Trou moet blijcken. Bronnenuitgave van de boeken der Haarlemse rederijkerskamer 'de Pellicanisten'. Deel 8: de boeken I, N, M en R
(1998)–Anoniem Trou moet blijcken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 36]
| |||||||
Ga naar margenoot+Een ander Tafelspel van twee personages den Eenen Genaempt Idel Gepeijns Amoureuselick gecleet dander Goede wille slechtelick gecleet1
Goede Wille Die al dat is van niet gemaect // heeft
10[regelnummer]
en den mensch wrachte naer sijns selfs beelde
wiens Liefde tonswaert // altijt geblaect // heeft
die heere wiens goetheijt noijt duncken vergeelde
die wil u altesaemen verleenen deewijge weelde
sijn Liefde en blijschap moet u toe vloeijen
15[regelnummer]
heer bruijdegom vrow bruijt twaer quaet dat ickt heelde
die alle boomen en cruijden doet bloeijen
Laet u te saemen in voorspoedicheijt groijen
| |||||||
[pagina 37]
| |||||||
Idel gepeijns
20[regelnummer]
Om hier te weesen most ick mijn spoeijen
gegroet sij den bruijdegom en oick die bruijt
alle die hier geseeten sijn sonder eenich vermoijen
u sij oick te saemen een vriendelick saluijt
Goede Wille
25[regelnummer]
Wat ist Dat ghij sijt Laet hooren oft sluijt
dat ghij u wilt vermeeten
ick was in mijn materi ghij brengter mijn uuijt
tis wel een saeck om hier sijn verbeeten
hoe sijdij geheeten
Idel Gepeijns
Mijn naem sal ick u haest doen weeten
al die hier sijn geseeten sal ick wel bekent // zijn
Ick ben seer wonderlick vol secreeten
daer en was noijt feeste ick moster // ontrent // zijn
35[regelnummer]
dus coem ick hier mede want ick moet hier present zijn
| |||||||
[pagina 38]
| |||||||
Ga naar margenoot+offt spel soude gescent zijn dat hier is begonnen
dus en mach ick hier niet vandaen gewent // zijn
alle swaermoedicheijt wert van mijn verslonnen
40[regelnummer]
mijns gelijck Leeft niet onder der sonnen
ick soude u wel connen / al waerdi vergramt
veel blijschaps maecken dit wert u ontwonnen
hier en wert nijemandt Doer mijn geblaemt
Idel gepeijns soo ben ick genaemt
45[regelnummer]
seer hooch befaemt in Igelijcke gratie
ick breng hier met mijn soo die reedene betaemt
een costelick present tot deeser spacie
om hier te begiften uuijt goeder fondacie
Die bruijdegom en den bruijt tot haerder eeren
50[regelnummer]
welcke present beslooten is hoort die creaci
in smenschen wijsheijt wilt het wel grondeeren
Ick salt u presenteeren
Goede Wille
O Idel gepeijns men mach u wel onbeeren
| |||||||
[pagina 39]
| |||||||
Ga naar margenoot+dus wilt u keeren / ras hier van daen
want ghij bedrooghen hebt vrowen en heeren
al die u oijt hebben gehangen aen
u menschen wijsheijt ginct versmaen
60[regelnummer]
daer ghij ter werlt quaetheijt mee gaat browen
onder mannen en vrowen
Idel Gepeijns
Swijcht van dien u naect veel rowen
dat ghij u dus tegen mijn wilt vogen
65[regelnummer]
ick ben die naeste soo elcxs mach scowen
ter werlt Levende in smenschen oogen
segt doch wien heb ick oijt bedroogen
dat ghij mijn hier sout willen versteecken
Ick Domineer met grooter vermooghen
70[regelnummer]
in alle feesten onder clercken en Leeken
mijn en mach niet gebreecken
Goede Wille
Quaet en bedriechelick sijn u steecken
| |||||||
[pagina 40]
| |||||||
Idel Gepeijns
Bij Adam nam ick mijn eerste beghinne
en werden met hem uuijdt den paradijs gejaecht
80[regelnummer]
daer naer was ick bij Caim als hij creech inden sinne
dat Abel van hem sout werden geplaecht
Ick was oick stoutelick en onversaecht
onder smenschen kinderen Triumpheerende
alsmen Inden Arck ginck dit wert u gewaecht
85[regelnummer]
oick was ick Inden tooren van babel fondeerende
oick was ick Nemroth Informeerende
dat hijt beelt sijns vaders heeft verheeven
daer van daen was ick mijn in secreeten keerende
bij u Ramus en vasta daer veel aff is gescreeven
90[regelnummer]
oick heb ick saturnus in sijn warschap gegeven
dit selfde present dat ick hier heb gebracht
waer mede hij verselt was in alle sijn Leven
| |||||||
[pagina 41]
| |||||||
Ga naar margenoot+Juppiter heb ick oick hier mede versocht
95[regelnummer]
als hij trouden Juno dit wert u ontknocht
Esou Pelias in haer feestelijcke tijt
heb ick haer presentelick hier mede bedocht
ontfangende soo waren sij verblijt
en noch wel Dusent hoe seer ghij mijn benijt
100[regelnummer]
dus coem ick hier mede tot Deeser feeste
om u van swaermoedicheijt te maecken bevrijt
en vruechde te bedrijven tot deeser foreeste
als een Die meeste
Goede Wille
105[regelnummer]
Heer bruijdegom vrow bruijt smaect wel den keeste
van Idel gepeijns / ende smenschen wijsheijt mede
hij compt u besoecken met beveijnsde geeste
want waer hij verkeert en blijft geen vreede
hij heeft geweest tot menijgen stede
110[regelnummer]
waer hij oijt was most blijschap verhaeren
in corten Jaeren
| |||||||
[pagina 42]
| |||||||
Idel gepeijns
Ick en achts niet veel op u redens verclaeren
115[regelnummer]
die mijn met onrecht dus sijt blameerende
wat siet ghij voor een wilts openbaeren
waen siet ghij // hoe hiet ghij off wat sijdij hanteerende
Goede Wille
Ick salt u seggen sijts wel grondeerende
120[regelnummer]
waer ick ben verkeerende en mijns naems vermeeten
onder den kinderen goodts ben ick mijn geneerende
want goede wille soo ben ick geheeten
en dat ick hier coome dat suldij oick weeten
es om den bruijdegom en den bruijt te beschincken
125[regelnummer]
met een costelick present vol alder secreeten
dat ick hier brenge sonder eenijch mincken
is oprechte Liefde wilt hier op dincken
die gratij goodts heeft mijn hier gesonden
Tot Deser stonden
| |||||||
[pagina 43]
| |||||||
Idel Gepeijns
Noijt sulcxs vermonden
segt doch waer hebdij dus Lange gelegen
ick en sach u noijt // in straeten noch in steegen
135[regelnummer]
hoe cont ghij u Dregen // uuijt mijnen oogen
bij goodts kinderen can ick mijn oick voghen
sij en waren noijt bedroogen // off ick wasser bij present
soo ick met meenichte wel mach betoogen
daer ick mijn mede heb gemaect bekent
140[regelnummer]
soo haest als Loth uuijt sodoma was gewent
heb ick mijn tot Lots wijff en sijn dochteren gekeert
Ick Dede haer omme sien en ick wast fondament
dat die kinderen tsaet haers vaders hebben begeert
oick heb ick mijn bij agar en Ismael geneert
145[regelnummer]
als sij uuijt abrahams huijse werden verdreven
met mijn sijnse weder In hoocheijt verheeven
Goede Wille
Ick ben met Isack Inden huijse gebleeven
| |||||||
[pagina 44]
| |||||||
150[regelnummer]
Ga naar margenoot+bij den rechtvaerdigen Abraham ter selver daegen
Ick was hem oick ontrent tis claer beseven
als hij offerde sijn soon nae goodts behaegen
met goede wille heeft hij gedraegen
oprechte Lijefde soo ghij moecht hooren
155[regelnummer]
daer nae was ick bij Jacop sonder eenich verlaegen
Twelck was een man van godt vercooren
bij Josep den droomer was ick meede als vooren
als hij van sijn broeders werden veracht
In Egipten sijnde deet ick hem vreucht orbooren
160[regelnummer]
Doer goede wille heeft hij hem van sonden gewacht
waerom goodts geest soo in hem heeft gewracht
dat hij een prince over Jerusalem werden gestelt
tsijnder bruijloft heb ick mijn present gebracht
en tot meer ander soo u sal werden vertelt
165[regelnummer]
wien mijn bemint haer Droefheijt smelt
die gratij goodts sal haer verschoonen
met blijscap croonen
| |||||||
[pagina 45]
| |||||||
Idel Gepeijns
170[regelnummer]
Wat is u present
Goede Wille
Ick salt u thoonen
vrij sonder hoonen // eert Lange Lijt
mijn present is vreedelick // tot elcxs profijt
175[regelnummer]
tot dat deeser maeltijt // behoort ongemeten
siet daer ist aenschoutet met Jolijt
een ootmoedich hert is mijn present geheeten
heer bruijdegom vrow bruijt ick doet u weeten
draecht ghij ootmoedicheijt int herte binnen
180[regelnummer]
met oprechte Liefde vol alder secreeten
soo suldij een eenijge vreede beghinnen
niet alleen hier maer bij den coninck der seraphijnnen
want een ootmoedich hert is godt behaechelick
sonder dit en coendij malcander niet beminnen
185[regelnummer]
off tsoude hier naemaels weesen beclaechelick
dus weest Deen dander verdraechelick
want doer Liefde is alle dinck volmaect
dus in Lijefden waect
| |||||||
[pagina 46]
| |||||||
Idel Gepeijns
Oick sal ick wat thoonen dat anders smaect
hebdij hierom gecaect // en dus staen snerken
nochtans tis goet ende niet te verwerpen
maer u ent mijn sijn verde verscheeden
Goede Wille
Heer bruijdegom en vrow bruijt hoort nae mijn reden
dit present heeft geweest in tijen voirleeden
bij den Jongen tobias en sara sijn vrowe
waerdoer den viant es van haer vergleeden
200[regelnummer]
en hij bleeff in vreeden / bij die suvere kersowe
ootmoedich van herten elck Dit onthowe
want goede wille was tot haerder feeste
als een die meeste
Daerom sijn sij bespreijt met hemelsche douwe
205[regelnummer]
goodts engel bleeff bij haer tot den ende getrowe
oick heb ick bij alle propheeten geweest
die daer hadden goodts geest
bij hester susanna smaect wel den keest
| |||||||
[pagina 47]
| |||||||
210[regelnummer]
Ga naar margenoot+was ick onbevreest // ick Dede dees wijven
volstandich blijven
daer van daen ginck ick al omme drijven
doer geheel Israhel in dorpen in steen
hoort wat ick meen
215[regelnummer]
bij samuel salamon om haer gerijven
daer naer bij Den kinderen der Machabeen
als vroon hebben gestreeden
Ick was oick bij Maria die maget reen
als sij heeft ontfangen doer ootmoedicheijt alleen
220[regelnummer]
den soon des vaders eewich gebenedijt
die ons heeft bevrijt
ende heeft geblust ons alder geween
den macht des viants heeft hij vertreen
doer oprechte Liefde aennam hij den strijt
225[regelnummer]
dit seeker sijt
In die bruloft Johannes was ick mede int crijt
tot een Igelicxs profijt
dus heer bruijdegom vrow bruijt ontfanct met Jolijt
| |||||||
[pagina 48]
| |||||||
230[regelnummer]
Ga naar margenoot+een ootmoedich herte sonder eenich respijt
in oprechte Liefde van goede wille bereijt
soo suldij eewelick sijn verblijt
u vruechde sal duren als Die scriftuer seijt
tot inder eewicheijt
Idel Gepeijns
Tis recht bescheijt
ick kenne datttet is soo ghij hebt verbreijt
goodts wille is die wortel van alle deucht
nochtans moet hier mede sijn uuijtgeleijt
240[regelnummer]
tverstant mijns presents / waer doer ghij wert verhoeucht
nu om te aenschowen u selver veucht
dit is mijn present van grooter waerden
Onnutte sorge soo ghij Leesen moecht
daer ghij ten eijnde toe in moet volherden
245[regelnummer]
want wien deechtelijcke staet wil aenvaerden
Die moet sorgen voor alle dat hem mach gebreeken
huis en huijsraet hoort toe ghij vermaerden
cleer cost en schoen ten dient niet versteeken
| |||||||
[pagina 49]
| |||||||
250[regelnummer]
Ga naar margenoot+pap wiech en Lueren bedtlaekens en Deeken
vroeten en wercken dagen en nachten
en crijchdij dan kinderen soo dit is gebleecken
die moet ghij voor vier ende water wachten
altijt moet ghij heer bruijdegom Den esel slachten
255[regelnummer]
als u wijff thuis wascht soo moet ghij water halen
tkint Langen en reijken wilt hier op achten
dit Doende soo suldij uuijt haer prijs niet dwalen
dus wiltet in waerden ontfanghen
ghij moet sorge Draegen off tsoude u faelen
260[regelnummer]
voor toecoomende goen wiltet wel verstaen
Goede Wille
Al u vermaen
is niet geraen // in sheeren oogen
den heer seijt selver die schriftuer tuijcht plaen
265[regelnummer]
soect voor al het rijcke goodts nae u vermoegen
al dat u van noode is sal ick u toe voegen
In u uuijtgaen Ingaen sal ick u gebenedijen
u kinderkens sullen hem om u tafel vlijen
| |||||||
[pagina 50]
| |||||||
270[regelnummer]
Ga naar margenoot+als Jonge olijfskens weet dit voirwaer
die heer sal u selven van als bevrijen
een vrowe ootmoedich in Lijefden eerbaer
es een croone haers mans soo salamon scrijft claer
Idel Gepeijns
275[regelnummer]
Ick en hoorden mijn Dagen noijt sulcken maer
salmen Dan niet met allen sorgen
Goede Wille
Jaemen maer niet voor den dach van morgen
tes genoch dat elcken dach sijn eijgen sorge draecht
Idel Gepeijns
Eij hoort toch wat een bloet
en salmen niet sorgen om te sleepen binnen
soo souden wij Leven out en onver saecht
Lauij en Leckker naer ons selfs sinnen
285[regelnummer]
salmen niet vroeten / wercken noch winnen
maer sonder afterdencken in vruechden Leven
contrarij sal ick u doen bekinnen
waer doer ghij sult in ongeluck sneeven
| |||||||
[pagina 51]
| |||||||
290[regelnummer]
Ga naar margenoot+waerom heeft godt ons handen gegeven
voeten / gesicht / mont / vaet wel tbediet
verstant / en sinnen / tis claer bescreven
dan om te gebruijcken naer goodts onthiet
alsoomen wel siet
Goede Wille
Dat en missaeck ick niet
die handen / sijn ons gegeeven om slaven
die ooren / om hooren die voeten om draeven
tgesicht om sien / den mont om spreecken
300[regelnummer]
maer en wilt u in geen onnutte sorge steeken
ghij sult u best doen in alle u dingen
wercken en wroeten met groot verlingen
geeft hem die sorge die ons heeft verlost
tlichaem is meer dan die cleeren / tleven meer dan die cost
305[regelnummer]
wat conen wvij bedrijven met alle ons sorgen
Idel Gepeijns
Ick wilde ick u saech geheel verworgen
ghij wilt mijn hier ter plaetsen verdrijven
| |||||||
[pagina 52]
| |||||||
310[regelnummer]
Ga naar margenoot+Idel gepeijns sal nochtans hier blijven
geduerende dees feeste met mijn present
dat in smenschen wijsheijt is geent
Goede Wille
Ghij hebt seeker mennich hoff geschent
315[regelnummer]
dus haestelick went // en wilt u versteecken
Idel Gepeijns
Swijcht bloet ghij en hebt mijn noijt gekent
Goede Wille
Ghij hebt seeker mennich hoff geschent
Idel Gepeijns
Ick mach vertreckken maer mijn cracht blijft hier ontrent
ghij vent // ick salt noch op u wreecken
Goede Wille
Ghij hebt seeker memich hoff geschent
325[regelnummer]
dus haestelick went // en wilt u versteeken
heer bruijdegom vrow bruijt u en sal niet onbreeken
| |||||||
[pagina 53]
| |||||||
Idel Gepeijns
Hier mede uwen oorloff Tot deeser stont
blijft met Lijefden doerwont // ick wil vertreckken
want ick moet noch weesen tot veelderleij pleckken
in alle vleckken // moet ick mijn streckken
335[regelnummer]
om vruecht te verwreckken // onder vrowen en heeren
Goede Wille
Hier mede uwen oorloff ick wil mede passeeren
ter plaetsen daer ick noch ben gesonden
wilt malcanderen Lieffelick Informeeren
340[regelnummer]
om ootmoedich te Leeven tot allen stonden
op dat ghij in goede wille wert bevonden
soet van gronden // groot en smal
bewijst malcanderen Lieft met soeter tael
dit is geschiet doer Lieft is tprincipael
finis
|
|