Treurlied, op het schielyk afsterven, van hare koninglyke hoogheid, mevrouwe Anna gouvernante der Nederlanden, &c. &c. &c.
(1759)–Anoniem Treurlied, op het schielyk afsterven, van hare koninglyke hoogheid, mevrouwe Anna gouvernante der Nederlanden &c. &c. &c.–
[pagina 4]
| |
Op een bekende voys.
O Treurt het Huys nu van Nassouw
over de Edele Princesse,
Een yeder kleed hem in de Rouw,
Zy was een trouwe Voogdesse,
En een Voorstander van het goed
Deed alles met een lof gemoed,
Nu komt de Heer haar halen,
Boven in 's Hemels Zalen.
Leeft nu Princesse vol van deugd,
Boven in 's Hemels Zalen;
Singt nu met de Engelen verheugd:
Geen Pen die kan afmalen,
Hoe gy voor Vaderland getrouw
Als een Kloekmoedig Eedel Vrouw,
U liefde ging betonen,
Den Hemel zal u loone.
Wy missen nu het oranje bloed,
Gy waerd ons Siel verlangen
Wy wenschen u den Koning zoet;
In liefde zal ontfangen,
Geniet nu in de Heerlykheid,
De Saligheid voor u beryd,
Wilt met de Hemelingen,
Nu Haleluja zingen.
Den Septer van Genade zoet,
Die zy aen u geschonken,
De Bruyloft van het Lam zoet,
Doet uwe Siel ontfonken
Nu ziet gy in de Bruylofts Saal:
Die u door minnelyke Tael,
So meenig een verblyde,
Door u trouwhartig stryde.
Adieu Princesse vaart nu wel,
Gy gaat nu van ons schyde,
Het Vaderland dat deed gy wel,
Dat blyft hier om in stryden,
U werk dat is nu afgedaan,
Nu zult Gy tot den Vader gaan,
En voor u vrome daden,
U Ziel vol op verzaden.
O Heer wilt door u sterke kragt,
Het Huys Oranje sterken,
En door u Vaderlyke Magt,
In haare Ziele werken,
Bestuurt de Zoon en Dogter ryn,
Op dat zy u ook eygen zyn,
En hier na in 's Hemels zalen,
By hare Ouders pralen.
Door Gods Genade blyft de Stam,
Tog van Oranje bloeyen,
De wysheid wens ik dat u quam,
In haer Ziel mag groeijen,
En blinken uit in ware Deugd,
En wassen op tot 's Hemels vreugd,
Op dat ons Land Floreeren,
God zy alleen de Eere.
Vaard wel Princesse vol van Deugd,
Wy blyven hier beneden,
En volgt het Lam in ryne Vreugd
God wy ook namaals treden
Ik wens aan alle tot Besluyt,
Dat elk mag wezen 's Hemels Bruyd,
Op dat wy na veel stryden,
Ons mogen regt verblyden.
|
|