Trou moet blijcken. Bronnenuitgave van de boeken der Haarlemse rederijkerskamer 'de Pellicanisten'. Deel 7: Boek G
(1997)–Anoniem Trou moet blijcken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 423]
| |||||||
[pagina 424]
| |||||||
Ga naar margenoot+Item hier begint Een fraij Estbatement vant Gelt de parsonages sijn dese
Gelt
Dus soudemen Collatien ......
Vrientschap
Dus soudemen accorderen .....
Schoone woorden
15[regelnummer]
Laetse sorgen die ons borgen ....
Gelt
Vliet alle temtatien ....
Vrientschap
Wilt solaceren ....
Schoone woorden
Dus soudemen colatien ...
Gelt
Dus soudemen accorderen ..
Vrientschap
25[regelnummer]
Dits Tleven van gratien ....
Schoone woorden.
Nu willen wij hoveren ...
wie druck heeft die stelt het uijt tot morgen
Gelt
30[regelnummer]
Dus soudemen Colatien .....
Vrientschap
Dus soudemen accorderen .....
Schoone woorden
Laet seg Ick sorger die Ons borgen
Gelt
Sijt vrolijck die treuren wil gae hem verworgen
wij willen ons aen geneuchte keren
Vrientschap
Hoe heet dese tavernne ....
Schoone woorden
Begeerte van eeren .....
daermen de geluckige inne ontfangt
Gelt
Heere godt mij heefter so seer na verlangt
45[regelnummer]
god danck dat Icker in mach drincken
Vrientschap
Tis de blijtste tavarnne diemen mach bedincken
sij doet dat eens herte verhitten mach
Schoone woorden
| |||||||
[pagina 425]
| |||||||
Ga naar margenoot+Maer diese als eijgen besitten mach
die is een caelge ....
Gelt
55[regelnummer]
Godt weet dats waer ..
maer tis de sulcke hij wenster naer
sij sal hem in lange niet gebueren
Vrientschap
Begeerte van eeren doet Lange gedueren
60[regelnummer]
In hoopen vierichlijck geaddeert
Schoone woorden
Men seijt die eenen nagel vergadert
hij crijcht int eijnde wel eenen gulden wagen
Gelt
65[regelnummer]
Begeerte van eeren moet mij behaegen
Ick hebber groote geneuchte in te sijn
Vrientschap
Maer / eer / te crijgen dat is de pijn
want de begeerte / hebben wel veel Lieden
Schoone woorden
Tbegeren en machmen niet verbieden
want dwenschen is vrij in allen spele
Gelt
Men geeft dit Jaer van drie wensche so vele
75[regelnummer]
alsmen tjaerent van eenen dede
Vrientschap
Gelt / vrintschap / en schoon woorden mede
sijn in begeerte van eeren geseten
Schoone woorden
80[regelnummer]
Seght vrij hier sittende deur vrolijckhede
gelt / vrintschap en schoon woorden mede
Gelt
Al mercktmen alder menschen zede
elck soude naer eere / hem selven vermeten
Vrientschap
Gelt vrintschap en schoon woorden mede
sijn in begeerte van eeren geseten
Schoone woorden
Hoe heet ons waerdinne ....
Gelt
Dat mosten wij weeten ....
en tbehoort haer toe dit schoone gestichte
Vrientschap
Dit ........
Schoone woorden
Ja ...........
Vrientschap
Sij macher Lichte .....
noch twintich hebben veel schoonder Juweelen
100[regelnummer]
uuijthoven / pachtgoeden borgen en casteelen
eesters en prieelen sonder gelijcke
Schoone woorden
Hoe is haeren naem dan ....
Vrientschap
Maer Aerts hemelrijcke ...
geen weerdiger onder schemels rinck
Schoone woorden gelt
Aerts hemelrijcke .. Jae.
| |||||||
[pagina 426]
| |||||||
[pagina 427]
| |||||||
[pagina 428]
| |||||||
Ga naar margenoot+
Schoone woorden
Wadt dat is een dinck ......
is dat vrouwken hier weerdinneken
Gelt
115[regelnummer]
Ja sij seecker .............
Schoone woorden
Wadt dat is een minneken ......
heer godt en souden wijse niet mogen aenschouwen
gelt vrindeken ......
Gelt
Wadt Ja wij in trouwen .....
sij compt hier haest clopt omden wijn.
Vrientschap
Daer en sal geen gebreck aen sijn
125[regelnummer]
smijt op de kanne en maeckt de tavaernne
Schoone woorden
Heij haelt den versche kanne
Aertsch hemelrijck
Mijn vrindekens gaernne ...
130[regelnummer]
drinckt vrij daer is genoch int vadt
Vrientschap
Heere god wadt vrindelijcker dier is dat
deur tsien worden alle mijn sinnen vro
Schoone woorden
135[regelnummer]
Waer alle de duijvels inde helle also
Ick trocker inne eer avont Ick wane
Aerts hemelrijck
Daer is den wijn drinckt van dien trane
hij sal u maecken een vrolijck moedeken
Gelt
Sidt Neder Joffvrouwe ...
Schoone woorden
Och Ja edel bloedeken .....
u Aenschouwen heeft mijn herte gerocht
145[regelnummer]
Ja al had Ickt om mijn hemde gecocht
Ick souts u Jonnen altijts in eeren
Aerts hemelrijck
God danck u Jongman .....
Gelt
150[regelnummer]
Wilt vreucht vermeeren .....
ende haer een vrolijck dronckgen bringen
Ick salt verwachten .....
Aertsch hemelrijck
Voor alle dingen ........
155[regelnummer]
prijs Ick solaes ende vreucht ....
Schoone woorden
Diet therte onstack heeft mijn verheucht
haer breng Ick Jolijt met desen droncke
Aerts hemelrijck
160[regelnummer]
Ick danck hem diet sprack ....
drinckt oft ghij meucht ....
Schoone woorden
Die therte ontstack heeft mijn thert verheucht
onder shemels dack gheen Liever Jeucht
165[regelnummer]
want tis altijt in mijn een voncke
die therte ontstack heeft mijn verheucht
haer breng Ick Jolijt met desen droncke
Vrientschap
| |||||||
[pagina 429]
| |||||||
Ga naar margenoot+Heere god oft so mijn keeltgen cloncke
Ga naar margenoot+so mocht Ick worden die geminde
maer hoe Ickt maecke mijn selven Ick vinde
recht als tcaproenken sonder hooft // fijn ..
Aerts hemelrijck
Dat plegense te seggen die best gelooft // sijn
en den clagenden is goet te helpen
Gelt
Mijn Lijden waer Oock goet te stelpen
180[regelnummer]
woudse mijn hooren die Ick minne
Aerts hemelrijck.
Lieve gesellen Jojeus van zinne
neempt in dancke mijn ruijt gewagen
Ick soude gaern uwen name vragen
185[regelnummer]
op dattet u sinnen niet en stoorden
Gelt Vrientschap
Ick heete gelt ... Ick vrintschap
Schoone woorden.
En Ick schoon woorden ......
190[regelnummer]
dus weet ghijt claer int naerste en spele
Aerts hemelrijck
Deur sulcke drie Luijden doetmen vele
Immers als ghij Lieden sijt besonder
Gelt
195[regelnummer]
Deur ons drien doetmen ter werrelt groot wonder
die den sin wel te degen begrepe
Schoone woorden
Men doet veel door schoon woorden
Vrientschap
200[regelnummer]
Noch meer door vrintschepe .....
Aerts hemelrijck
Maer aldermeest door tgelt voorwaer
Gelt
Tgelt is dmanneken ......
Aertsch hemelrijck
Daer hebdijt claer ......
wie geldloos is valt vanden dijcke
elcke manne hem daer op .......
Schoone woorden.
210[regelnummer]
O Aerts hemelrijcke ....
ghij sijt een bloem boven alle wijven
mocht mij so groot geluck beclijven
Ick soude gaernne blijven u dienaer cranck
altoos behouden eer en danck
215[regelnummer]
mijn Leven Lanck // en geen gebreecker
in uwen dienst sijn
Aertsch hemelrijck
Schoone woorden seecker ......
de Jonste die ghij sijt betogelijck
220[regelnummer]
en uws dienste gewillich / dancke Ick u hoochlijck
maer blijft gestadich In venus pleijne
tis vrempt hoet draijen sal
Schoone woorden
O bloeme reijnne .....
225[regelnummer]
verciert met alder Jubilatie
die naest den hemel hebt de hoochste gratije
| |||||||
[pagina 430]
| |||||||
[pagina 431]
| |||||||
[pagina 432]
| |||||||
Ga naar margenoot+Ick en mach der godtheijt niet voldancken
230[regelnummer]
wout ghij mijn achten ......
Gelt
Bij gants plancken .......
hoe wel can schoone woorden blasen
Vrientschap
235[regelnummer]
Lieve man sij can wel schalcke hasen
aerts hemelrijck en is so niet te verwinnen
Aerts hemelrijck
Jongelingen die eerst bestaen te minnen
en moeten tsop so heet niet suijpen
240[regelnummer]
maer met wijsheijt eerst wel versinnen
so salt haer niet Langs de vingeren druijpen
Schoone woorden
Dat souden wesen quade stuijpen
maer datmen saijt / tcan al niet dieden
245[regelnummer]
tis vreempt hoe davontuere vermost
en men can mijn Oock niet verbieden
te minnen op mijn eijgen cost
Aerts hemelrijck
Mint daer ghij wilt Ick ben verlost
250[regelnummer]
Ick ben met stuijpen oft met nijgen
noch Oock met schoone woorden niet te crijgen
ten is also niet datmen den haring vangt
Vrientschap
Aerts hemelrijck daer mij na verlangt
255[regelnummer]
als naer den berch van goude fijn ..
Ick creech so gaeren die hulde dijn
mochtij mij gebeuren noijt blijder man
Aerts hemelrijck
Seecker vrintschap hoort mij nu an
260[regelnummer]
elcken onvermindert van zuijden oft noorden
Ick soude meer doen door u / dan door schone woorden
want u betrou Ick van alder deucht
want ghij sijt vrintschap
Vrientschap
265[regelnummer]
O beminde Jeucht .....
weet dat inde cracht van mijnen persoon
en creech noijt mensche fraude noch hoon
maer enige sochten de proprieteijt
uws naems en tvinden was hem ontseijt
270[regelnummer]
want dien boeck hadde dobbelt couverture
Aerts hemelrijck
uwe Jonste begeer Ick tot alder uure
maer mij selven en geeff Ick niet wats geschiet
vrintschap / noch schoone woorden siet
275[regelnummer]
Ick wil mijn roosgens al bedt besteden
Schoone woorden
Wel Lieve vrintschap sijt toch te vreden
op u oft mijn en slaet sij geen achte
wij moeten op dees tijt babbeken slachten
280[regelnummer]
wij en sullen niet Aengaen geen van beijden
Vrientschap
Al mocht Ick uuijt begeerte van eeren scheijden
| |||||||
[pagina 433]
| |||||||
285[regelnummer]
Ga naar margenoot+Lichamelijck elck Wilt versinnen // snel
mijn hert salder blijven binnen // wel
want Ick hooper noch te wonen vrij
Gelt
O Aerts hemelrijck wat segdij van mij
290[regelnummer]
Ick en can toeven / noch schoon spreecken
maer Laet niet corten verhaele Leecken
een woort van trooste met blijden sinne // goet
Ick heet gelt ......
Aerts hemelrijck
295[regelnummer]
Ghij sijt mijn minne // soet
gelt vrint ghij maeckt mijn hert wacker
Gelt
Hoe / ben Ick met u ......
Aerts hemelrijck
300[regelnummer]
Ghij sijt mijn macker ....
ghij hebt voor al de naeste mate
Gelt
O dat Ick dan troost van u gevate
dat bid Ick u vrindelijck boven // al
305[regelnummer]
bij trouwe die Ick u beloven // sal
op aerde en vondij noijt mijns gelijcke
Aertsch hemelrijck
Ga naar margenoot+Wij sullen wel spreecken ....
Gelt
310[regelnummer]
Och aertsch hemelrijcke
wilt mij voor u Lieffste prijsen
Ick ben toch tgelt
Aerts hemelrijck
Mijn hert doet ghij rijsen ....
315[regelnummer]
Ick houde u voor mijn vrint bekent
maer tgelt en dooch niet sonder regiment
al hadde een al des werelts schadt
Leggtet stil wat acht Ick dat
men moetet profijtelijck verwijgen
Gelt
Wadt soud Icker mee maecken
Aertsch hemelrijck
Suijchbenen om crijgen .....
daer men in rijckdom bij wordt gepresen
325[regelnummer]
so moochdij in eeren hier waert wesen
en hebdij Aertsch hemelrijck tuwen wille
Gelt
Hoort Ick en sitte niet Langer stille
maer schoon woorden en vrintschap mijn gesellen
330[regelnummer]
willen sij hem selven ten wegen stelle
met mij daer Ickse Leden sal
Ick weet ons suijchbenen sonder getal
men salse ons geven na toebehooren
Aertsch hemelrijck
335[regelnummer]
En wie salse geven ......
Gelt
Een goet heer vercoren .....
een groot monsieur hij heefter gaijnghe
hij sal ons elck geven versaijnge
340[regelnummer]
Ja connen wij slechs heijsschen ..
Aerts hemelrijck
Nu hoort tot mijnder paijnge
| |||||||
[pagina 434]
| |||||||
[pagina 435]
| |||||||
[pagina 436]
| |||||||
345[regelnummer]
Ga naar margenoot+Die de meeste suijchbenen sal brengen bij
van u drien / van wat soorte dattet sij
knockelen pijpen ofte rebben
die sal mij tot sijnen wijve hebben
en daer op stellen wij dit gelach
350[regelnummer]
elck doe sijn beste
Schoone woorden
Nu tvaere alst mach ....
Ick sal Immers mijn deel avontueren
Vrientschap
355[regelnummer]
So sal Ick mede / wat connen wij verbueren
want metten gelach / so sijn wij quijte
Gelt
Nu hier mede gaen wij met Jolijte
Vrientschap
360[regelnummer]
Wilde die heer mercken / mijn vijte
Ick hoop mijn soude geluck geschien
Schoone woorden
Nu wij nemen Oorloff tot een wedersien
wij gaen om suijchbenen onder ons drien.
Loos propheetgen
Waer blijven nu dese Offijcien Jagers
dese waegebaerders dese pluijnnme dragers
dees nijgers dees stuijpers / dees achtercnapers
compt voort Laet sien waer beijdij ghij gapers
370[regelnummer]
mijn heer die is geseten In sijnen stoel
hij en heeft van vreuchden nu geen gevoel
want sijn hooft dat steeckt vol rijnscher druijven
men mach mijn herte geen tijt badt huijven
dan als hij wel gheten en gedroncken heeft
375[regelnummer]
dan is hij die milste man dier Leeft
hij sout wel al wech geven goet en quaet
Maer Ick Loosprophetgen / dat ghijt verstaet
Ick woone met hem Ick ben sijn clerckxken
dus moet Ick oock Lose slaen vant vercxken
380[regelnummer]
mijn handeken moet mede gesalft // sijn
somtijts gevierendeelt somtijts gehalft // sijn
somtijts meer en somtijts min
Immers Ick Arbeijde om mijn gewin
mij en roert niet wiet tegen gaet oft mede
385[regelnummer]
comme die wil hij vint hier stede
Noijt beter pas van al mijn Leven
hier sijn den duijvel van suijchbenen te geven
dese groote mande die staet al vol
diet nu versuijmen sijn caterdol
390[regelnummer]
want mijn heer is dronckender dan een swijn
sidt hij niet wel soot blijckt int aenschijn
met dien suijchbeen in sijn handen
dat heeft hij al geraept uijt dees manden
daer sal hij elck sijn passpoort me geven
395[regelnummer]
tis al bereijt compt nichten en neven
| |||||||
[pagina 437]
| |||||||
Ga naar margenoot+Die mij mijn handen best stoffeert
die wort van mij opt hoochste gewardeert
400[regelnummer]
het is toch in allen hoven Oijt so gesien
Gelt
Ick sie den heere ......
Vrientschap
Tis een schoon Ingien ......
405[regelnummer]
om Aenschouwen .......
Schoone woorden
Dat ist voorwaer .....
Gelt
Oock bemint hij suijchbenen dats claer
410[regelnummer]
want hij heeft een groote merch pijp inde hant
Vrientschap
Seecker so weet hij oock veel te bet
wadt oock een hongerijgen mage Let
dus gaen wij hem toe met snellen kere
Gelt
Knielen wij neder .....
Vrientschap
Goeden Avent Lieff heere
ons drie dochten dat wij hier behoorden
Schoone woorden
Gelt / vrintschap / en schoon woorden
die sijn hier met gereeckender somme
tot uwen besten ....
De Heer
425[regelnummer]
Vrinden sijt willecomme ....
wadt sijdij / begeerende elck een meetgen
alle drie tsamen
Ja wij Lieff heere ......
Een Heere
430[regelnummer]
Spreeckt Loos propheeten
die sal u wel elck ende altsamen stofferen
soot noot is .........
Vrientschap
Godt groet u Loos propheten .....
Loos / phropheeten
Wat seggen dees heeren .......
gelieft u ijet sonderlinckx ontdeckt u menen
Schoone woorden
Jaet / wij hadden gaern hier suijchbenen
440[regelnummer]
om op te Leven / een deelken tijts
Ga naar margenoot+want begeerte van eeren is ons Logijts
ende wij souden gaernne meer winnen
Loos phropheeten
Nu wel aen Ick can die saeck wel versinnen
445[regelnummer]
hier sijn suijchbenen van als planteijt
maer u namen waeren mijn goet geseijt
op dat elck Ick naer sijn begeerte schicke
Schoone woorden
Ick heen schoon woorden ...
Vrientschap
En vrintschap heet Icke
| |||||||
[pagina 438]
| |||||||
[pagina 439]
| |||||||
[pagina 440]
| |||||||
Ga naar margenoot+Na suijchbenen ben Ick seer gehelt
455[regelnummer]
mochtense mij gebeuren ...
Gelt
En Ick heete ghelt .....
Ick namer gaeren een goet getal
Loos propheeten
460[regelnummer]
Tjan gelt ghij sijt die best van al
salder ijemant ijet hebben / dat sult ghije // sijn
Schoone woorden
Ick sal Oock en weet wie // sijn ...
Loos propheeten
465[regelnummer]
Nu ondeckt uwen staet // sonder verlaet
Schoone woorden
Heer mits dat seer verde bekent gaet
uwen edelenmans naem en u edel Leven
so bid Ick u hertelijck boven schreven
470[regelnummer]
dat ghij mijn geeft met Jonsten fijne
uwen duijnmaijer Langs der zee te sijne
groote saecke en begeer ick niet
ende wadt u hooge bevel gebiet
aen mij ghij vint mij voor en naer
475[regelnummer]
altoos u eijgen ......
Loos propheeten.
Sijn duijnmaijer sijn Jae .....
dat suijchbeen heeft den duijvel veel merchs // in
oock ben Ick gecomen vanden goeden slecht
Schoone woorden
En Ick ben schoon woorden Ick hebber niet veel erchs in
Oock ben Ick gecomen vanden goeden
Loos propheeten
Hebdij gheen hantschrift en hartsalff /
Schoone woorden
Tis seecker goet te bevroeden
dat het schadt der Jongers is een cranck gestel
Loos propheeten
Heer wadt seghdij ......
Een Heer
Ick en hoor niet wel .....
tmost anders Luijen sou Ickt verstaen
Vrientschap
Heer Ick heb u meijnijngen dienst gedaen
495[regelnummer]
hier voortijts tmach u wel kenlijck sijn
want vrientschap so is de name mijn
om een quaet Leven te beschutten
so geeft mijn een suijchbeen te nutten
dat Ick wesen mach als een goet behager
500[regelnummer]
uwen oppersten valcken Jager
Ick sal u dienen alle mijn Leven
Een Heer
Spreeckt Loos propheetgen ...
Loos propheeten
505[regelnummer]
Wadt meuchdij geven ...
Vrientschap.
| |||||||
[pagina 441]
| |||||||
Ga naar margenoot+Niet maer vrintschap so ben Ick genaempt
Loos propheeten
510[regelnummer]
Weet ghij den wech wel die ghij quaempt
Vrientschap
Ja Ick in trouwen .......
Loos propheeten
So gaet dan vrij weder ...
515[regelnummer]
Ick sal mijn schuijchbenen Leggen neder
waendij dat sij den heer affstaen also
gelt hoe vaerdij // ghij
Gelt
Al frisch en vro ......
520[regelnummer]
hadt Ick een suijchbeen Ick waer gestilt
Loos propheeten
Ghij sult al hebben wadt ghij wilt
want ghij sijt een man diet can verdienen
Ick heb hier suijchbenen / die schooneste engienen
525[regelnummer]
dijemen mach aenschouwen met Oogen an
wildij mijns heeren ontfanger sijn .
Gelt
Jae Ick bij St Jan ......
Ick salt verdienen fraij sonder sparen
Loos propheeten
Hout daer is tsuijchbeen wiltet wel bewaren
theeft menigen mensche in staden gestaen
Gelt
Wel Ick sal der Innmers tcabas opslaen
535[regelnummer]
tvare voorts alst mach ...
Loos propheeten
Noch heb Icker hier ......
te wesen mijns heeren cancelijer
sijn almosinier oft sijn segelaer
540[regelnummer]
sijn controleurder oft sijn tollenaer
dit sijn de beste suijchbenen
diemen mach hebben
Gelt
Nu wel Ick verstae u menen
545[regelnummer]
die na dese suijchbenen staet
tis recht dat deene hant dander dwaet
hout daer dien sack siet wadt daer in is
Ick geve hem u .....
Loos propheeten
550[regelnummer]
Date et debitur vobis ...........
dat staet geschreven // ghij siet wel mij
Schoone woorden
Tgelt crijget al so Ick sie vrij
en wij staen hier als volck verwaten
555[regelnummer]
eij gelt geselle compt ons toch te baten
en spreeckt voor ons wadt salt u schillen
Vrientschap
Wij souden al te gaeren wesen willen
tsheren wethouders raet oft schepen
560[regelnummer]
Balliou oft scheuwt al onbegrepen
borgemeester oft sulcks dinck ..
Loos propheeten
| |||||||
[pagina 442]
| |||||||
[pagina 443]
| |||||||
[pagina 444]
| |||||||
565[regelnummer]
Ga naar margenoot+Wadt seggdij heer .....
Een Heer schuddende sijn hooft
Nou nou nou ..........
Schoone woorden
Hij en spreeckt niet seer
570[regelnummer]
maer hij schudt het hooft / siet welcken bescheijde
Loos propheeten
Ghij hebt twee ongeluckige ansichten alle beijde
ghij waert gebooren op St elpen // dach
Vrientschap
575[regelnummer]
Wadt dat de vrintschap niet helpen // mach
te crijgen een arm suijchbeen
Gelt
Vraechtet den heer .......
Vrientschap
580[regelnummer]
Wadt / hij seijt altoos neen ....
hij schudt het hooft hij en hout geen coop
Loos propheeten
Ga naar margenoot+Hier sijn noch suijchbenen so grooten hoop
dattet wonder is van coorn van suijvel
585[regelnummer]
maer tmoet al gelt costen ...
Schoone woorden
Wadt tmoet den duijvel ...
Loos propheeten
Hijer sijn benen Ja suijchbenen van bier en wijne
590[regelnummer]
van versschen haring en inden brijne
La aders scheijders packers en breeckers
dese suijchbene brengen al wadt seeckers
wij crihieren doet den muijl oock vetten
waerdeerders vande caberetten
595[regelnummer]
tsijn al goede vetgens voor schamele Lieden
die daer mijn duijmcruijt aff can bieden
die sal hier vinden al sijn gerieff
Schoone woorden
Adieu heer Ick heb u so overlieff
600[regelnummer]
geeft mij doch een suijchbeen off ghijt gebiet
u roedrager te wesen ....
Een Heer
Condij u seven psalm niet
wij moeten hier een Luttel colationeren
Schoone woorden
Ja Ick heere .....
Een Heere
So moet ghij dan declineren .....
dativi / casus / verstaet ghij wel dat Latijn
Vrientschap
Ick soude altegaeren uwen Ontfanger sijn
vanden bastaert wijn goet ter keure
Ick meen in stede vande bijnneure
ghij siet wel mij
Een Heere
Avez vous de quoij .......
Vrientschap
Nannij monss ........
| |||||||
[pagina 445]
| |||||||
Ga naar margenoot+
Loos propheeten
Bijlo so tapt ghij roij ....
u sal een ander taelman gebreecken
Schoone woorden.
625[regelnummer]
Wadt sullen wij dan doen .....
Loos propheeten
Clinckende woorden spreecken ....
argintrum et nivim is scheren meenen
Gelt
630[regelnummer]
Heere godt wadt heb Ick al suijch benen
Ick ben die Opperste van mijn magen
Vrientschap
Deelt ons mede / gelt ....
Gelt
635[regelnummer]
Neen Ick salse wel dragen ....
hoe Leckerlijck ruijckense wadt goeder dingen
Schoone woorden
Maeckt ons ontfangers van uwe wateringen
ofte dijckmeesters en van sulcken saecken
Loos propheeten
Men sal u deecken vanden nieneriets maecken
vischbanck strepers Ja oft straetvagers
winnebroijkens ende plateeldragers
wildij daerom bidden Ick weet u raet
Vrientschap
Roedragers te sijn en waer ons niet quaet
den haring te Laden en is oock niet mals
Loos propheeten
Dese Luijden spreecken al Latijn en wals
650[regelnummer]
een mensch en weet niet waer hijt heeft
Gelt
Aij heer siet dat ghij elcken wadt geeft
het sijn gesellen niet voor te helen
sij plegen somtijts een speelken te spelen
655[regelnummer]
stopt doch henlieden den mont
Ick salt verdienen gesproocken goet ront
met gereden penningen
Een Heer
Nu verstae Ick tfatsoen .....
660[regelnummer]
Gelt om uwen wille sal Ickt gaernne doen
al waert te geven mijn nautste secretgen
Nu geeft haer elck een suijchbeen Loos propheetgen
gelt ist mijn waert wel Lieve man
Vrientschap
665[regelnummer]
Watmen bij vrintschap niet crijgen can
noch met schoone woorden sonder getal
Int eijnde / met Gelt vercrijchment al
tis al die werrelt door alleens ..
Gelt
670[regelnummer]
Nu sal Ick Aertshemelrijck hebben Ick meens
want Ick ben Gelt / met allen stout
en mijn suijchbeenen die sijn menichfout
begeerte van eeren heb Ick volbrocht
| |||||||
[pagina 446]
| |||||||
[pagina 447]
| |||||||
[pagina 448]
| |||||||
Ga naar margenoot+
Schoone woorden
Wij sijn Immers oock aen suijchbeene gerocht
maer schoon woorden en hilpen dit noch dat
Vrientschap
680[regelnummer]
Niemant en verjonnet ons al hebben wij wat
wij Jonnen elck wel dat hij heeft
Schoone woorden
Tis te bruijssel aldus in telcker stadt
Niemant verjonnet ons al hebben wij wadt
Vrientschap
Vrintschap heeft somtijts voordeel gehadt
Maer tis al om gelts wille datmen nu geeft
Schoone woorden.
Niemant en verjonnet ons al hebben wij wadt
690[regelnummer]
wij Jonnen elck wel dat hij heeft
Gelt
Die heer die in euwige vreuchden Leeft
Laet ons hier onssen tijt also besteden
tsij in weelden armoeden oft tusschen beden
695[regelnummer]
dat elckerlijck In glorien crijgen moet
een suijchbeen / dat is goods aenschijn soet
dwelck is van alle soetheijden een Jubilatie
Schoone woorden
Neempt toch in danck onse fabulatie
700[regelnummer]
daer wij door oprechte geneuchte mede quamen
ons heere godt bewaer u altsaemen
fijnis Lang in dicht .484. regulen
Par Trouw Moet Blijcken
|
|