Het fragment van de Limburgse 'Tristant en Ysolt'
(2013)–Anoniem Tristan– Auteursrechtelijk beschermd6 Naar Ysolt voor hulp130[regelnummer]
Do nam hi Kaerdíne
hemlic an sinen rat. Ga naar voetnoot131
‘Gi siet wal, wiet mí stat’,
sprac hi, ‘geselle mín.
Ic muot dies dodes sín,
135[regelnummer]
gíne wilt mí trowe schienen. Ga naar voetnoot135
Ine hebbe níet mer enen
trost tu desen díngen. Ga naar voetnoot137
Mogedi mí dien bringen,
so mach ic noch genesen. Ga naar voetnoot139
140[regelnummer]
Nu suldis vlitech wesen,
als ic u wal getrowe.
Di koníngín, mín vrowe
Ysolt, di wal bedachte, Ga naar voetnoot143
di heft menegerslachte
145[regelnummer]
salven unde krût,
dat mí wal tien sold ût Ga naar voetnoot146
et gelubbe van dier wunden, Ga naar voetnoot147
of wi si hebben kunden.
Si kan van arzedieGa naar voetnoot149
150[regelnummer]
so scone’, sprac di vrie,
‘dat ic genase schiere Ga naar voetnoot151
of di geslachte fiere Ga naar voetnoot152
tů mí gerochte komen. Ga naar voetnoot153
Gi hebbet oc wal vernomen,
155[regelnummer]
wi her muot stat tů mí.
Nu wold ic, vrient, dat gi
te Cornewalie vůret,
dar gi dat schier ervůret Ga naar voetnoot158
[Vertaling] 130[regelnummer]
Toen beraadslaagde hij
in het geheim met Kaerdine.
Hij zei: ‘U ziet duidelijk, hoe het
er met mij voorstaat, vriend.
Ik ben ten dode opgeschreven,
135[regelnummer]
tenzij u mij uw trouw wilt tonen.
Ik kan slechts op één iemand hopen
in deze aangelegenheid.
Als u mij die kunt brengen,
dan kan ik het er nog levend vanaf brengen.
140[regelnummer]
Nu moet u zich daar voor inzetten,
waarin ik beslist vertrouwen heb.
De koningin, mijn vrouwe
Ysolt, de zeer bedachtzame,
die heeft allerlei
145[regelnummer]
zalven en geneeskrachtige kruiden,
die beslist het vergif uit
mijn wond zouden halen,
als we erover konden beschikken.
Ze is zo bekwaam in de
150[regelnummer]
geneeskunst’, sprak de edele man,
‘dat ik heel snel zou genezen,
als de edele, trotse dame
het zou believen, naar mij toe te komen.
U bent ook goed op de hoogte ervan,
155[regelnummer]
wat haar hart voor mij voelt.
Nu zou ik graag willen, vriend,
dat u naar Cornwall zou reizen,
om daar spoedig te weten te komen
|
|