De ton vol vrolykheid(1803)–Anoniem Ton vol vrolykheid, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Minnaars-klagt. Ach myn schoonste, myn beminde, Troost my in dees droeve staat, Want by u is troost te vinden Die 't verstand te boven gaat. Gy alleen kunt my geneezen En verheugen myn gemoed, Hoe zoud gy dan bitte weezen, Daar gy zyt het zoetste zoet. Hoe zoud gy my kunnen haaten Daar ik u zo trouw bemin, Ik en zal u nooit verlaaten En nooit stellen uit myn zin, Voor dat myn de dood zal schelden En verlaat ik u dog niet, Aanhoord myn blaagen, ziet myn lyden, Dat om uwentwil geschied. Min die doet ons hart verteeren Door het weigeren van het zoet, Min die doet ons vleijen leeren, En baard ons veel tegenspoed. Door haar uitgespannen netten Vangen zy ons in veel verdriet, Zy is wreed en stelt ons wetten, Maakt ons slaaf als zy 't gebied, [pagina 50] [p. 50] Laaten wy de liefde haaten, Vlieden wy dat groot gevaar. Min die speeld by alle staaten Meenig rol zo droef en naar. En uw wreedheid uitgelaaten Brengt veel minnaars in gevaar, Laaten wy de liefde haaren Vlieden wy dat groot gevaar. Vorige Volgende