Trou moet blijcken. Bronnenuitgave van de boeken der Haarlemse rederijkerskamer 'de Pellicanisten'. Deel 1: Boek A
(1992)–Anoniem Trou moet blijcken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 210]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Item hier begint een spreeckende. Prologe van een spel van sinnen van Abrahams offerhande
Lust om weten
Wel wadt mach nu toch hier al sijn te doen
dattet volck hier dus over al vergaert // is
tis immers den tijt ende ttsaijsoen
Om buijten te wandelen in het groen
10[regelnummer]
daer elck vogelken Lieffelijck gepaert // is
dit dunckt mijn dat recht tegen den vaert // is
recht oftmer om niet sou tappen bier oft wijn
ende ofter oock gecomen waer een vreemt medecijn
die alle menschen fijn sou conen genesen
15[regelnummer]
dit moet immers wadt wonders wesen
ick en can van desen // die saeck niet verstaen
ick hebben op mijnen booch oock wel twee pesen
dat dit is / wadt anders ick seght u plaen
dus sonder beraen // wil ick hier sitten off staen
20[regelnummer]
en verwachten. tbescheijt al sou ick eeten niet
Ga naar margenoot+want ick met mijnen naem Lust om weten // hiet
Goet onderwijs
Ick dancke den heer der heerschaeren
dattet dus verde alrede gecomen // is
25[regelnummer]
dat ick het volck hier sie vergaeren
Ick dancke den heere der heerschaeren
want men sal hier een schoon exempel verclaeren
van een sterck gelooff twelck uuijt den bijbel genomen // is
ick dancke den heer der heerschaeren
30[regelnummer]
dattet dus verd alrede gecomen // is
lust om weten.
Holla vrient ick had al lang geseten aen den dis
ick segt u gewis // dan mij heeft gehouwen // hier
om dat ick sie vergaert mannen en vrouwen // hier
35[regelnummer]
des ben ick om weten nieusgierich // wadt
dies bid ick u vrient met herten vierich // dat
ghij mij de saecke wilt ontfouwen // hier
maer eerst met goet bestier // seght uwen naem propijs
Goet onderwijs.
40[regelnummer]
Ick ben geheten goet onderwijs
verstaet wel dit advijs // mijn goede vrient
Ick sal u al die saecken maecken bekint
mijn wel versint // so mach tverstant in u rijsen
men sal hier die historij spelen niet om volprijsen
45[regelnummer]
van Abramhs offerhande ick moetet u uuijtmeten
dan seght mijn waerom waerdij hier gecomen
lust om weten
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| |||||||||||||||||||||||||||
50[regelnummer]
Ga naar margenoot+Maer goede heer mijn naem is lust om weten
en ick verwondere mij boven maeten
dat ick tvolck sach comen van allen straeten
loopen so verwaeten als soumer gelt deelen
en op desen tijt het volck met halven en heelen
55[regelnummer]
gemeenlijck plach te drincken nae doude seden
en nu hier te comen dat doch mijn cleijn reden
dat is doorsaeck dat ick hier geseten was
Goet onderwijs.
Wel lust om weten ick sal u op dit pas
60[regelnummer]
altsaemen seggen watmen hier speelwijs sal verthonen
lust om weten.
Wel vrient dat moet u godt Lonen
ick wil mijn gaen stellen tot Audiencije
Goet onderwijs.
65[regelnummer]
Wel hebt dan een weijnich patientije
want alle de intentie sal ick u ontfouwen
hoe dat ons voorvaders hebben gehadt goet betrouwen
dat ghodt sou houwen dat hij Adam hadt belooft
want hij seijden tsaet der vrouwen sal u vertreden thooft
70[regelnummer]
daer wij int boeck Genisis van vinden tbescheijt
teghen het tsertpent om dat het hadde berooft
Adam van sijn kintse onnoselheijt
die godt int eerste hem hadde bereijt
dies adam met Leijt // uuijt het paradijs most gaen
75[regelnummer]
dan hij bleeff vast op goods beloften staen
waerom hij oock sonder waen // moet sijn gepresen
want hij gelooffden dat sulckx sou wesen
lust om weten.
Ja vrient die beloften hebben ons genesen
80[regelnummer]
vant eeuwich verderff dat seg ick u claer
sal dat hier verhaelt werden int openbaer
te weten int Lang tot dat Christus was geboren
Goet onderwijs
Neen maer mijn goede vrient uuijtvercoren
85[regelnummer]
men sal de historije van Abraham spelen
eerst hoe Sara Agar de verdrijven
met Ismael / des agar in druck most blijven
laet dese motijven u niet vervelen
want voor u wil ick tminste niet heelen
90[regelnummer]
maer den sin mede delen // so alst behoort
lust om weten
Wel doen Ismael met sijn moeder was voort
seght ongestoort // hoe ginckter doe al te werck
Goet onderwijs.
95[regelnummer]
Maer doen creech Abraham een gebodt sterck
neempt hier op merck // vanden heer almachtich hier boven
dat hij Jisack sijn soon tot gods Loven
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+sonder vertoven // op offeren sou dies hij hem de plaets wees.
100[regelnummer]
Int lant des gesichts waer door doen druck rees
in Abrahams herte
lust om weten
Wel was gods gebodt Abraham dan smerte
daer hij een man was vol betrouwen fier
Goet onderwijs.
Neen temtatije des gelooffs deed hem verflouwen schier
en twijssel der beloften quam hem oock bestrijen
dies hij in sorge was want dese partijen
aen alle sijen // hem // h niet ongequelt en Lieten
110[regelnummer]
om dat hem topofferen soude verdrieten
want twas haer Leet dat hij soude genieten
de eeuwige vreucht daer Sathanas wuijt gevallen // was
en meenden hem so te betaelen // ras
dat hij op dat pas // tot wangelooff soude comen // snel
lust om weten.
Sou temtacij des gelooffs haer dat beromen wel
en twijffel der beloften sulck spel oock berouwen
Goet onderwijs
Ja die op gods woorden niet en bouwen
120[regelnummer]
soude sulck benouwen // wel mogen gebueren
dan Abraham ginck sijn werck besueren
en stelde sonder trueren // al sijn betrouwen op godt
lust om weten
Seght goet onderwijs hoe was het slodt
125[regelnummer]
en hoe verginged toch alle saecken
Goet onderwijs
Maer abraham ging gereetschap maecken
van hout en dat tot den offer behoeffde
dies Sara Leeffde / als de bedrouffde
130[regelnummer]
dat haer kint uuijt den lande soud reijsen
en Abraham most hem voor haer noch veijsen
want sijn gepeijnsen // gaff hij haer niet te kennen
lust om weten.
Wel waerom dat...
Goet onderwijs.
Maer uuijt puerder minnen
en woude hij haer dat niet openbaeren
om haer int herte niet te beswaeren
hoort dit verclaeren // want hij bemindese seer
140[regelnummer]
nochtans wilde hij volbringen tgebodt vanden heer
en tot elcken keer // hem in alles gehoorsaemen
lust om weten
Maer bleeff temtacij des gelooffs vol blaemen
en twijffel der beloften die Lelijcke beest
Goet onderwijs
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Maer die ghingen terstont wech naet betaemen
want daer is comende / goods crachtige geest
150[regelnummer]
daer moet ongelooff en twijffel minst en meest
terstont wech vlieden door dat betrouwen crachtich
want godt is alle dingen machtich
die dan godt met hem heeft niemant can hem hinderen
want van steenen can hij maecken Abrahams kinderen
155[regelnummer]
so ons christus heeft verclaert
daerom heeft Abraham sijn soon niet gespaert
maer willich den heer opgegeven
dan godt heeft hem behouden int Leven
bevrijt van sneven // door Abrahams betrouwen groot
160[regelnummer]
want godt behoeft sijn vrienden niet inden noot
lust om weten
Wel goet onderwijs nae dit exploot
moet ick wachten en mijnen Lust boeten
Goet onderwijs
165[regelnummer]
Wel lust om weten om druckx versoeten
Laet ons eerst groeten al diet waerdich sijn
lust om weten.
Wel ick ben te vreden met blijden schijn
begint op dit termijn // ghij bentter toe gewent
Goet onderwijs
Den oppersten heer omnipotent.....
die hemel en Aerde schiep met een woort
lust om weten.
Bewaer onsen Stathouder mangnificent
175[regelnummer]
op dat hij blijff ongeschent // in goet acoort
Goet onderwijs.
Oock bewaer godt alle ander regenten voort
die soot tbehoort // tgemeen Lant dienen door goods gracij
lust om weten.
180[regelnummer]
Wij groeten oock vriendelijck tot deser spacij
den Schout Baijlliou en burgemeesters mede
Goet onderwijs.
Met mijn heeren Schepenen en raet deser stede
en alle goeij burgers en inwoonders groot en smal
lust om weten
En ons mee broeders van Lieft boven al
groeten wij oock vriendlijck en goedertieren
Goet onderwijs.
In liefden getrou met de Jonge scholieren
190[regelnummer]
die den const hantieren // groeten wij Loijael
lust om weten
En alle lieffhebbers en vreemden int generael
groeten wij altsaemen want Trou moet Blijcken
Goet onderwijs
195[regelnummer]
Vrienden altsaemen wilt ons spel ankijcken
met sin en met verstant en met silentie
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+
lust om weten
200[regelnummer]
Al sonder eenighe fauten hebt doch patientije
want uuijt goeder intentie wort dit gedaen
Goet onderwijs.
Elck mach oock sijn buijdel wel gaede slaen
datter geen vreemde hant in wordt gesteecken
lust om weten
Al siedij aen ons oock eenighe gebreecken
denckt datment niet al en can versinnen
dus hoort en swijcht sijet wij gaen terstont beginnen
Ga naar margenoot+fijnis van de prologe is lang. 162 regelen
| |||||||||||||||||||||||||||
Hier begint het spel van abrahams offerhande de personages sijn dese
Waer sijdij Joncker........
Twijffel der beloften
Alhier Jonckvrouwe..
segt mijn bij trouwe wadt schuijlter doch
Temtatie des geloofs
Noijt so int doncker noijt so in rouwe
235[regelnummer]
waer sijdij Joncker
twijfel der beloften.
Alhier Jonckvrouwe
temtatie des geloofs
Hoe staet den proncker // steeckt handt uijt den mouwe
twijfel der beloften
Wadt vreemder beschouwe wie pruijlter noch
temtatie des geloofs
Ach waer sijdij Joncker
twijfel der beloften.
245[regelnummer]
Alhier Jonckvrouwe
segt mij bij trouwe wadt schuijlter doch
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+
temtatie des geloofs
Och neve neve het vuijlter och
250[regelnummer]
tes al bedroch // noijt sulcken maere
dan ick hebbe gehoort binnen desen Jaere
van meerder wonder was noijt gesprooken
twijfel der beloften
Waij vuijl clappeije hebdij weer wadt nieuws geroocken
255[regelnummer]
ghij moet uwen clepel noch al bet rueren
men derff gheen bode in dese stadt hueren
om nieuwe tijdinghe te haelen want
ghij vernemet genoch
temtatie des geloofs
260[regelnummer]
Hadt ghij tverstant
van dat ick seggen wil ghij sout u segenen
en eer geloven dattet gelt sou regenen
dat sulcx gebueren sou dus hoorter naer
twijfel der beloften.
265[regelnummer]
Maer ist oock waerachtich
temtatie des geloofs
Jaet so waer als ick hier stae
en sonder adderen sal ickt uuijtleggen
Twijfel der beloften
270[regelnummer]
Nochtans sijdij ongeluckich int waerseggen
ick naem van u Leugen Liever een mijt
dan van de waerheijt een pont..
Temtatie des geloofs.
Ou wadt doet dit verwijt
275[regelnummer]
ghij sult noch anders singen eer wij scheijen
och twaer beter gelogen voor ons beijen
tes ons een schreijen // quaet om genesen
Twijfel der beloften.
Ick hoor wel ten sal geen Leugen wesen
280[regelnummer]
want quade tijdighe valt gemeen warachtich
nu segt op wadt schuijlter
Temtatie des geloofs
Ist u wel indachtich
hoe godt belooft heeft Abrahams zaet
285[regelnummer]
te vermenichvuldiger
Twijfel der beloften.
Trouwen Jaet
maer de sterren des hemels wijt en breet // sijn
maer het dunckt mij alte vreemden bescheet // sijn
290[regelnummer]
dies ick twijffel der beloften als de coenne
bij hem verkeer Avont en noenne
want Abraham is out en traech van Jaere
Saram en dient oock geen kint te baeren
dus blijft de belofte als stoff verstoven
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+
Temtatie des geloofs
Neen daer voor is een ander schoff geschoven
ghij ende ick en sijnder niet meer gehoort
Twijfel der beloften.
En hoe dat........
Temtatie des geloofs
Thoff is gestoort..
ons voornemen is al arbeijt verloren
Twijfel der beloften
Wel hoe dus........
Temtatie des geloofs
Hem is een Soon geboren
door sijn gelove dat voor godt sterck // was
Twijfel der beloften
Wist ickx niet dat al Clappeijen werck // was
Loopt maeckt een ander wijs dees viese vaesen
Temtatie des geloofs
Tes / seg ick waerachtich....
Twijfel der beloften
Eij tis een blaesen
niet eer moet schip ter see bederven
want sij gaen beijde op haer sterven
wat sou haer die suffe daer me moeijen
Temtatie des geloofs.
Tes nochtans also.....
Twijfel der beloften
Loop segtet de Coeijen
die sullent wel heelen want tis gelogen
Temtatie des geloofs
Ick seg u sijn gelove heeft ons bedrogen
daer is een zone hoe dat ghijer om steent
gelovet off ghij wilt
Twijfel der beloften
330[regelnummer]
Jae Ja ick weet wadt ghij meent
de zone die hij heeft vercregen
van Agar sijn dienstmaecht
Temtacie des geloofs
Neen hij is seg ick anders bedegen
335[regelnummer]
Ick mene bij Sara hoe wel het u verwondert
Twijfel der beloften.
Weij die is tnegentich Jaer out en hij hondert
Temptatie des geloofs
Tis nochtans seg ick u also geschiet
Twijfel der beloften.
Tmach wel maet / maer nochtans gelooff ickx niet
al swoerdijt ten heijligen tis tegen natuer
Temptacie des geloofs.
En nochtans ist waer......
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+
Twijfel der beloften.
Eij hoort dees kuer
godt geve u tonge veel ongevals..
Temptatie des geloofs
Ist niet waer ick geve u mijn hals
ick soudet bethonen met hondert Lien
Twijfel der beloften
ghij blijfter bij al haddijt gesien
355[regelnummer]
nochtans indien heb ick cleijn gelove
want Abraham ist versuft en dove
en Sara en weet niet off sij voor oft after // leeft
dus rust u hooft als een die te sachter // leeft
lieff minneken vertreckt ghij coempt te spade
360[regelnummer]
tis al gegeven
Temtatie des geloofs
Help godt genade // en gelooffdijt noch niet
Twijfel der beloften.
neen ick off ghij most mij anders bethonen
Temptatie des geloofs.
Ghaen wij dan ontrent daer sij wonen
ghij sult die waerheijt wel sijn verstaende
holla Abraham compt hier selver gaende
Swijcht en hoort ghij sult den zin mercken
Abraham leijt op sijn knien
Loff wonderlijcke godt in al u wercken
u belofte verheucht mijn boven maeten
uwe genade doet mijn ouderdom verstercken
Loff wonderlijcke godt in al u wercken
375[regelnummer]
wel den genen tsij in wadt percken
die op u betrouwen en suldij niet verlaeten
Loff wonderlijcke godt in alle u wercken
u belofte verheucht mijn boven maeten.
Temptatie des geloofs
380[regelnummer]
Wel wadt dunckt u van dien....
Twijfel der beloften.
Wij worden verwaten.....
dat hoor ick alree / wel aen sijn couten
Temptatie des geloofs
385[regelnummer]
Den hutspot is beseijckt.......
Twijfel der beloften
En den pap versouten.........
noijt was ick tot meerder gramschap verweckt
godt schense beije.
Temtatie des geloofs
Eij hout u bedeckt
ghij sult nu hooren dat ick u heb voorseijt
Abraham.
Loff heer der heerschaeren wiens majesteijt
395[regelnummer]
an Sara mijn huijsvrou nu is bewesen
gebenendijt sij uwen naem inder eeuwicheijt
Loff heer der heerschaeren wiens majesteijt
al tlant sal worden verbreijt
van meerder genade en was noijt gelesen
400[regelnummer]
Loff heer der heerschaeren wiens majesteijt
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+An Sara mijn huijsvrou nu is bewesen
in Jisack mijn Lieve soon gepresen
Temtatie des geloofs.
Hoordij dat wel Compere...
Twijfel der beloften
Jae ick tegen mijnen danck.....
Temptatie des geloofs
410[regelnummer]
Hoe hebdij u nu.....
Twijfel der beloften
Ick worde heel cranck
want sulcken sanck // ick niet gaern en hoor
Temptatie des geloofs
415[regelnummer]
En ick heb geheel een Luijs in mijn Oor
eij arme sloor // wij blijven beschaempt
maer hoe heet dat kint
Twijfel der beloften
Tis Jisack genaempt..
420[regelnummer]
ramp heb die moeder / diet ter werrelt gebracht // heeft
Temptatie des geloofs
Ick weet wel datse luttel gedacht // heeft
op desen soon door mijn temptatije
Abraham
425[regelnummer]
Versterckt mijn Soon heer / door uwe gratie
op dat u sijn mont mach gebenedijen
en geeft hem een Salighe dominatije
versterckt mijn Soon heer / door uwe gratije
ende sijn zaet binnen swerrelts statije
430[regelnummer]
het gelove wilt bewaeren en bevrijen
versterckt mijn Soon heer door uwe gratije
op dat u sijn mont moch gebenedijen
van nu an tot eeuwigen tijen.
Twijfel der beloften
435[regelnummer]
Leert hem eerst pap eeten....
Temptatie des geloofs
Ende dan strijen......
help wadt heeft hij al voor met sijnen kinde
Twijfel der beloften
440[regelnummer]
Wadt sal hij daer aff maecken int inde
een coopman peijns ick soo mach hij tseewaert vaeren
Temptatie des geloofs
Ick wed dat hij niet sal sien de baeren
hij is veel te swack en te teer van Leden
445[regelnummer]
ick hoor twou sterven doent worde besneden
dus weest te vreden // op dit termijn
Twijfel der beloften
Ick had wel moet mocht ghij die minnemoer // sijn
ten sou geen Jaer // sijn Luijeren beschijten
Temptatie des geloofs
Ick Liet hem Liever te bersten Crijten
nu op sulck verwijten // can ick niet passen
Twijfel der beloften
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 228]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Maer Agar dat Jonckwijff sal die binnen der Cassen
noch mogen blijven seght mijn daer tbedien // off
Temptatie des geloofs
Wel waerom vraechdijt mijn.......
Twijfel der beloften
Ghij weeter tgeschien // off.......
want vrouwen kennen der vrouwen plegen
Temptatie des geloofs
Daer haddijt recht // dats te degen
465[regelnummer]
niet Langer dan Sara is ten tempel gegaen
om haer te reijnnighen
Twijfel der beloften
O wachharmen wadt segdij.....
Temptatie des geloofs
470[regelnummer]
Twort so gedaen
Sij blijft veracht versteecken vroechen laet
Twijfel der beloften
En haer soon Ismael oock.......
Temptatie des geloofs
475[regelnummer]
Ick dencke wel Jaet
ten salder niet Langer mogen verwachten // oock
Twijfel der beloften
Maer nichte so sullen wij slachten // oock
de affgesette Santen door dit bestieren
Temtatie des geloofs
Sorght niet compeere tsal noch wel tieren
ick temptaci des geloofs ben vol practijcken
Twijfel der beloften.
En ick twijffel des gelooffs ben loos van manieren
Temptatie des geloofs
Sorght niet compere tsal noch wel tieren
Twijfel der beloften.
En ick sal noch een anslach versieren
om Abraham vant gelove te doen wijcken
Temptatie des geloofs
Sorght niet Compere tsal noch wel tieren
ick temptacij des gelooffs ben vol practijcken
in quaetheijt vont ghij noijt mijns ghelijcken
Twijfel der beloften.
495[regelnummer]
Dat sal hoop ick Aen Abraham blijcken
Agar alleen uuijt
Ick Arme dienstmaecht en weet wadt bedrijven // nu
Och waer sal ick met mijn kinde blijven // nu
500[regelnummer]
want Sara mijn vrouwe noijt meerder Abuijs
heeft nu in haer ouderdom / ick werde confuijs
een soone gebaert soot is gebleecken
O Ismael mijn kint nu worden wij versteecken
ons aenschijn verweckt sara tot thoren
505[regelnummer]
want Jisack is nu de Liefste geboren
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 229]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 230]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 231]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+
Sara.
Hoort Abraham heere
Abraham.
Wadt beliefft u vriendinne
Sara.
Dees Agar maeckt mijn ontstelt van zinnen
met haeren soon die ick dagelijcks anschouwe
515[regelnummer]
wiltse toch uuijtstooten
Abraham.
O mijn wijff getrouwe
ben ick niet de vader en tmoet mijn kint blijven
sou ick dat so onnosel verdrijven
520[regelnummer]
twelck ick als mijn eijgen heb uuijtvercooren
Sara.
Neen u is eenen anderen soon geboren
die sal u erffdeel ontfangen alleen
Abraham
525[regelnummer]
Tis wel waer maer Ismael is noch cleen
Jonck van Jaeren niet voordachtich // noch
en oock sijnen Cost niet machtich // noch
sal ick ick hem dan alree verjaegen
die nergens en heeft vrienden noch maegen
530[regelnummer]
door sulck gewaegen beswaerdij mijn harte
Sara.
Ick willse quijt sijn...
Abraham
Noijt meerder smarte....
535[regelnummer]
och wijff hebt doch een weijnich patientie
Sara.
Ick machse niet Langer in mijn presentie
sien gaen / want ten staet mijn niet te doghen
dus hoe eer hoe Liever doetse uuijt mijn ogen
540[regelnummer]
want Isack sal besitten al sijns vaders erven
met sijnen geslachten
Abraham.
Och so moet ick verwerven
een tijtlijck sterven // hoe sou ick ontvlien
545[regelnummer]
sal ick mijn eijgen kint thuijs verbien
noijt en was gesien oijt boser daet
en doe ickt niet so come ick met sara inden haet
en doe ickt elck sal mijn misprijsen
en Laet ickt so besorch ick twist te rijsen
550[regelnummer]
tusschen mij en mijn wijff sara / wadt sal ick beginnen
Godt spreeckt van boven uuijt
O Abraham verturbeert niet u sinnen
Leeft met Sara sonder geschille
om dees dienstmaecht en Ismael Luijt en stille
555[regelnummer]
dooet haeren wille vreest geen verseren
want in Jisack sal noch u saet vermeeren
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 232]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+en al moetij desen Ismael nu versaecken
560[regelnummer]
om uwen wil sal ick hem groot maecken
een prinse van veel volcks hooge geacht
Abraham
O heere u woort moet sijn volbracht
na uwen wille salt gebeuren
565[regelnummer]
den geest is bereijt al moetet vleijs treuren
wiens berueren moet wederstaen // sijn
och dit scheijen sal een druckich vermaen // sijn
Pausa.
Abraham wederom uuijt
570[regelnummer]
Ick gae overpeijnsen in wadt manieren
dat ick eenigen raet sal moogen versieren
om eerlijck te scheijen van Agar mijn dienstmaecht
en mijn soon Ismael dies tharte vertsaecht
want bottelijck uuijt te stooten // wordt mijn schande
575[regelnummer]
waer sal ickse senden de simpel van verstande
te waeter oft te Lande die nieuwarts bekent // sijn
Om verre te dolen sij niet gewent // sijn
maer de heere hoop ick sal in haer wel present // sijn
Agar ingaende voor Abraham
580[regelnummer]
Goeden dach heere......
Abraham.
Agar hoe soudij genegen sijn
om uuijt den oogen van Sara te veijsen
ende met Ismael uuijt den Lande te reijsen
585[regelnummer]
twelck mij van godt so is bevolen
Agar.
Och Abraham waer soud ick gaen dolen
met uwen kinde wie sal ons susteneren
wie sal ons begeren // wie sal ons Logeren //
590[regelnummer]
wij arme dieren // schamel van staete
eijlacien nieuwarts willecoom
Abraham
Godt sal tuwer bate....
vroech en Laete // u onderstant wesen
595[regelnummer]
u Leijtsman en van alle druck genesen
want sijn goetheijt gepresen // voor die hem vresen
alle dinck vermach.
Agar
Och moet ick dan scheijden o' wij o' wach
600[regelnummer]
noijt droever dach // oijt mensche sach
dies maeck ick geclach // met harten droeve
Abraham
Siet daer is broot tot uwen behoeve
en een vlessche waters neempt sonder schamen
605[regelnummer]
tot uwer vramen
Agar
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 233]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 234]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 235]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Nu in goods namen
610[regelnummer]
wilt den tijt so raemen // so gaen wij tsaemen
godt behoede ons voor blamen mijn crancke gesinde
Ga naar margenoot+ O mijn beminde
Abraham.
Doet het best metten kinde
615[regelnummer]
in aller goedertierenheijt en de niet strange
maer hout het altijt onder uwen bedrange
want alst trijsken groen is werdt het licht gebogen
twelck den ouden boom niet en wil gedogen
tot alderonderdanicheijt wilt hem Leeren
620[regelnummer]
van sijn Jonckheijt onder tjock des heeren
Laet hem niet verkeeren // buijten noch binnen
dan bij den genen die godt vresen en minnen
om sijnen schepper te kinnen // sonder fallatie
tot elcker spatie
Agar.
Godt gonne ons gratije
al ben ick een dienstmaecht cleijn van machte
ick soude noode hooren eenigen clachte
van mijnen soon dat hem mocht deeren
Abraham.
Ende ghij mijn soone wilt u doch keeren
in de vreese ons gods uwen behoeder
en hebt in eeren altijt u moeder
verleent u godt veele verheft u niet hoogen
635[regelnummer]
op den armen hebt altijt u oge
godt sal u gebenendijen tis blijckelijck
deelt nae uwen staet altoos rijckelijck
hebdij weijnich deelt nae u vermogen
in tijtlijcke substantie wilt u niet verhogen
640[regelnummer]
hebt godt voor oghen diet al verleent
wordij van de werrelt benijt off vercleent
blijft verduldich niemant mach u crencken
mijn sone wilt mijn reden gedencken
Ga naar margenoot+ Adieu mijn kindt Adieu Agar getrouwe
Agar.
Adieu mijn heere...
Ismael.
Adieu mijn vader....
Abraham
650[regelnummer]
De heere sij met u in elcken Landouwe
Adieu mijn kint adieu Agar getrouwe
Agar.
Die blijtschap van Sara die maeckt ons rouwe
doort tscheijden wring ick mijn handen tegader
Abraham
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 236]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Adieu mijn kint adieu agar getrouwe
Agar.
Adieu mijn heere........
Ismael.
Adieu mijn vader.........
hier Cust Abraham sijn soon / en agar. gaet met Ismael droevich van hem wech
Abraham.
665[regelnummer]
Och in mijn verandert hart sin en Ader
mits dat ick moet van mijn beminde scheijen
die nu moeten dolen in wilde weijen
niet wetende waer die plaetse van rusten sal wesen
Temtatie des geloofs
670[regelnummer]
O Compere hebdij dat Lessgen wel hooren Lesen
sulck wesen / Luijt qualijck in Agars Ooren
wat gaetse nu maecken
Twijfel der beloften
Eij Arme sloore....
675[regelnummer]
men sal u Leeren onder een man duijcken
temtatie des geloofs
Dus vaeren de meijsgens die so Lichtelijck huijcken
en schoone woorden so Licht geloven
twijfel der beloften.
680[regelnummer]
En sij Laten haer van sulcken ouden suffaert verdoven
sij en vresen schaempt noch verwijten
temtatie des geloofs
En dan waert van nooden....
Twijfel der beloften
685[regelnummer]
Dese packschijten
datse selve gedient worden vroech ende laet
Temtatie des geloofs
Bij Loo Sara hadde dien bal niet quaet
al is sij oout sij denckt noch om thaere
690[regelnummer]
ick geve haer gelijck
Twijfel der beloften
Sij hevet wel voore
want sulcken hoore / soude ick oock misprijsen
Temptatie des geloofs
695[regelnummer]
Tis verre tschoonste dat viercant te wijsen
bij sonder als sij conterfeijten de vrouwe
want Abram mocht wederom gaen opt ouwe
en Sara soude dick thaere dan missen
want sulcks doet die vrientschap splissen
700[regelnummer]
dick sonder gissen / niet wetende hoe
Twijfel der beloften.
O wacharmen tkint compt qualijck toe
twelck nu moet veel verdriets verwerven
Temtatie des geloofs.
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 237]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 238]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 239]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+En mogelijck van ongemack noch sterven
elendich bederven // in swaer verdriet
Twijfel der beloften.
710[regelnummer]
Abrahams Cuecken sal hun volgen niet
tvlesschen waeters en tbroot sal haest verteert // sijn
Temptatie des geloofs
Hoe salt hem vaeren.....
Twijfel der beloften
715[regelnummer]
Als sij op eenen vreemden heert // sijn
alomme ontweert // sijn dan salmer claegen
Temptatie des geloofs
Dan salmer Jancken....
Twijfel der beloften.
720[regelnummer]
En die oogen vaeghen...
veel droever dagen // sijnsij noch verwachtende
Temtatie des geloofs
Troosteloos sonder vrienden....
Twijfel der beloften
725[regelnummer]
Den bedelaers Slachtende..
droeffheijt verpachtende / avont en morgen
Temtatie des geloofs.
Hier sliep sij gerust.....
Twijfel der beloften.
730[regelnummer]
En Leeffden sonder sorgen
maer ick ducht tsal nu anders int bedorven // torden
Temptatie des geloofs
Die saffte dagen sullen haer noch uuijtgecorven // worden
maer Lijtse wadt armoede tsal profijt // sijn
Twijfel der beloften
Jae Ja de weeldijdighe dagen moeten gecastijt // sijn
naet soet volcht tsuere tis nu gebleecken
Temptatie des geloofs
Sij souden anders van Armoede niet weeten te spreecken
740[regelnummer]
nu salsij van gemack eerst weten
Twijfel der beloften
Dat hoeren kint heeft oock sijn cooren groon gegeten
en twitte broot vuere als de sulcke plegen
Temptatie des geloofs
745[regelnummer]
Och hoe wasse bedroeft....
Twijfel der beloften.
Hoe wasse versleghen....
doense van Abraham moste scheijen
Temtatie des geloofs
750[regelnummer]
Haer schoonheijt spreecken / haer traenen / haar schreijen
en mocht niet baten
Twijfel der beloften
Tverdroot Abraham wel....
Temptatie des geloofs
755[regelnummer]
Maer ten ginck hem niet ter haerten
Twijfel der beloften
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 240]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Dat docht mij oock.........
Temptatie des geloofs
760[regelnummer]
Ende Isack sal de smerte...
haest genesen want tis hem een troost
Twijfel der beloften
Och hoe soumen Jancken worde hij verroekeloost
goods belofte waer niet weert een Jacke
Temptatie des geloofs.
Daer gaeve ick noch meer om dan een placke
dan mocht temptatij des gelooffs Singen
Twijfel der beloften.
En twijffel der beloften oock vrolijck springen
770[regelnummer]
door sulcks gehingen // mochten wij verheven // worden
Temptatie des geloofs
Sorcht niet daer sal noch wadt bedreven // worden
want tkint sal noch crijgen eenighen stoot
al Lachende worden die kinders niet groot
775[regelnummer]
sijn kiesen sijn tanden en andere manieren
en comet ant cautgen wij sullent voortstieren
Godt spreeckt
Want ick nu Abraham mijn dienaer gepresen
door ijsack hebbe belofte bewesen
780[regelnummer]
want die nu in mijn betrouwen die sal ickt niet Laeten
sijn blijtschap weet ick is boven maeten
dus wil ick nochtans sijn gelooff beproeven
ende hem in sijn eenigen soon bedroeven
bevelende hem met woorden crachtich beseven
785[regelnummer]
dat hij Jisack moet tot een brantoffer geven
hier door sal sijn stantvasticheijt blijcken
want die gelovige sal nimmermeer wijcken
waer sijdij Abraham.
Abraham.
790[regelnummer]
Noijt diergelijcke hier ben ick heere
Wadt is u gelieven
Godt
Gaet en spoet u seere
int Lant van moria neempt uwen Isack vercoren
795[regelnummer]
die u van Sara is geboren
offert hem mij tot een brantoffer aldaer
op eenen berch dien ick u sal wijsen claer
mijn woort wilt sonder meer terstont volbringen
Abraham. op sijn knien.
800[regelnummer]
Och van weenen can ick mij niet bedwingen
o' swaere mandaet o' Lastich gebien
o' wonderlijcke godt u wonderlijck gehingen
sal dit volstringen // van mij geschien
o' ogen hoe suldij dit mogen aensien
805[regelnummer]
o' herte hoe suldijer u toe gegeven
o' doloreuse mensche waer sal ick vlien
moet ick mijn kint selver nemen tleven
van meerder wonder was noijt geschreven
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 241]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 242]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 243]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+nochtans moet volbracht des heeren vermanen
ick stel mijn wil in des heeren wil verheven
maer therte dat is vol druckx en d'ogen vol tranen
Hoe sal ick mijn verstouten mogen tot deser daet
815[regelnummer]
en so onnoselijck van mijn soon weder scheijen
selffs destrueerende mijn eeijgen saet
en dat eijlaes tot een brantoffer bereijen
twelck vermenichvuldigen soude alle contreijen
so de heere heeft gesproocken waerachtich
820[regelnummer]
en sijn saet als tsant des meers verbreijen
o' heere weest u belofte gedachtich
ick weet ghij sijt duijsent mael meer machtich
al moet ick mijn saet nu selve uuijt planen
ick betrouwe mijn noch op u woorden crachtich
825[regelnummer]
maer tharte is vol druckx en d'ogen vol tranen
Ist wonderlijck wordt het harte bedroeft
ist wonder al moet ick mijn ogen vagen
wat vader heeft oijt sulcken wee beproeft
als ick nu sal o' druckich gewagen
830[regelnummer]
den geest is bereijt maer tvleijs heeft mishagen
o' vaderlijcke harte wadt moet ghij lijen
maer wadt ist van noden dit deerlijck claegen
ick moet mij in gods wille verblijen
die doch geschien moet tot allen tijen
835[regelnummer]
in hemel in Aerde ende in alle banen
al ist dat reden en natuer te samen strijen
tharte is vol druckx en d'ogen vol tranen
Prince
O Princelijcke godt die mijn hebt verleent
840[regelnummer]
desen soon / dies danck ick u menichvuldich
al is dat harte bedroeft is en d'oge weent
ick sal hem vrijmoedich so ick ben schuldich
weder offeren met harten geduldich
hoe wel mijn natuer schijnt te rebelleren
845[regelnummer]
want goetwillich bereijt en tuwaerts gehuldich
moeten wij altijt sijn o' heer der heeren
uwen heijlighen naem moeten wij altijt eeren
en u bevel obedieren // sonder wanen
dus wil ick mijn voegen na u begeeren
850[regelnummer]
al blijft mijn hart vol drucks en d'ogen vol tranen
Pausa.
Twijfel der beloften
Hach hach hach haij nu roer ick mijn granen
nu moet ick Lachen dat ick splijt
855[regelnummer]
ick weet van blijtschap wadt beginnen
Temtatie des geloofs
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 244]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+En ick van blijtschap mijn oogen niet uuijt crijt
Twijfel der beloften
Ha ha nu lach ick dat ick splijt
Temptatie des geloofs.
Jick peijnse godt doet dat tot spijt
want Abraham moet noch int Leste ontsinnen
Temptatie des geloofs
Hach hach nu Lach ick dat ick splijt
ick weet van blijtschap wadt beginnen
Temptatie des geloofs.
En mijn rouwe gaet niet ten diepsten binnen
870[regelnummer]
want in smenschen qualijck vaeren ben ick te vreen
Twijfel der beloften
Ick hoor wel ghij hebter godt al om gebeen
ten viel hondert Jaer noijt bedt inden clinck
Temptatie des geloofs.
875[regelnummer]
Noijt sulcken dinck......
Twijfel der beloften.
Noijt beter vinck.........
dan nu voor ons al siende blint
tis vlack int seijl
Temptatie des geloofs.
Heel voor den wint....
tgeluck is ontrent // noijt bet te passe
Twijfel der beloften
Al lachende comen wij binnen de casse
Temptatie des geloofs
Temptatij des gelooffs sal haest verheven // sijn
Twijfel der beloften.
Ick twijffel der beloften moet hem oock beneven // sijn
Sorcht niet nichte dat ick lang beijen // sal
Temptatie des geloofs
Ick en weet niet hoe sara scheijen // sal
van Isack haeren zoon wilt dies merck // slaen
Twijfel der beloften
Tsalder noch wonderlijck te werck // gaen
895[regelnummer]
want sara salt bevel // noch weder Leggen
Temptatie des geloofs.
Maer mischien salt Abraham haer niet seggen
ist dat hij op gods bevel wilt Letten
Twijfel der beloften
900[regelnummer]
Hij sal goods bevel besijen setten
hoe sou een vader sijn kint ter doot bringen
Temptatie des geloofs.
En doet hijt tgelove sal hem zeer groot dwingen
maer daer moeten wij tegen sijn sonder Cesseren
Twijfel der beloften
Ick sal hem so vertwijffelen......
Temptatie des geloofs
En ick hem so tempteeren......
dat hij sonder ontbeeren // goods hieten staecken // sal
Twijfel der beloften
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 245]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 246]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 247]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Ick sal hem so vertwijffelen dat hij versaecken // sal
sijn gelove noijt beter dinck en fondament
Temptatie des geloofs.
So waer spidt geheel in dasschen gewent
als Jisack doot waer dat sullen wij hem ingeven
Twijfel der beloften.
En Jismael die is oock verdreven
920[regelnummer]
door wien sou dan tsaet vermenichvuldigen
Temptatie des geloofs
Dat en can hij dan niet ontschuldigen
een taelman can dat niet beter beleggen
Twijfel der beloften.
925[regelnummer]
Nu wij willen daer niet meer aff seggen
maer Laet ons vernemen hoet met hem gestelt // is
Temptatie des geloofs
Ick weet dat hij al deerlijck gequelt // is
want sulck sop en heeft hij noijt geproeft
Abraham compt uuijt met gereetschap om hout te Cloven
De sulcke schijnt vrolijck maer nochtans bedroeft
emmers die allenen sijnnen Last moet draegen
och twee wonden in een sijn harde slaegen
935[regelnummer]
Ismaels scheijden was mijn een smarte
maer Isack doorwont geheel mijn harte
en tswaerste dat mij meest quelen // doet
is dat ick voor sara deese saeck heelen // moet
mijn mont die Lacht in haer presentie
940[regelnummer]
om datse niet mercken sal de intentie
want quade tijdinge compt altijt te vroech
hier is siet hout en gereetschap genoch
om te bereijen dees offerhande puer
dus wil ick mij stellen ten Labuer
945[regelnummer]
wat baet ist dat ick truer // en wringe mijn handen
tharte benauwende in druckighe banden
tmoet doch geschien na gods ordinantie van boven
Temptatie des geloofs op enen hoeck Twijfel op. den anderen hoeck vande de stellagie
Helpt duijvel hij is alree aent cloven
Twijfel der beloften
Longeren hij sal int werck verworten
Temptatie des geloofs
955[regelnummer]
Daer moet ick bij sijn.....
Twijfel der beloften
En ick tegen sportelen
want verlies ick de Cans de tspel is uijt
Temptatie des geloofs.
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 248]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Tsa rasch uuijt den muijt
en roert u snuijt // hij mocht ons Ontgaen
Twijfel der beloften
965[regelnummer]
Salighe man soudij sulcken werck bestaen
hoe menigen traen soudijer noch om weenen
Temptatie des geloofs.
Ghij sout u en al u geslacht verclenen
het waer u een eeuwich verwijt
Abraham
O godt ist niet u bevel....
Temptatie des geloofs.
Acht dies niet een mijt
hij heeft u belooft met vaste woorden
975[regelnummer]
u saet sal Oost west zuijen en noorden
te vermenichvuldigen en dit gebodt
Luijt heel contrarij ten is geen slodt
door wien sou doch u saet vermeren
Twijfel der beloften
980[regelnummer]
En ick heb Ismael oock sien passeren
hij en sal niet weder keeren nae mijn vermeten
Abraham
O godt wie kent u verborgen secreten
u voorsinnighe wijsheijt is niet om gronderen
985[regelnummer]
daer toe moet ick mijn hoope keeren
al berooffdij mijn nu van mijnen zade
ghij sijt noch machtich vroech en spade
dit selve zaet ick twijffel daer niet aen
weder te verwecken
Temptatie des geloofs
Jae pijnt u sulcks te verstaen
gelooft ghij dat ick u coop een claeter
godt salt hem wel wachten
Twijfel der beloften
995[regelnummer]
Behout uwen snater....
godt heeft ander werck telcken termijn
dan met u en uwen soon gequelt te sijn
u en speelt niet dan fantasije int hoot
Temptatie des geloofs
1000[regelnummer]
Ick breng mijn kint niet so Licht ter doot
sonder cause oft actie niet wetende hoe
Twijfel der beloften
Ten gaeter voorwaer so Licht niet toe
ick sal mij wel wachten van sulcken verdriet
Temptatie des geloofs
Ick had veel Liever dat het godt een ander hiet
eer ick mij so soude Laten verdoven
Twijfel der beloften
Ja sij varen selden die Licht geloven
1010[regelnummer]
en op ander stellen haer betrouwen
Temptatie des geloofs
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 249]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 250]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 251]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Godt can emmer sijn beloften niet houwen
1015[regelnummer]
want is Isack doot so ist al gedaen
Abraham
O godt wilt mijn in staden staen
ontfermt mijn elende in droeven schijnne
ick moet immers volbringen u godlijck vermaen
1020[regelnummer]
wadt wil ick mijn beraen o' godtheijt divijnne
ghij moocht mijn genesen van druck en pijnne
mijn medecijns niet om versoeten
dus wil ick volbringen uwe doctrijne
mijn commer ten fijne moechdij nu boeten
1025[regelnummer]
u woort wij moeten bekennen waerachtich
Temptatie des geloofs
Eij so en is godt immers niet wel machtich
dat hij u belooft heeft eij arme welpen
Twijfel der beloften
1030[regelnummer]
Nu ghij Isack gaet vande werrelt helpen
certeijn hij heeft u in dit stuck gelogen
Abraham
Heer ghij sijt waerachtich....
Twijfel der beloften
1035[regelnummer]
Bij veel betrouwen worter menich bedrogen
en so suldij oock vaeren sorch ick int leste
Temptatie des geloofs
Spaert doch uwen soon.....
Twijfel der beloften
1040[regelnummer]
Dat dunckt mijn tbeste....
so mach u geslacht ten eijnde vermeren
Temptatie des geloofs
Ga naar margenoot+ Holla mijn dunckt hij gaet hem thuijswaert keren
thout is gereet hij wilder nu aen
Twijfel der beloften.
Bij Lo wij mosten hem gade slaen
want soot valt ten mach niet qualijck tieren
Temtatie des geloofs
Hij wordt noch versuft door ons bestieren
1050[regelnummer]
als twerck volbracht is dan salt eerst Lucken
Twijfel der beloften
Non forts waer Jisack slechs aen twe stucken
dan sullen wij eerst onse conste baeren
Abraham
1055[regelnummer]
Met blijden gelate wil ick gaen verclaren
Sara mijn huijsvrou de waerde persoon
hoe ick den heere wil / so ick ben gewoon
een offerhande te doen / met vierijgen gebeden
O sara wie sal u doch stellen te vreden
1060[regelnummer]
als ick Jisack die met mijn moet reijsen
sal achter Laeten och dit overpeijsen
vernieuwt mijn druck en tharte gerieff // heeft
want een mensche scheijt node van dat hij Lieff // heeft
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Abraham Compt uut met Isack met twe Cnapen en eenen esel ende Sara volcht ende seijt
Sara
Och Abraham ghij maeckt mijn herte onblij
het dumckt mij te wesen sotter nij
dat ghij met desen kinde noch Jonck van daegen
so verre wilt reijsen tmoet mijn mishaegen
1075[regelnummer]
want hij is te teer dees Jonge Jeucht
Abraham
Neen sara men moet de kinderen tot deucht
in haer Jonckheijt wennen
haeren schepper te kennen // te beminnen te eeren
1080[regelnummer]
om deucht te vermeren dus Laet doch u greijen
Ick sal hem inde wille des heeren Leijen
geen van ons beijen sal niemant hinderen
hoop ick aen godt
Sara
1085[regelnummer]
Mijn vreucht moet minderen
als ick sijn presentie sal moeten derven
want misquaem hem ijet ick sout moeten besterven
mijn opsien mijn vreucht onder tfirmament
hoe Lange suldij wech sijn
Abraham
Ses dagen consent
tis den heere bekent // die ons convoijeren // sal
Sara.
Nu wilt u toch spoen sonder cesseren // al
1095[regelnummer]
want nae u compste sal ick nacht en dach // haecken
sorgende voor ongeval dat u mach // maecken
want den reijsenden Crijcht dick tegenspoet
Abraham
Blijft doch gerust sara want de heer is goet
1100[regelnummer]
Hij sal ons beschermen voor ongeval
Sara.
Och dese reijse beswaert mijn hart en mijn moet
Isack.
Blijft doch gerust moeder want de heere is goet
Sara.
Ick moet u omhelsen och mijn soone soet
want u absentie mijn doen treuren sal
Abraham.
Blijft doch gerust sara want de heere is goet
1110[regelnummer]
hij sal ons beschermen voor ongeval
nu Laet ons gaen reijsen over berch ende dal
ter plaetse daer godt wil aengebeden // sijn
o' sara hoe qualijck soudij te vreden sijn
wist ghij dat uwen soon Jisack gepresen
1115[regelnummer]
selve den brantoffer sal moet wesen
mijn begint te vresen en mijn druck te vermeren
hoe sal ick mij verstouten nae huijs te keeren
achter Laeten de Liefste die sara bemindt
Pausa.
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 253]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 254]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 255]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+
Temptatie op deenen hoeck ende Twijfel op een anderen hoeck
Jae Jae dats nu wel ten tijden versint
1125[regelnummer]
ick geeff van u wellecomst gheen drie mijten
Twijfel der beloften.
Dan suldij eerst in eenen sueren appel bijten
en snottighe tranen crijten // een elle Lanck
Temptatie des geloofs
1130[regelnummer]
Hoe sal sara singen.....
Twijfel der beloften.
Een hellen sanck
int vertellen cranck // als versouten suijvel
hoe salse baeren....
Temptatie des geloofs
Als eenen verwaten duijvel
want een gestoort wijff is // hoor hoe ickt schatte
is gelijck een rasende verwoede catte
hoe dick sal hijt noch moeten ongecaut // eeten
Twijfel der beloften.
En eeuwichlijck metten sout // eeten
want vrouwen sijn ongeschickt om swijgen
Temptatie des geloofs
Nemmermeer en sal hij paijs gecrijgen
1145[regelnummer]
want de doot van Jisack sal haer seer beswaeren
Twijfel der beloften.
Hoe salse snorpen......
Temptatie des geloofs
Hoe salse gebaeren
1150[regelnummer]
een mach vervaeren // die daer compt ontrent
Twijfel der beloften.
O mijn Lieve Jisack......
Temptatie des geloofs
Eij Lacij mijn Lieve kint
1155[regelnummer]
hebdij so onnoselijck gelaten u Leven
Twijfel der beloften.
Is dit de belofte.....
Temptatie des geloofs.
Die ons was gegeven.....
Twijfel der beloften.
Heb ick hierom een soon in mijn ouderdom gebaert
Temptatie des geloofs
En dus te scheijen eer hij was voljaert
dit blijft ongespaert eeuwelijck haer clachte
Twijfel der beloften
Ga naar margenoot+En selver sal hij Leven als den onsachte
bij dagen bij nachte // met druck en verdriet
Temptatie des geloofs
Noch seg ick de belofte compt tot niet
1170[regelnummer]
ons en was geschiet // noijt beter avontuer
Twijfel der beloften.
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 256]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Holla roept niet Luijde hij gaet hier veur
1175[regelnummer]
twaer noot dat wij ons elckx quansuijs // veijsde
Temptatie des geloofs
Tis huijden den derden dach dat hij van huijs // reijsde
Jick hoope tsalder nu gedijen // saen
Twijfel der beloften.
1180[regelnummer]
Tsa laet ons een weijnich besijen // staen
so mogen wij mercken dit wonderlijck feijt
Abraham
Hoe naerder de plaetse hoe meerder droeffheijt
och ick heb den berch van verre gekeecken
1185[regelnummer]
dus de tranen over mijn wangen Leecken
Als vloeijende beecken // O bittereheijt swaer
Abraham neempt thout vanden eesel. en gevet Isack op den hals ende Abraham draecht tmes met tvier ende spreeckt.
1190[regelnummer]
Ontbeijt mijn Cnapen blijft ghij daer
ick ende mijn soon sullender gaen alleen
om te aenbeden den heere reijn
dan sullen wij gemeijn // weder tot u comen
dus wacht met patientie sonder schromen
Pausa Dene knecht
Beijt best soeck ick een plaetse tot mijnder vromen
en neme een sluijmken hier achter dit haechgen
Dander knecht
Wie sal tbeest bewaere....
Dene knecht
Bij Loo ghij maechgen....
het hoort u toe want ick ben doutste
Dander knecht.
En ick de Jongste maer wel de stoutste
1205[regelnummer]
slaept off en wilt ick gheeff u eenteecken
Deene knecht.
Nu om vrede te houden ginder staen groote eecken
bindt hem daer aen // so mogen wij wadt dromen
Dander knecht
1210[regelnummer]
daer sal ickt aen ghaen thomen
want Abrahams gebedt is gemenlijck Lanck
hij heeft veel noten in sijnen sanck
Isack
Hoort toch Abraham mijn Lieve vader
Abraham
Isack mijn soon wadt wilt ghij openbaeren
Isack
Een wonderlijcke zaeck wilt mijn verclaeren
ghij hebt vier ende mes hoort wadt ick gewaege
1220[regelnummer]
en ick het hout op mijn schouderen draege
maer ick verneem hier nergens omtrint
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 259]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Datmen tot den brantoffer is gewent
1225[regelnummer]
te offeren nae doude zeden
Abraham
Gaet voort mijn soon en weest te vreden
verstaet wel mijn reden // hoort wat ick mien
sorcht voor geen offrande godt salt versien
1230[regelnummer]
tsal so geschien tverstant weest smaeckende
o' Isack Isack wadt is u naeckende
wij sijn ontrent den berch so ick beschouwe
O moria O Moria O wreede Ladouwe
O ongenadighe plaetse o' wreede Contreijen
1235[regelnummer]
sal ick op u van mijn kint moeten scheijen
Och ick mach wel schreijen // tis meer dan tijt
mijn soone dat is de plaetse daer godt gebenendijt
wil gelooft sijn met ootmoedighe offerhande
dus sal ick hier na mijnen verstande
1240[regelnummer]
Ga naar margenoot+een altaer gaen maecken gode ter eeren
Mijn sone dit is den wille des heeren
dat hij u tot dese offerhande heeft uuijtvercoren
Abrahem neempt sijn soon ende oncleet hem en bint hem en leijt hem op den Alaer.
Isack spreeckt
O mijn Lieve vader ben ick hier toe geboren
mijn ogen versmoren // van tranen nadt // nu
Twijfel op deen eynde met thooft buijten de gardijnen Temptatie op dander hoeck oock also.
1250[regelnummer]
Siet uuijt temptatij.....
Temptatie des geloofs
Tis al fijat // nu....
wacharmen Jisack hoet laet ghij u seggen
Twijfel der beloften.
1255[regelnummer]
Siet siet nu sal hij hem op den altaer Leggen
O Isack Isack....
Temptatie des geloofs
Eij eij daer compt den slach...
Twijfel der beloften.
1260[regelnummer]
Hij sal hem eer vernemen dan den dach
noijt mensche en sach noij stilder gevecht
Den engel. met sijn hant uuijt het gardijn en hout het swaert / seggende
Abraham steeckt u hant niet aen uwen knecht
1265[regelnummer]
om hem te dooden aenhoort mijn wel
godt weet dat ghij vreest sijn bevel
ende is u ghehoorsaemheijt me bekinnende
midts dat ghij uwen soon die ghij sijt beminnende
om sijnen twille niet en hebt gespaert
Abraham knielende
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 260]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+O onbegrijpelijcke godt die u openbaert
mij ellendige hoe sal ick u ten vollen Loven
1275[regelnummer]
mij bewijsende uwen goedertieren aert
o' onbegrijpelijcke godt die u openbaert
O salighe bootschap in mij verclaert
vanden alderhoosten tot mij arme verschoven
O on begrijpelijcke godt die u Openbaert
1280[regelnummer]
mij ellendighe hoe sal hoe sal ick mij ten vollen Loven
alle swaericheijt ben ick nu ter boven
mijn beminde soon wilt o' / prijsen / nu
ende laet ons inden heer verjolijsen / nu
sijn goetheijt prijsen // nu // met vierige gebeden
Isack
Mijn vader ick wil altijt al mijn Leden
tot goods Loff besteden // sonder respijt
Abraham.
Siet soon wadt godt gebenendijt
1290[regelnummer]
ons nu verthoont meer wonders noijt ogen aensagen
hier hangt een bock verwart inde hagen
aen sijn hoornnen des wij wel mogen verblijt // sijn
want dit sal dofferhande op desen tijt // sijn
en voor u den doot sterven dus hem aenvaert // siet
1295[regelnummer]
en gheeft hem mij dat ick hem met mijn swaert // siet
mach dooden ende offeren den heer der heeren
Isack neempt den bock
Neempt vader en doet na u begeeren
om gods eer te vermeren // wilt beginnen // snel
1300[regelnummer]
en Laet ons godt Loven met blinden sinnen // wel
Abraham. nempt. den. bock. ende. doot. hem. leggende. op. den. Altaer. knielende. ende. seijt.
O godt uuijtgelesen int hoochste gepresen
gebenendijt midts desen // die mijn druckt hebt genesen
1305[regelnummer]
wie en sou niet vresen // uwe groote cracht
die meeste van macht
Isack
U goetheijt overvloedich die mij is behoedich
blijckt nu seer spoedich // dies wij ootmoedich
1310[regelnummer]
dees offerhandt bloedich // al die wel bedachten
offeren sonder clachten
Abraham.
Wie sou van u wijcken off door svijants practijcken
u mogen beswijcken want u Trou laet ghij blijcken
1315[regelnummer]
Aen arm en rijcken dit sien wij waerachtich
O heer almachtich..
Den engel.
Abraham hoort andermael goods woorden crachtich
weest niet meer clachtich // wilt vreucht orboren
1320[regelnummer]
godt seijt ick heb in mijn gramschap gesworen
om dat ghij sonder verstoren // off eenich geschil
dit hebt gedaen en om mijnnen wil
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 261]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 262]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 263]
| |||||||||||||||||||||||||||
1325[regelnummer]
Ga naar margenoot+U enigen soon Isack niet hebt gespaert
so sal ick u gebenendijen twerdt u verclaert
en u maecken vermaert // aen allen sijen
u zaet sal ick vermeren tot allen tijen
als de sterren des hemels tsij u geseijt
1330[regelnummer]
en als tsant aen de zee dus wilt u verblijen
en hooren wadt u noch sal worden verbreijt
u zaet sal besitten met goedt bescheijt
die poorten van u vijanden sonder falen
ende in uwen saet hoort nae mijn verhaelen
1335[regelnummer]
sullen gebenendijt worden en groot van faem
alle geslachten der aerden met soeter taelen
Om dat ghij mijn stemme geweest hebt gehoorsaem
Abraham. rijst op met verwonderinge
Wonderlijck sijn u wercken en heijlich is uwen naem
1340[regelnummer]
O godt en verborgen sijn al u secreten
wie sou u mogen volprijsen met woorden bequaem
off wie sou u Loff te recht mogen uuijtmeten
off wie sou tegen u staen Laet mij dat weeten
als ghij u macht thoont en den mensch wilt crencken
1345[regelnummer]
daerom mijn soon wilt al u dagen gedencken
dit goddelijck werck aen u gebleecken
Laet u niet bedriegen door tsvijants wencken
noch niet verleijden door duijvels Listege treecken
Isack
1350[regelnummer]
Ick hoop hier in nemmermeer te sijn in gebreecken
maer gods Loff uuijtspreecken dach ende nacht
naer mijn vermogen off hij mocht op mijn wreecken
sijn goetheijt die hij aen mij heeft gewracht
en sijn beloften die hij heeft volbracht
1355[regelnummer]
aen mij arme dracht nu sonderlinge
Abraham.
Nu het is tijt dat wij ons haesten geringen
na huijs te reijsen om alle dees dingen
u moeder te vertellen die als den bangen // Leeft
1360[regelnummer]
want ick weet dat sij nae ons goot verlangen // heeft
Temptatie des geloofs.
Hoe geneucht u dat....
Twijfel der beloften
Hoe clincket in u oore
1365[regelnummer]
van pijne mij tharte uuijt den Lijve scheurt
Temptatie des geloofs
Eij povere prat.....
Twijfel der beloften.
Eij arme sloore....
Temptatie des geloofs
hoe geneucht u dat.....
Twijfel der beloften
Hoe clinckt u dat in u oore
Temptatie des geloofs
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 264]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+So lang so meer ick mij op u verstoore
Twijfel der beloften.
Noijt was ons meerder spijt gebeurt
Temptatie des geloofs
Hoe geneucht u dat....
Twijfel der beloften.
Hoe clinckt dat // in u oore
van pijne mijn thart in stucken scheurt
Temptatie des geloofs
Ist nu niet wel gelapt....
Twijfel der beloften.
Ist nu niet wel geleurt
ramp heb den boom en Oock het zaet
Temptatie des geloofs.
Mij dunckt ick ontsinne.....
Twijfel der beloften.
En ick ben desperaet.......
Mach men ons aldus opt tijs Leijen
Temptatie des geloofs
Tmach ons wel verdrieten.....
Twijfel der beloften.
Dat wij sonder prijs scheijen
en inden rijs weijen / twort ons verweten
Temptatie des geloofs
Och hoe salmen ons nu die rebben meten
dat wij hebben versleten // onsen tijt voor niet
Twijfel der beloften.
Wie macht nu keeren tis al geschiet
1405[regelnummer]
al sou hem den moort steecken den ouden grijser
Temptatie des geloofs
Ten baet gheen vloecken uwe trompet slaet ijser
dus steeckt uwen vijser ghij hebt cleijne macht
Twijfel der beloften
1410[regelnummer]
Sijn sterck gelooff verwon onse cracht
bij daege bij nacht // noijt dies gelijcken
Temptatie des geloofs
Want alle onse List en groote practijcken
en heeft ons niet mogen helpen
1415[regelnummer]
noijt dus versuft
Twijfel der beloften
Wee mij arme welpen......
ick weet niet off ick voor oft affter Leve
door dit bestieren
Temptatie des geloofs
En ick staen en beve....
van gramschap noijt dus onstelt
Twijfel der beloften.
Ja al ons hoope.........
Temptatie des geloofs
Is heel gevelt.....
ons schiet gewelt // ten baet snorcken noch kijven
Twijfel der beloften.
Wadt gaen wij maecken wadt sullen wij bedrijven
1430[regelnummer]
wij staen te comen in eenen soberen poveren staet
Temptatie des geloofs
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 265]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 266]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 267]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Tsa grijpt een moet ick weet ons raet
1435[regelnummer]
men moet met schande off met schade Leeren
dus Laet ons uuijt den landen keeren
want meerder gelooffe was noijt ghebleecken
Twijfel der beloften.
Dat dunckt mij best.....
Temptatie des geloofs
Ick weet noch treecken
die de menigen met smeecken // noch bringt in smarten
Twijfel der beloften.
Ick twijffel der belofften varriabel van harten
1445[regelnummer]
ick sal u bij blijven gelijck een clisse
Temptatie des geloofs
Tsa vertreckt ghij hebt een misse
ghij meucht gaen elders bedrijven u Cuere
ick sal de werrelt oock so berueren
1450[regelnummer]
geestelijck en waerlijck subtijlijck betraepen
die thuijs verloren heeft moet spijckers raepen
Abraham.
Die den heere vreest wie sal hem crencken
mijn soone wilt alle dagen gedencken
1455[regelnummer]
dit goddlijck werck aen u gebleecken
Isack
Hoe sou mijn tonghe ten vollen uuijtspreecken
sijn Loff die alleen moet sijn gepresen
die mijn vader heeft vant verdriet genesen
1460[regelnummer]
en mijn Jonge weesen // vander doot gespaert noch
Hier toontmen een bock verwert in de haegen / Abraham spreeckt
Siet wadt godt hier openbaert noch
dusdanighe misterie noijt ogen en saegen
1465[regelnummer]
hier hanght een bock verwert inde haegen
Aen sijn hoornen dies mijn thart verblijt
dit sal de offerhande sijn op desen tijt
En voor u den doot sterven onsachtich
Den engel.
1470[regelnummer]
Abraham hoort andermael goods woorden crachtich
godt heeft bij hem selven geswooren
nu ghij / uwen eenigen eenigen soon gebooren
niet gespaert hebt so sal hij u gebenendijen
ende u zaet vermeren aen allen zijen
1475[regelnummer]
als de sterren des hemels tsij u geseijt
en ghelijck dat sant dat aen den Oever Leijt
u saet sal besitten alle Landen
ende die poorten van haeren vijanden
en door uwen zaet hooge van waerden
1480[regelnummer]
sal gebenendijt worden al dat volck den aerden
om dat ghij nu sonder faelen
mijn stemme gehoort hebt so sal ick verhaelen
de misterie van desen bock hoort wel tbediet
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 268]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Inden doren verwert so ghij hier siet
hij beteijckent de menscheijt Christij saechtmoedich
die naemaels sou hangen aenden cruijce bloedich
met den dooren wreet van aerde
1490[regelnummer]
der goddloosen als de onvervaerde
sijn goddlijck woort sullen wederstaen
die hoornen beteijckenen hoort mijn vermaen
die cracht sijns woorts waerachtich en bloot
want so den bock met sijn hoornen stoot
1495[regelnummer]
so sal een waerachtich predicant tallen stonden
niemant vreesen door swerrelts vermonden
stooten en straffen de wijse des Levers werrelts
door desen hoornen sal blijven verkerlt
die valsche pharazeeusche generatie
1500[regelnummer]
die christum den boeck telcken spatie
vervolgen sullen met Loosse practijcken
maer die christum beminnen sullen niet wijcken
vanden bock maer sijn stooten goetwillich verdragen
Abraham.
1505[regelnummer]
O wonderlijcke godt wat hoor ick gewaegen
sijn dit u groote verborgen secreten
Den engel.
En gelijck ghij den bock naer u vermeten
hier verwert siet in de doornen hangen
1510[regelnummer]
sult offeren midts sdoots verstrangen
so sal christus oock worden gevangen // claer
van den sijnen Openbaer
Abraham.
O godt sal dit noch worden vervult
1515[regelnummer]
gheen menschen verstant mach dit gronderen
hoe en soude ick dan mijnen soon niet presenteren
als ghij selve den doot noch sult moeten besueren
Den engel
Ghelooft Abraham dit sal al gebueren
1520[regelnummer]
en gelijck ghij Jisack uwen soon hebt gebracht
tot in sijn doot en was oock doot geacht
van u ende van hem selven mede
so sal christus oock door sijn goethede
totter doot gebracht worden voor allen menschen
1525[regelnummer]
daer alle u zaet nae sal wenschen
want sijn doot sal u dat Leven bringen
tserpent vertreden den vijant bedwinghen
dit sal godt ghehingen om smenschen verschonen
slaet op ick sal u toonen
1530[regelnummer]
fijguerlijck daer ick u aff hebbe verhaelt
Hier thoontmen een aent cruijs
Siet aldus sal die schult worden betaelt
door de missiam mijn gesalffden en soone gepresen
diet toffer voor de sonden der werrelt sal wesen
Abraham.
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 269]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 270]
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 271]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+O godt uuijtgelesen // int hoochste gepresen
gebenendijt midts desen // die ons wil genesen
1540[regelnummer]
wie soude u niet vresen // uwe groote cracht
die meeste van macht
Isack
Dies sijdij gebenendijt // dach ende nacht
van elck geslacht // in hemel en aerden
Abraham.
Die mij u belofte hebt ingebracht
dies sijdij gebenendijt dacht ende nacht
Isack
Loff eeuwighe godt alderhoochste geacht
1550[regelnummer]
van elck geslacht in hemel en aerde
hier mede uwen oorloff
Isack
De const begaerden
dit is tslodt ons spels gestelt opt ronste
Dengel.
Al isset simpel en cleijn van conste
aenmerckt ons Jonste en willech besueren
hoe wel twerck is van cleijnen Labueren
tot deser uuren van ons bedreven
1560[regelnummer]
godt wil ons tsaemen t'eeuwijge Leven geven
| |||||||||||||||||||||||||||
Het eeijnde vant spel. lang. 950. Regulen volcht de conclusie vant spel..
Conclusie. goet onderwijs. eerst
Ga naar margenoot+Wel Lust om weeten hoe stont u dat spel aen
Lust om weten
Voorwaer dat was een Lustich vermaen
mijn hert is sonder waen inden geest verheucht
Goet onderwijs
Uuijt dese historie raepen wij geneucht
1570[regelnummer]
die uuijt goeder deucht // ons nu is geopenbaert
Lust om weten
Wij mogen wel segghen dat godt ons heeft bewaert
en door gelooff verclaert // des vijants Listen
Goet onderwijs.
1575[regelnummer]
Twijffel en temptatij die Loose Arthisten
die hier weijnich op gisten // mosten wel gisten swichten
Lust om weten
Jae twaeren twee quade neven en nichten
hadden sij ijet connen uuijtrichten // oft brouwen
Goet onderwijs
Sij hadden Abraham gaern gebrocht int benouwen
maer sijn sterck gelooff quam hem te baten
Lust om weten
Doe mosten die twee ruijmen de straeten
1585[regelnummer]
en abraham verlaeten want sij hadden geen troeff
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 272]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+
Goet onderwijs
1590[regelnummer]
Deen was een hooer en dander een boeff
dan men moet de heer nemen voor sijn sterckheijt
Lust om weten.
Nu heeft godt sijn Loff door abraham verbreijt
dies wij hem dancken van sijn goetheijt goedertieren
Goet onderwijs
Op hem moeten wij bouwen in alle manieren
en eeuwichlijck metter harten dancken
Lust om weten
Ick twijffele niet oft als wijngaert rancken
1600[regelnummer]
heeft hij ons crancken // tot sijn erffdeel vercoren
Goet onderwijs
Nu Laet ons als pellicaennisten niemant verstoren
maer met behooren // met eeren van hier wijcken
Lust om weten
1605[regelnummer]
Tis recht want ons Trou moet Blijcken
des dancken wij gelijcken // die hier sijn gecomen
Goet onderwijs.
Sijnder fauten gesien wiltse u niet beromen
wiltse sonder schromen in dasschen begraven
Lust om weten
Denckt tsijn goe paerden die uuijt haer selven draven
want tgeschiet uuijt Jonst tot consten fier
Goet onderwijs
Wij dancken ons mebroeders den soeten negelentier
1615[regelnummer]
die goet van manier altijt is in lieft bloeijende
Lust om weten
En datse al blijven in Jeucht groeijende
die van vert sijn gecomen daer lieft is fondement
Goet onderwijs.
1620[regelnummer]
Tavent te seven uuren salmen spelen een esbatement
alle borgers en vreemden tot een recreatie
hier mede bevolen goods milde gratie
Het spel met de prologe ende de
Conclusie is lang tsaemen. 1150. Regulen.
1625[regelnummer]
G T B
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 273]
| |||||||||||||||||||||||||||
|