw Moet Blijcken diese buijten
inden hout Inhaelden de twaelff gecomen
Camers ende noch twee binnen Camers van
Rethorica als Oock de scholieren van de voorsch
stadt haerlem met haer ijeder Adjunten de
10[regelnummer]
groote hout poort Incomende / bij Nijeuwe doelen
staende gerecht een fraij Cierlijck toneel
alwaer op was de voorsch maecht haerlem cierlijck
toegemaeckt Onder haer voeten hebbende tgewelt
van tirannije ende neffens haer sijde Pallas ende
15[regelnummer]
aen dander sijde de Reden / verciert met beijde
de stadts wapenen / ende tusschen ijeder clause die
sij sprack / wert vande stadtsspeelluijden gespeelt
ende so doortreckende van camer tot Camer onder
het toneel door treckende tot over de merckt ende so
20[regelnummer]
voorts de stadt deur so die schutters van Outs
plechten te trecken / ende so na de Camer met de
blasoenen
Haerlem spreeckt .Jan heijndricksz.
.blommendael.
25[regelnummer]
Wert vermaecklijcke vreucht (als nodich den mensch gepresen
veel meerder dan nutte stichtlijcke vreucht eerbaer
so danich is de vreucht / deser feest int wesen
als elck aenprijsende de heijlsame Liefde waer
en opt hoochste affschrickende vande snode giericheijt swaer
30[regelnummer]
Ga naar margenoot+al welckx streckt tot nudt der Arm Ou Mannen onmachtich
die dees feest dan Lastren verdiende billicx Laster / maer
diese prijsen en hanthaven /) eer en Lof deelachtich
sulcker een gh'u betoont o geleertsten Rectoor eendrachtich
met u mede magistrij dewijl ghij door die Jeucht
35[regelnummer]
dintredes sin so schoon afbeelt na tleven waerachtich
dies meer dan Lof en danck van uwer Jonst en deucht
Tis danck en eerwaerdich dat Leerlijck sticht en verheucht
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 771]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 772]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 773]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Lofflijck spelcoornken getrouwe Pellicaenisten
40[regelnummer]
Ga naar margenoot+siende en Aenmerckende met wadt ernst ijver en vlijt
tot Pierides spijt // na keffende Momisten
ghij tracht om dees vreucht en feest vermaert breet en wijt
heerlijck uijt te voeren tot der Armen nudt en profijt
Oock tot mijn en der Consten eer can dies doen niet minders
45[regelnummer]
dan u hertlijck te dancken met beloften tsijner tijt
sulckx weer te gedencken o' Jonstige Phebij kinders
Want Trouw Moet blijcken bij alle deucht onderwinders
Den godtlijcken Plato door Lang versoeck en bede
vanden Coninck Dionisio verwillicht om bij
50[regelnummer]
Ga naar margenoot+hem te comen woonen In Siracusia die stede
sich dies op wech begevende wert vanden Coninck hij
die hem tegen reet minlijck onthaelt en ontfangen blij
hem doende heerlijck sitten bij hem op sijn wagen
so wellecom hij hem was so wellecom sijdij mij
55[regelnummer]
O Orainge Lelij soet reuckich schoon int behagen
In liefd groeijende stiltmen best der Armen clagen
Dat liefd moet blijcken seer Constlieve Coorenaeren
bewijst ghij metter daet het welck in mij veroorsaeckt
Ga naar margenoot+sulcken vreucht meer dan ick met mond off tong can verclaren
60[regelnummer]
al waer ick als Demostenes wijs en wel bespraeckt
dies tot danckbaerheijt van dijn trouwherticheijt maeckt
wensch ick dij tot groet den vloet van Jovis gulden regen
met geduerigen Lof geluck wijsheijt en vreucht volmaeckt
voorts heet ick u welcom als weerliefdich tuwaerts genegen
65[regelnummer]
Daer Trou en Liefde blijckt rust welvaert door goodts segen
Een schip int midden der Mensch verslindende zee woedich
door Neptuni Eolij en Jovis grammich gewelt
Ga naar margenoot+so fel aengevochten dat niet alleen het volck mismoedich
maer selffs de schiplien met sulcken angst en vrees verselt
70[regelnummer]
dat door uuijttersten toevlucht met knien neergevelt
en gevouden handen elck schreijt tot godt met tranen Clachtich
so waerlijck elck dan wenscht om in vrijheijt te sijn gestelt
heb Ick Oock gewenscht dijn Compst / o' Roo Roosen / eendrachtich
weest wellcom dan ghij die Aensiet de Joncheijt. onmachtich
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 774]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+78Een minnaer door Jonst van sijn Lief heeft ontfangen
Ga naar margenoot+tblijmarich troostelijck woort na Langh verdriet en pijn
mach na des vruchts geniet so hertelijck niet verlangen
als mijn hert heeft verlangen na de bijcomste dijn
80[regelnummer]
ghij die Aensiet goodts Cracht / O haeselieren fijn
en sinrijck u vertoont sijt dies seer welgecoom
den heer geleijde dij een trouw Leijtsman alder vroom.
Geen vreuchde en bedroefde / geen troost Cleijnmoedich herte
Ga naar margenoot+geen dranck den dorstigen / geen spijs den hongerigen goet
85[regelnummer]
geen genees drancken den benauden siecken in sijn smerte
so verlusticht versterckt verheucht verquickt en voet
als uwe Compst mijn begeerich verlangich herte doet
O widt Acoleijen In const niet om vergelijcken
so vruchtbarich bedout met der hipocreim vloet
90[regelnummer]
weest dies seer welgecom en peijst tot deuchts verrijcken
Daer Liefd is tfondament Daer nootlijck Trouw Moet Blijcken
Als Tagi oft hermoni gulden sant Overvloedich
Ga naar margenoot+can den goutdorstigen so seer vergenoechgen niet
als dijnne schoon Imcompst O Aeckerboom Constvroedich
95[regelnummer]
een goet behagen in mij schept en baert want diet
recht aenmerckt moet bekennen dat ghij Liefd Aensiet
twelckt mij hertlijck dringht als oock sijnde door Liefd gedreven
u vrindlijck te bedancken en voorts so na redens gebiet
sijt ghij meer dan welgecom Castalides verheven
100[regelnummer]
den doot van nijt en strijt / is vreuchts en vredes Leven
Den soon Chitonis in Dolimpsche speelen heerlijck
Ga naar margenoot+eerprijs winnende door sijn cloecke manlijcke daet
tot groot vernoegen sijns vaders out wijs en eerlijck
sulcx dat te groote vreucht / snel afeet sijns slevens draet
105[regelnummer]
dees blijdschap is selsaem. weert in een Philosoph versmaet
doch acht dat door dijn compst / O Lavender blom Constgierich
mijn uuijt leven der Jonst geen minder vreucht ontfaet
dies weest meer dan welgecom ghij Minervisten vierich
hij diet al in allen is sij u door sijnen geest bestierich
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 775]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 776]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 777]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Gelijck door shemels Ooch mits sijne gulden straelen
Ga naar margenoot+het Licht der sterren blijck en des maents ondergaen
so welcken swert doorbreeckt verlicht de swerlts saelen
also oock door u gesicht sulck neempt vreuchd Licht aen
115[regelnummer]
mijn hert Ja minder niet dant oijt heeft noch ontfaen
so Aengenaem mij dit is so welcom moet ghij wesen
Cantijcke Lelij schoon die hebt uuijt Liefd bestaen
tot mijn en dijner eer en Armen nudt gelesen
die sich met deucht verselt heeft voor geen quaet te vreesen
120[regelnummer]
Paulus Emilius Roomsch hooftman hebbende als den vromen
Ga naar margenoot+den Coninck Perseus gevangen en sijn Lant becracht
des hij als cloeck verwinner sijn Incompst deed binnen roomen
Heerlijck Inrijdende met grooten Loff pomp en pracht
hoe feestlijck hij wert getoeft en opt Capitolium gebracht
125[regelnummer]
hoe blijdlijck gewelcompst. so tuijcht doch mijn geweten
dat met geen minder begeert ick u compst heb verwacht
en dies mij Immers so wellecom sijt door Jonst ongemeten
O galisbloemken die uuijt Liefd versocht u wel hebt gequeten
Ick Acht luccullus Epicurus bij hen Leven
130[regelnummer]
Ga naar margenoot+In hun Lecker Sardanaplitaensche maeltijden snoot
so grooten wellust des Lichaems niet con ancleven
of de wellust welcke door tgesicht der Oogen bloot
Insluijpende is int hert is Immers wel so groot
so danige smaeck ick nu door dijn Constrijck vertoonen
135[regelnummer]
O Goutbloemkens die wel schijnt opgevoet In musas schoot
die weest welgecoomen en gelooft voorts te verschoonen
tgeen gh'uut Jonst Begrepen hebt sal ick met woecker Loonen
Aristotimes een bloetdorstich Tiran onversadich
Ga naar margenoot+geweldich Tiraniserende met wreetheijt ongehoort
140[regelnummer]
over Deleusienen die hij veel Ongenadich
sonder schijn van recht met wijff en kinderen heeft vermoort
is eijndlijck door Elanicus en Chilo verstoort
tot verlossing en vrijheijt des volckx gedoot rechtvaerdich
met sulcken vreucht alsmen doen bij de borgers heeft gespoort
145[regelnummer]
heet ick u wellecom O Cooren blom In Const Aerdich
die tnudt Met genuchten Leert is boven al eer waerdich
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 778]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+79Gelijck als den Noordenwint de wolcken tot sich trecket
Ga naar margenoot+even also oock weldaet de herten der menschen goet
150[regelnummer]
al welckx tot deucht / vreucht / eer en vordring strecket
is sulcx.' peijst dies O Sonneblomkens Constjonstich vroet
dat die weldaet die ghij mij en d'arm Ouw mannen doet
dij tot geen meerder Loff blijschap en Jonst sal gedijen
twelck ick dij niet alleen wensch maer Oock heijl en voorspoet
155[regelnummer]
voorts heet ick u wellecoom met een hertlijck verblijen
Noijt Meerder vreucht dan doot deucht / tgoet Lijden en tquaet mijden
De vrucht des wijngaerts Ranckx soetsmaeckich can den mensche
Ga naar margenoot+so verheuchgen niet als thert door u gesicht
levendich sich verquickt met blijschap groot na wensche
160[regelnummer]
want niet alleen dijn const elck hert bedroeft verlicht
maer Oock den goeden troost den quaden Leert en sticht
hier van ick u bedanck .O. wijngaert Rancxken vreuchdich
gaet door Liefd boven .Al. af Jonst en twist ondeuchdich
De doot van ongeneucht gevoel ick in mijn sweven
165[regelnummer]
Ga naar margenoot+het Leven vande vreucht mij tharte so doordringt
waert mogelijck tbenaem mij als Sophocles t'Leven
o' vreucht te groote vreucht dijn wulpsheijt wat bedwingt
mijn hert is doch te cleen siet dat ghijer niet uijt en springt
stilt wadt / de compst geeft plaets der Edler wit Angieren
170[regelnummer]
diens const met vreuchde groot thert voorts vult Ja Omringt
dies ick die hertlijck danck met al dies dees feest vercieren
den hoochsten wil hun hert in Liefd Getrouw bestieren
173Ga naar margenoot+Item so haest als dese voorschreven xvj Clausen 174 gesproocken sijn geweest aen ijeder Camer tot 175 wellecom so heeft haer haerlem wesende de maecht 176 met Pallas ende reden haer datlijck vertoont 177 op de groote merck boven opt hoochste van 178 een toneel staende op de merckt welcke toneel 179 seer verciert was als na volgen sal / ende daer 180 werden vande stadts speelluijden seer heerlijck 181 met schalmeijen gespeelt ende voorts soo altesamen 182 met vliegende vaendel getrocken gelijckemen 183 plach van Outs met de schutterij te trecken so | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 779]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 780]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 781]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
186Ga naar margenoot+De Camers voorts een ijeder des selvigen Avent 187 wesende den 22en Octobris @ 1606. In sijn eijgen 188 Logement gebrocht met vliegende vaendels ende trommen 189 ende doen sij wij Camer broeders tsamen so wij 190 die voorschreven Camers In haer Logement 191 bestelt hadden op onse Camer van Trouw 192 Moet blijcken getrocken staende Inde Lange 193 veerstraet Inden sleutel tot willem Claesz 194 mandemaecker ende dit was tbesluijt van den 195 Intreij var dien dach wesende den 22en octobris @ 1606 196 volcht tbegin van smaendaech daer naer wesende 197 den 23en October @ 1606 watter doen geschiet is
198Item op den 23en Octobris wesende smaendaechs so heeft de 199 voorschreven Camer broeders haer wederom vertoont met vliegende 200 vaendel ende trom ende de thien voorsch personen met rocken ende hoeden 201 ende hebben doen de eerste Camer boven opt toneel gehaelt 202 ende gebrocht om haer bewijss vanden Intreij te Openbaeren voor 203 alle die gemeente ende doen deerste gedaen hadde so stonde 204 die navolgende gereet ende dat duerde deen aff dander an 205 tot den Laetste toe.
206Item dit toneel was staende op de merckt was seer groot 207 ende fraij verciert geschildert root en widt ende voorts boven 208 op een vertoning Oock fraij behangen ende daer boven een punt 209 al waer dat in stondt een Lustige spellcoren met den 210 Pellicaen seer fraij verciert op de friesen stonden aen 211 beijde sijden dit advijs.
van goodts gaef geeft doch siet // Ons Arm ouw Mannen teere //
want geeft gh'ons Liefdich ijet // dat leent ghij godt den heer //
lieft ghij dan uwen godt // waerom niet ons leden //
215[regelnummer]
Maer acht ghij niet tgebodt // Acht Eijgenheijt in Reden //
Item boven op teneel recht onder het punt Langs het tonel //
stonde dit navolgende Advijs ..
Om met Christo na wensch // in vreuchdich Eeuwich leven //
Met hem te sterven Mensch // moet ghij u Eerst begeven //
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 782]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Item dese navolgende xiiij Clausen heeft Rethorica gesproocken opt Overleveren van ijeder Caemer haer blaesoen is geschiet den 23en Octobris @ 1606. hebben oock met een verclaert haer Intree.
Ga naar margenoot+Rethorica spreeckt / Jan heijndrickz blommendael
O tijt gevleuchgelden tijt O tijt die snel vluchtich doorlijt
O grijsen Ouden tijt O tijt van spelen en singen
O tijt van vreucht en rou O tijt van vred en twist en strijt
O tijt slibbirigen tijt O tijt vol veranderingen
15[regelnummer]
O costlijcken ong'achten tijt O tijt verslinder aller dingen
O tijt hoe Langen tijt heb ick verlangt met menich geest
na desen tijt dien tijt Om vredich te volbrengen
Ga naar margenoot+dees mijn Constvreudige nutte strijtbare feest
O noijt geen tijt als desen tijt mij so wellecom geweest
20[regelnummer]
Ga naar margenoot+Gelijck een swaerlijck gevaen In een duijster kercker vast
voor een seeckren tijt om goet oft quaet van hem bedreven
Lijdende druck en pijn honger dorst en eijndlijck Last
hoop Lijdens troost brengt wel wadt verlichting beneven
maer o' so haest heeft den tijt hem geen vrijheijt gegeven
25[regelnummer]
den mensche vergeet sijn Leet thert is verblijt verheucht
sulcx dat dees vreucht overtreft sijn voorich pijnlijck Leven
even als Ick Rethorica een Leijster der deucht
een ontdeckster der waerheijt Leerlijck stichtende met vreucht
hier in cleijnachtings kercker Lang in banden gelegen
30[regelnummer]
door tschendich misbruijck tot mijnder smert en ongeneucht
smaeckt nu de meeste blijschap als hebbende vercregen
volcomen verlossing en vrijheijt door sheeren segen
en Jonstigen wil van dees mijn .E. heeren Lofbaer
om mijn seer Lieve kinderen tmijnwaerts hertlijck genegen
35[regelnummer]
te sijen te hooren en minlijck te spreecken met haer
O die vreucht die thert hier door heeft seg ick anderwerf waer
met geen hert te dencken noch met geen tongen uuijt te spreecken
met sulcken vreuchdich hert heet ick u wellecom eenpaer
40[regelnummer]
ghij die niet ontsiende Monij noch Mijda quae treecken
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 783]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Noch tgewelt Crimnia Compt herwaerts gestreecken
en tot nudt der Arm Ou mannen af beelding vroet
Chierlijck en constich om menich hert met Liefd tontsteecken
45[regelnummer]
wat deucht Oijt wracht Een Mensch barmhertich Liefdich goet
Ga naar margenoot+En wat verscricklijck quaet Een gierich Mensch Onvroet
Treet voorts dus O Orainge Lelij In Liefde groeijende.
Ondeckt mij tverstant us Intreets met reden soet
Toont dat Polimnia met haer gonst is besproeijende
50[regelnummer]
Oft als hadt ghij Nestoris tong soet honich vloeijende
Philopater met onrechtvaerdige gramschap ontsteecken
tegen de Joden om dat sij niet waeren geweecken
volgens sijn bevel van haer vaederlijcke wetten goet
heeft dies gedacht sich over die gevangen te wreecken
55[regelnummer]
gebiende door. die meeste wreetheijt te storten haer bloet
dies elck met tranen claer godt aenroept en valt te voet
Ga naar margenoot+die haer niet alleen verlost door wonderdaden Crachtich
maer verandert oock des Coninckx hert wreet gemoet
dat hij haer bewijst en doet / veel weldaets en Liefde sachtich
60[regelnummer]
met geen minder vreucht als elck hier door was delachtich
Ontfang ick u minlijck O Jonstige Coren Aeren
ghij die daer toont dat Liefd Moet blijcken waerachtich
wilt mijn den sin uws Intreets verstandich verclaren
want men hoort doch geen broot voor goe vrinden te sparen
65[regelnummer]
Wert den Olmboom bemint vanden wijngaert schoone
en ontfangt sij vanden Olmboom weer Liefde te Loone
is Oock de Tortelduijff so tot elcander gesint
Ga naar margenoot+hoe sou dan niet ick / der wijsen verciering en croone
bemimen die vande welcke ick heerlijck sij bemint
70[regelnummer]
sulckx sijt ghij Roo Roosen dies als een moeder haer kint
u beminnende en ick hertliefdich tuwaerts genegen
weest welgecom en volgens Reden mij Claer ontbint
tverstants uws Intreets doch wilt welspreeckentheijt plegen
want sulckx can dieren vogelen bomen en sterren bewegen.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 784]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 785]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 786]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 787]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
110[regelnummer]
Ga naar margenoot+Al Waert oock Socratas Diogenes en Seno vrij
Ga naar margenoot+Ja acht so noijt Deumenides haer te verblijden plegen
dat sij ten minsten soude vergeten haer helsche rasernij
Ga naar margenoot+so sij maer Aenmercken hoe Constich en Chierlijck ghij
u vertoont O Lavander / uut Leven der Jonst goedich
115[regelnummer]
Ga naar margenoot+Waer van ick u bedanck en sijt dies wellecom mij
voorts bid ick dij geeft mij van als claer bewijs spoedich
Door hooren en verstaen wertmen recht een saeck vroedich
Al mach Isidis beeltdragende esel sijn Ooren opsteecken
met den vliech op den disselboom sijn pluijmstrijckich smeecken
120[regelnummer]
Ga naar margenoot+al mach Momus schijndeuchdich met suerstemich gelaet
dees mijn nutte Constrijcke feest Lasterlijck verspreecken
Ga naar margenoot+of u affjonstich sijn hert eeten door boosen haet
Ja al mach ons discordia aen doen seer groot quaet
Ga naar margenoot+so hout doch dees vrees thert so treurich niet bevangen
125[regelnummer]
of tgeen ghij Lelitgen onder den dooren / uut Liefden bestaet
treck mij tot meerder vreucht dies blust doch mijn hert verlangen
volent dijn werck en weest seer vrindlijck van mij ontfangen
So grootlijckx tverwijt der gedaen weldaet is te versmaden
so prijslijck is danckbaerheijt der ontfangen weldaden
130[regelnummer]
den wijsen is dancbaer dewijl de wijsheijt belijt
Ga naar margenoot+dat weldaets gedenckenis naer Charitas toeraden
niet hoort out te worden maer Jeuchdich te worden altijt
Ga naar margenoot+dit schijnt van u wel aenmerckt met doorsichtige vlijt
Ga naar margenoot+en uut Liefden versocht O galisbloemkens const vroet
135[regelnummer]
dies ghij mij meer dan hertlijck welgecom sijt
vaert voorts dan / Acht geen berisp maer peijst in u gemoet
tberispen Lichter valt dan twel verbeteren doet
Den Lochthertigen Perseus deuchdich getrouwe
sich willich stellende in doots gevaer ten aenschouwe
140[regelnummer]
van twreet mensch eetende wanschapen watrigh dier
Ga naar margenoot+om te beschermen Andromeda de schoon Joncvrouwe
door wiens gesicht sijn hert brande inder minnen vier
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 788]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
145[regelnummer]
Ga naar margenoot+twelck hij eijndlijck versloech met vreuchdich gejuijch en getier
Ga naar margenoot+van al die hem haer en den Coninck deucht en eer Jonden
Ga naar margenoot+O Goutblomkens met sulcken vreucht ontfang ick u hier
wadt ghij nu met al dit volck mient wilt mij dies vermonden
Tgeen uuijt Jonsten begrepen wert is meest goet gevonden
150[regelnummer]
Gelijck den Gulden son niet voor haer selven schijnet
door wiens heerlijck Claerheijt tpurpurdus hemels verdwijnet
en g'lijck d'oge en d'ore voor hen selfs noch hoort noch siet
Ga naar margenoot+maer in sijn Ampt elck Lidt voor sich selfs sich pijnet
Ga naar margenoot+dat talles tot welstant van d'algemeen Leden geschiet
155[regelnummer]
Ga naar margenoot+so Oock een redelijck mensch Leeft alleen sich selfs niet
maer is Oock anders nudt Alsulcke toont ghij u te wesen
O Cooren blom dies ick u feestlijck wellecom hiet
en begeert dat ghij mij den sin uws Intreets wilt Lesen
weldaet doen Met genuchten wert bij Seneca gepresen.
160[regelnummer]
Ist datmen siet de Sonneblom haer sonne eeren
niet minder is oock o' mijn Sonneblomken dijn begeeren
Ga naar margenoot+om mijn verlichtende Sonne Inder consten deucht
door mijn glantz den mensche te stichten te Leeren
Ga naar margenoot+tot mijnder eer der armen tot nudt en Lust der Leersaem Jeucht
165[regelnummer]
Ga naar margenoot+sulckx is doorsaeck uwer Compst dies Noijt Meerder vreucht
O Apollinius kinders dan therte Nu smaecket
derhalven weest wellecom en so ghij Constrijckst meucht
Ondeckt mij tverstant uws mijn Lust na sulckx haecket
die tgoet met Lust te hooren selden tot deucht geraecket
170[regelnummer]
Ga naar margenoot+Geen geluijt van fluijten Luijten pijpen en Cimbalen
geen schireeus gesanck van swanen en nachtegalen
Ga naar margenoot+al stelde sich Demodicus met Arion med int getal
Ga naar margenoot+Ja hij die euridicus haelde uut Plutonis salen
Ga naar margenoot+en is d'ooren so behaechlijck of die van Lief boven Al.
175[regelnummer]
Ga naar margenoot+met haer en meer dan uutgebeelden droncken Nabal
sij d'ogen behaechlijcker en niet sonder reden
dus ontfang ick u minlijck en bid u toch te doen tverhal
O Constige wijngaert Rancxken dijn Intreden
Om tgeen den mensch Leert en sticht is weerdich gebeden.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 789]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 790]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 791]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Het Overspelich vrouken door Christum onsen heere
met wonder daet en reden gesproocken sijnde vrij
Ga naar margenoot+van d'alderstrengste doot na moijsis wedt en Leere
Ga naar margenoot+hoe verquickt getroost gerust hoe Lustich vrolijck en blij
185[regelnummer]
sij doen was nochtans acht dat ick gevoel in mij
Ga naar margenoot+en meerder Ja schier hemelsche vreucht door tnaspooren
der Cloecker diepgrondiger vinding als daer sij
tuuijtbeelden In gelaet ganck Cleding Constich na tbehooren
maer so veel u belangt O wit Angierken vercooren
190[regelnummer]
tschijnt ghij mij ijets onsterfflijckx des afgestorven toont
voldoet u werck ghij werdt na verdiensten geloont
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 792]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
223Ga naar margenoot+Item op den 24en Octobris anno 1606 so hebben die 224 Camers ijeder op sijn Lotinge begonnen te speelen somtijts 225 twee off drie op eenen dach ende wierden van twee vande 226 Camers broeders van Trouw Moet Blijcken gehaelt ende 227 thuijs gebrocht op ende aff vant toneel met haer rocken 228 sose den Intree gedaen hadden. //
229Item op den 29en Octobris so hebben de Camer broeders 230 van Trouw Moet Blijcken wederom met vliegende vaendel ende 231 trom opgetrocken na het toneel alwaer doen ijeder Camer op 232 haer Lotinge quamen om haer Refereijn ende Liedeken op den 233 selven sin te prononcieren ende te singen uwtwijsende Rethoricas 234 Caerte.
235Item op den 29 Octobris des Avents ontrent acht off negen uren 236 so hebben die Camers haer vierwercken begonnen volgens 237 de Caerte van Rethorica.
238Item noch op den selffden Avent so is de Loffelijcke 239 maeltijt geschiet welcke van mijn .E. heeren burgemeesters 240 geordonneert was tot Heijndrick Lambertsz inde nieuwe doelen 241 alwaer haer verscheen mijn Heer de schout mijn E. heeren 242 de Burgemeesters ende van ijeder Camer twee gequalificeerde 243 personen ende de Cameristen der Camer van Trouw. 244 Moet Blijcken
245Item op den 30en Octobris anno 1606 wesende des maendaechs 246 so sijn wij Camerbroeders wederom met vliegende vaendel 247 ende trom ende de voorsch personen met rocken ontrent den Avent 248 tusschen vijff en sessen ijeder Camer sijn prijsen thuijs. 249 gebrocht die welcke bij Jugeerders haer toegeleijt ende 250 met besloten missive ons gelevert werde.
251Item op den 31en Octobris anno 1606 des smorgens vroech so 252 sijn alle die Camers vertrocken ijeder na huijs toe 253 na datse hier thien dagen geweest hadden ende ijeder 254 sijn Affscheijt liet gesongen hadde .. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 793]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 794]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 795]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Item dese Lesende Prologe is gesproocken des smaendaechs wesende den 29en. Octobris @ 1606 des smorgens ten 9 uren van de Camerbroeders daer Trouw Moet Blijcken ende trocken nae het toneel staende op de merckt met vliegende vaendel ende trom ende daer na wierden van ijeder Camer haer refereijn ende liedeken op den selffen sin geprononciert ende gesongen.Hij die is / en was / en euwich sal weesen
die den doot heeft gestelt tot een straff der sonden
.2.
15[regelnummer]
Wiens goetheijt gaet boven al sijn wercken gepresen
hij die was en euwich sal weesen
.1
Van wien men inde bijbelsche schristen mach Leesen
dat hij ons heeft genesen // door sijn bloedige wonden
.2.
Hij die is en was en euwich sal weesen
die den doot heeft gestelt tot een straff der sonden
1.
Die wil door sijn gratij tot allen stonden
25[regelnummer]
onse Stathouder Graeff Mauritz hoochlijck vereeren
2.
Op dat hij mach blijven in vrientschap verbonden
met mijn Heeren Staeten die tvaderslant regeeren
1.
30[regelnummer]
Die wij Ootmoedelijck altsamen saluteeren
als onse Overheijt hoort mijn uuijtmeeten
.2.
Wij groeten Oock mede allen Loofflijcke heeren
die recht admistreeren // sijn geseeten
35[regelnummer]
binnen der stadt haerlem so elck mach weeten
als Schout en Bailliouw seer heerlijck befaempt
1.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 796]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
40[regelnummer]
Ga naar margenoot+Borgermeesters en scheepenen wij niet vergeeten
maer groeten haer eerbiedich want sulcks wel betaemt
2.
Oock alle goede burgers hoe sij sijn genaemt
die groeten wij en wenschen haer goodts gonts abondant
.1.
Op dat sij alle die hier Constjonstich sijn versaemt
van dit nudt noodich werck mogen smaecken trecht verstant
.2.
Te weeten desen regel en Liet eensinnich geplant
50[regelnummer]
Ga naar margenoot+Lieft ghij Chrisum het hooft so troost dan Oock sijn Leeden
.1.
Wel weerdich seg ick recht doorsichtich gemerckt want
wie Christum Lief heeft / inden geest en waerheden
sal willich sonder hoop van woecker goodts gaven besteden
55[regelnummer]
tot troost en hulp der Armen Out hongerich dorstich naeckt
.2.
Geluckich is sulcx mensch sijn gemoet rust in vreden
sterven acht hij voor gewin en sijn siele hemels vreuchde smaeckt
.1.
60[regelnummer]
Maer die sijn broeder niet troost heeft alree die Lieft versaeckt
goodts geest woont niet in hem maer Leeft in goodts ongenaden
in doots en duijvels banden verstrickt al welckx hem maeckt
Onrustich vreesich wanhoopich van goodts weldaden
.2.
65[regelnummer]
Derhalven om den Armen Christlijck en troostlijck te beraden
neijcht willich u Ooren en hert na tgeen men hier sal verclaren
hier toe wil u godt beg'nadigen en staen in staden
tot eere sijns naems uwer sielen heijl en tgemeen welvaren
1.
70[regelnummer]
Een ijeder sij dan stil en wil tgesnater der tong spaeren
wij Spelcoortgens Leergierich bidden u sulckx uuijt minnen.
elck sij hier me gewaerschout men sal terstont beginnen.
fijnis
Item doen nu de Camers haer Refereijnen ende Liedekens
75[regelnummer]
geprononciert ende gesongen hadden is alsdoen den Intreij
volbrocht ende geeijndicht geweest
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 797]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 798]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 799]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
78Ga naar margenoot+Item also die E. heeren burgermeesters der stadt 79 haerlem hebben geordonneert een schoone Loterije 80 voor een Out mannen huijs aldaer so hebben 81 sij geordonneert dat De Cameristen der Camere 82 van Trouw Moet blijcken soude het bewint hebben 83 om onder haer te bestellen Lesers Treckers 84 Nietroepers Rijgers welcke voorschreven Loterij 85 is begonnen te trecken op den 17en april des 86 smorgens te halff elff uren so haest als Een 87 maecht wesende Haerlem gesproocken heeft een 88 seecker Rethorijckelijcke gespreck staende ende beginnende 89 In desen boecke folij .84. alsomen Lesen mach.
90Item den 7en Junijus @ 1607 is dese Loterij geeijndicht 91 ende volbrocht na datse seven weecken ende drie dagen 92 geduert heeft / so hebben die voorschreven Cameristen 93 haer weder Laeten verschijnen met vliegende vaendel ende 94 trom ende twee oude mannen met die geenen die getrocken 95 gelesen genietroepers haer weder vertoont op het voorsch 96 Trecktoneel alwaer doen dese twee Oude mannen 97 een spreeckende prologe speelden welcke prologe 98 staet in desen boecke ende begint folij .86. also men 99 daer Lesen mach ...
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 800]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Item op den 17en Aprillis anno 1607 so heeft de Camer van Trouw Moet Blijcken Haerlem wesende een maecht op het Toneel vande Loterij gebrocht alwaer sij dit navolgende heeft gesproocken ontrent negen oft 10 uren des smorgens eer die Loterij begon uut te gaen oft begonnen te trecken ende so haest dit gesproocken was heeft men datlijck begonnen te trecken welckx geschiede te halff elff uuren ......
Haerlem spreeckt aldus ....
Welsalich is die stadt // geluckich die gemeent
daer wijssheijt reeden goet // met Regeerders vereent
Want daer Goodts wijsheijt bloeijt // sietmen goodts segen vloeijen
15[regelnummer]
en daer goodts zegen vloeijt // gemeents neringen groeijen
die nering welvaert baert // den welvaert Arrebeijt
nut voor den Ambachtsman // wijsheijt baert gehoorsaemheijt
want alst tgemeente siet / dat d'heeren wijssheijt bruijcken
getuijcht gemeentes hart // tis nudt ons haer te duijcken
20[regelnummer]
daer wijsheijt wijs regeert // is reden tot den endt
goodts naem men daer waert / Looft // Justicij ongeschent
Leeft / niemant sij aensiet // den doeck vast voor haer Oogen
het swaert heel in haer hant // tgelt wilsij niet gedoogen
daer wijsheijt d'heerens hart // met wijsheijt heeft doorwont
25[regelnummer]
en wijsheijt haer verwint // darmen tot geender stondt
vergaen in sulcken stadt noch Leven Lanck in pijnen
d'heerens toesichten sijn // voor darmen Medecijnen /
wel hem wiens oogen staen // hier op d'armen altijt /
en haer Ariadne is met sijn goet haer bevrijt /
30[regelnummer]
van Armoets sware doot // en doen haer doolhof Laten
het doolhof van Armoet // vol druckx so sijn haer straten
haer vloden tranen laeu // haer Lant baert deerlijck graen
haer boomen wanhoop teelt // van suchten sijn haer blaen
voort heeftmen wel gesien // wadt Loon de sulcken verwachten
35[regelnummer]
Die darmen liefdich troost // En Oock die haer verachten
wat Eeuwich straffen fel. // men Leest van menich stadt
hoe dat sij sijn gevelt // van godt der Aerden pladt
hij heeft middel genoech // tsij pest / Oorloch of branden
de Alderqaetste straff // hij beneempt die verstanden
40[regelnummer]
der heeren: maert blijckt sij // gedreven door goodts geest
genegen hier wis sijn // tot d'armen aldermeest
en hebben thaerder baet // om haer commer te swichten
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 801]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 802]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 803]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
45[regelnummer]
Ga naar margenoot+Gestelt een goe Loterij // om dou mannen huijs te stichten
danck heeren wijs gedaen // danck heeren (danck es waert)
danck borsten u gevoet // danck moeders u gebaert
danck godt Almachtich godt // ghij hebt heeft haer d'sin gegeven
danck heeren die ingeef van gode ginck ancleven
50[regelnummer]
O heijlsaem Haerlem // geluckich stede Out
hoe fraij ghij wort verciert // met deuchden en gebout
heijl ick mijn selver noem // tis d'oorsaeck het regeeren
want wel of quaet vaert compt // door wijs of sotte heeren
Dus gode die mij gunt // so wijse heeren goet
55[regelnummer]
voort haer sulcken gedacht // wil ick vallen te voet
en toonen danckbaerheijt // danckbaer is godes Leeren
voor weldaden gedaen // gaet godt danck hart begeeren
anders connen wij niet // bewijsen ijet aen hem
so moet hem groote Lof // bewijsen Oick Haerlem
Ghij Pallas wilt mij dan // Godinne van wijssheden
wijsheijt verlenen nu // om sijn naem recht verbreden
en knielt met mij ter neer / oock reden haest subbijt
Tis Reden voor weldaet // te Loven godt altijt
Hier knielense tsamen neder
65[regelnummer]
Geen dier op aerden Leeft // hoe wreet / woest ongemeten
die weldaet is gedaen // can weldaden vergeeten
Al hebt ghij heijlsaem godt // gemaeckt haer heel van aert
Onbesielt / spraeckloos // (het wispelen met den staert
Teecken van danckbaerheijt gaen sij haer doenden toonen
70[regelnummer]
haddense (wis) verstant // sij souden u anders Loonen
dus die ghij hebt gemaeckt // met siel verstant en tael
en weldaden gedaen // hoe sal sij doen verhael
u naem conen te vol / en eer genoch bewijsen
want hoe seer men u prijst // men can u niet volprijsen
75[regelnummer]
nochtans men schuldich sijn // ellick sijn best te doen. oon
Looft met mij Son en Maen // sterren aen shemels troon
Looft met mij boomen Cruijt // Looft godt met mij revieren
Looft met mij menschen al // Looft met mij visschen / dieren
Looft met mij al dan Leeft // Looft met mij vogels wilt
80[regelnummer]
O Elementen Looft // met mij u schepper milt
Danck godt euwich en reijn // (Alwetich godt / genadich)
rechtvaerdich endloos // (Almachtich onberadich)
Onvattich / Grondeloos // Danck heere Sebaot
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 804]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Danck toevlucht des bedruckts // barmhartich heijlich godt
danck sleutel / van Davit // Adoneij busscher toorens
Coninck der heijdenen // vlamme des wilde doorens
danck Jesse wortel goet // Septer van Israel
90[regelnummer]
Danck Alpha Omega // danck godt Eemanuel
danck godt die sulck gedacht // mijn heeren ginck verleenen
dat sij barmherticheijt // Cregen door d'armens weenen
danckooch die armen siet // hant die haer helpet wijs
danck godt des menschen hooft // danck godt der sielen spijs
95[regelnummer]
danck spijs / die sonden doot // waerdoor men compt int Leven
danck alles danckens waert // men can su niet vergeven
O heer mijn dancken Cleijn // ontfanget van mijn mont
voorwaer ick meenet heer // uuijt siels en shartens gront
danck heer die smenschen herdt // met Liefden heeft doorwont
Ga naar margenoot+Na goodts ingeven dan // en in heeren overleggen
hebben sij mannen vijf / goet Arms wijs gaen seggen
dat wel die heele saeck // uijt voeren souden sij
tot dou mannens profijt / alst blijckt aendees Lotrij
105[regelnummer]
en hebben naerstelijck // arms nudt altijt gaen soecken
daerom hoop ick sal godt // haer tot vreuchts eeuw vercloecken
voorde gemeente ghij // off vreemden die hier siet
Indien ghij crijcht geen prijs // wijtet mijn heeren niet
staet in fortunas hant / troost u tis voor den Armen
110[regelnummer]
en denckt dat godt u weer // hier namaels sal ontfarmen
eij toch eens boven siet / wadt dat daer staet geschreven
en oock tvoorhaerich wijff // deen sij gaet sijt al geven
vant tgoet / Ick danck u al // in dees Lotrij gedaen
u eeden straff geseijt // broeders vande Pellicaen
115[regelnummer]
Maer ick en twijffel niet wiltse recht onderhouwen
eet sweeren is niet cleijn // dies breeckt die compt in Couwen
nochtans ick schuldich ben // u.l te seggen dat
ben ick die steede niet // ghij dienaers van de stadt?
godt gun u tsamen al die vreden hemels rijcken
120[regelnummer]
Om d'armen altijt denckt // want Trouw Moet altijt Blijcken.
.I. IvBbommendal. van weesp Composit
Lijt. En. Mijt.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 805]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 806]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 807]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+Item op den 7en Junij @ 1607 so is het uuijtlesen vande Loterij gedaen ende uijtgelesen als doen so hebben de Camerbroeders van Trouw Moet Blijcken met vliegende vaendel ende trom ende met de personages met die rocken als vooren ende twee arme Oude mannen welcke dit navolgende besluijt gesproocken hebben ende daer ist mede geeijndicht de Loterij1. .2.
Wadt schartsen vreeucht ... Wat melodij.
1 .2
Noijt so verheucht .... Wat shartsen vreucht
1 .2.
15[regelnummer]
Och dits een deucht .... Ick ben so blij
1 .2.
Wat shartsen vreucht ..... Wat melodij
is ons Oude mannen sijnde vol melancolij
door goodts barmhertichet nu toegecoomen
.1.
Dewijl armoede was ons hartste partij
en traecheijt ons twimnen hadde benomen
.2.
Ock dat ellent en Jammer ons dede schromen
25[regelnummer]
sijnde als Jisrael tusschen twaeter en tswaert
die godt verloste scheijdende die see stroomen
.1.
Ofte als Bethuinien door holofernus bosen aert
swaerlijck belegert en onversiens bewaert
2.
Oft als samarien twelck was in sulcken benouwen
dat sij haer kinderen aeten twert u verclaert
en op eenen Ogenblick goede tijt mochten aenschouwen
1.
35[regelnummer]
Off als den Coninck van Juda Hiskia voltrouwen
wesende van Sennarib met grousaem volck beset
die al op eenen nacht mosten verflouwen
sulcx een engel hondert en tachtentich duijsent heeft verpelt
en Jerusalem verlost door Crachtich gebedt
.2.
voorwaer noch meer is ons nu geschiet
door de macht des Alderhoochsten somer wel op Ledt
.1.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 808]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+want doen wij waeren int uuijterste verdriet
ende ons so het scheen elck een verliet
2.
Ja dat voor ons nieuwers geen hoop was te mercken
1.
Heeft godt vanden heemel diet al doorsiet
cont gemaeckt sijn wondere wercken
.2.
En in der menschen herten tot ons verstercken
55[regelnummer]
een rechte middel willen vertoonen.
.1.
Waer door wij souden coomen uuijt droefheijts percken
twelck was dese Loterij niet om verschoonen
2.
60[regelnummer]
Vol heerlijcke prijsen waert te Croonen
van onse Magestraten ende goede heeren
gepractiseert om ons so te doen woonen
in hantreijckende rust na ons begeeren
.1.
65[regelnummer]
Daertoe oock veele Luijden met eeren
door godt sijn beweecht tot Charitaten
.2.
Die haer gelt hebben Ingeleijt in plaets van verteeren
om also te helpen ons arme desolaten
.1. 2
Och wadt geluckiger dach // Wadt voller maten
1
Hoe sullen wij u heere ten vollen prijsen
2
75[regelnummer]
Dat ghij de herten van ons magistraten
met sulcken verstant heb willen spijsen
dies moeten u dancksegging bewijsen
alle oprechte harten met een vrolijck gemoet
Lof sij u o' heere alderopperste goet
1
Wij dancken u van u groote weldaden
2
Die ghij ons hier nu bewijsen doet
.1.
85[regelnummer]
Want doen t'gebreck meest tegen ons heeft gewoet
hebt ghij ons vertroost door u genaden
en middel geschickt tot ons versaden
dies moeten u Loven alle tongen bequaem
die hier wandelen heere uwe paden /
2
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 809]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 810]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 811]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Gelooft sij inder euwicheijt uwen heerlijcken naem
.1.
95[regelnummer]
Want ghij hebt ons behoet voor schand en blaem
Laet ons toch hier namaels bij u niet veracht // sijn
.2.
Naer dien hier nu alle dingen volcomelijck gewracht // sijn
van schrijven trecken Leesen so elck mach aenschouwen
100[regelnummer]
so en sal hier geen doenlickheijt ander verwacht // sijn
dan dat wij eerbiedich alle mannen en vrouwen
hartlijck te bedancken die na schristuers Ontfouwen
gesocht hebben der armen Commer te stelpen // milt
dit ist tfondament daer wij vast op bouwen
105[regelnummer]
wie can den mensch deeren als godt hem helpen // wilt
.1.
Voor al bedancken Oock met hert en sinnen // wij
op datmen ons niet en heeft te beclagen
mijn E. heeren de Schout ende burgemeesters tot haerlem binnen // blij
110[regelnummer]
met d'ander heeren die de Last hebben gedragen
oock de bewinthebbers die bij nachten en daechgen
haer als getrouwe herten hebben gequeten
bidden o' heer Laetse u toch behaechgen
en wilt haer beloningh niet vergeeten
2
Ghij goede gemeente die met u presentij
ons dicmaels hebt vereert bij dagen en nachten
sijt oock hartelijck bedanckt voor u groote pacientij
waer door ghij menich werf hebt mosten wachten
120[regelnummer]
al quam daer somwijl wadt voort / daer ghij om Lachten
twas tot niemants vercleening hoort wadt hier vermont // is
wij bidden u hebt daerom geen quade gedachten
men seijt van Outs tis goet Jocken daer goe gront // is
.1.
125[regelnummer]
Nu keeren wij tot u O trouwe Pellicaennisten
bedanckende u hertelijck tot deser stonden
dat ghij mede als die niet en misten
in u devoijr so naerstich sijt bevonden
tot ons behulp / o' wel spreeckende monden
130[regelnummer]
die nimmermeer Last noch arbeijt can doen beswijcken
u Lof willen wij oock helpen Oorconden
want ghij toont te recht dat Trouw Moet Blijcken
.2.
Om u te bedancken willen wij mede Letten
135[regelnummer]
want ghij hebt u gedragen niet als den bloden
ghij Lustige blasers met u trompetten
uwen getrouwen dienst is niet om verpletten
.1.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 812]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Wij bedancken oock mede dienaers en booden
voor haer getrouheijt aen ons bewesen sachtich
.2.
Hier mede bevolen den heere almachtich
145[regelnummer]
die ons heeft door sijn soon altsamen bevrijt // blijt
.1.
Ende door den geest ons heeft herbooren waerachtich
waerom den helschen vijant nu grooten spijt // Lijt
.2.
150[regelnummer]
Wij bidden u ghij alle die nu hier ter tijt // sijt
hebben wij gefaelgeert wilt daer op smalen // niet
1
Christelijck en broederlijck sulcks van u smijt // wijt
want men behoort eens anders fauten te verhalen // niet
155[regelnummer]
Item hier blasen de Trompetten eens op
welck op toneel waeren deerst Ou man seijt
.1.
Vrienden vercooren Leeft nu doch heuchgelijck
ende Laet u doch niet al te seer verlangen //
.2.
Want men sal spoeden soo veel het is meuchgelijck
dat elck een sijn prijsen sal mogen ontfangen //
163Lang 111 regulen fijnis / Par Tobijas heijndrick swartsensz Copositij 164 voet den Armen 165Item dese na beschreven persoonen hebben 166 die looterij bedient so. leesers. Treckers Nietroepers
175Item men sal weeten dat ijeder Leser oft trecker oft nietroeper 176 hadde suijver gelt vijftich Carolus gulden behalven haer 177 mientpenningen ende ijeder Jonge die rijchde onder dach en nacht 178 ses stuijvers. ende de Loterij duerde .7. weecken en .2. dagen want 179 men begonne te trecken den 17. april smorgens te halff elffen ende ging uut 180 den 7 Junijus @ 1607. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 813]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 814]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 815]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Reeckening van de Regierders der Camer van Trouw Moet Blijcken bij haer uijtgegeven Sint den Intreij geschiet den .22.en Octobris. Anno .1606. tot den Jaere Anno .1610. den Lesten decembris ende is bij die Selffige Onderteijckent Alst blijcktDen 17en April
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 816]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 817]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 818]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 819]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 820]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 821]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 822]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 823]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 824]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 825]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 826]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Item dese nabeschreven Cameristen ende beminders hebben elck tot Camers eere ende dienste geschoncken ende betaelt een nieuwe stoel geteijckent met elckseender sijn devijse ende wapen ende elckx heeft betaelt .50. stuijvers anno 1600
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 827]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 828]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 829]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 830]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 831]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Register om Eenige stucken te vinden staende In desen boecken beginnende bijde folij
|
|