De ton vol vrolykheid(1803)–Anoniem Ton vol vrolykheid, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een aangenaam Herders Minne-Zang. Komt myn Flora, schoon Veldgodin, Gy die het voedsel zyt van myn min, Gy die uw schaapjes weid op uw plaizier, O zoete Nimph ik bid u om uw gunst, Blyf nog wat by my hier. Want uwe kaakjes en uw roodermond Die hebben myn jong hert zo zeer gewond, En uw borsjes witter dan de sneeuw, Als ik daarop peys, En zo meenig teis, Zo doet myn jong hert wee. Kom myn engel, kom myn zoete lief, Geef my een kusje zo 't u belieft, Zo zal verligten al myn smerten groot, [pagina 70] [p. 70] En doet gy 't niet, Zo blyf ik in 't verdriet, Ja sterf de bittere dood. Heb ik geen rykdom of geen goed, Verlaat my daarom niet, Godinne zoet, Want uw schaapen die behaagen my, En als gy wilt, Zeker 't is uw schuld, Gy kunt my maaken bly. Die al zyn zinne staag op rykdom slaat, Vind zig bedrogen, En dan is 't te laat. Het is gebleeken en men ziet het nog, Die op goed meent te leven zoet Hy vind niet dan bedrog. Adieu Prinsesse, schoonste die daar zweeft, Gy spant de kroon boven al wat leeft, Wy moeten scheiden om het goed, Heb ik geen goed alderliefste zoet, Nog heb ik goede moed. Vorige Volgende