De ton vol vrolykheid(1803)–Anoniem Ton vol vrolykheid, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Beklag-Lied van een Weeldrig Zoontje die Zoldaat was geworden Stem: Van Bertje: of Capotje. VRienden luisterd na myn reden, Ik beklaag myn droeve staat: 't Is omtrend een jaar geleden, Dat ik weird helaas Soldaat, 'k Ging myn ouders huis verlaaten, Ach ik was de weelde moe, Om te gaan dienen de Staaten, Nu ley ik braaf arremoe. Ik ging terstond my engageren, Onder een regiment te voet: Vier ryksdaalders om te smeeren Die gaf men my met 'er spoet, Krygs artikels zoo met eeren, Leesden zy my met 'er daat, Dat ik my zou reguleeren, Om te dienen als Soldaat. 'k Dagt hier op nu eens gedronken, [pagina 26] [p. 26] Van dit ligt verdiende geld, Zo lang myn Ryksdaalders blonken Was ik vrolyk als een held, Kammeraaden met dozynen Kreeg ik by my abondant, Doch ik zag ze haast verdwynen Als myn geld was aan een kant. 's Maandags zou men leening geeven, Acht en twintig stuivers geld; Doe dacht ik, dat is goed leeven, En was vrolyk als een held; Ik dagt dat men alle dagen Acht en twintig stuivers gaf, 'k Zei, Waardinne met behagen, Tap maar lustig, 't mag 'er af. Helaas, tot myn groot hartzeere, Ging 't heel anders als ik dagt, Want men kwam my kommandeere, 's Andrendaags moest ik ter wagt, Droog brood dat was toen myn eeten, Half de buik vol heel de week, Ik en zal het nooit vergeeten Hoe dat ik doe stond en keek. En dat met die leege maage Moest ik toen op schildwagt staan, Zoo by nachte als by dage, Dat stond my al gantsch niet aan; Halve dagen exerceeren, Links om, rechts om keertje vlug, Die dat niet heel gaauw kan leeren Krygt braaf slagen op de rug. Heeft men zomtyds wat gezopen, En gemaakt wat karlicons, Men moet door de spitsroê loopen, en zomtyds wel door cardons, Daar de rug word zwart geslagen, [pagina 27] [p. 27] Om een kleine bagatel, Nog en past ons niet het klagen, Schoon het bloed loopt langs het vel. En dan met de huid vol slagen Weer na de provoost toe gaan, Mag ik dan met regt niet klagen, Ach, wat heb ik dog gedaan; Myn groove hembden en dassen Droeg ik by geval Veertien dagen zonder wassen, 't Overhembd bedekt het al. 't Zy op de wagten of commandeeren Is de brits ons ledikant; Men legt zomtyds te klappertanden; Grieksche vlooien abondant, En wandluizen met veel hoopen, Die ons plaagen boven maat; Wil je een goed officie koopen, Komt en word met my soldaat. Vorige Volgende