| |
| |
| |
Achtste Gesprek.
Moeder. Nu, myn Zoon, zal ik U, in een korte Schets, de Tiranny der Jacobynsche Factie, vereenigd met een Committé en Corps, zig noemende Bataven, uitgewekenen en Bannelingen, uit ons Vaderland, in ons Vaderland gepleegd, mededeelen; dan U alvoorens, door eene terug treding, de oorzaak hier van mede deelen.
Zoon. Zulks zal my aangenaam zyn, Moeder.
M. Ik hebben alreeds in een onzer voorige Gesprekken aangetoond, dat de Nationaale Vergadering een Corps Vorstenmoorders gehuurd had, ja hun haat tegen allen Vorsten en Overheden, ging zo verre, dat le Gendre, Lid der Nationaale Confentie, by 't uitspreeken van 't Doodvonnis van Lodewyk de XVI. zeide: ‘dat hy wenschte, dat de Hoofden van alle | |
| |
Vorsten op het lichaam van Lodewyk de XVI. mochten staan, op dat dezelve in één slag konde werden afgehouden.’ Dan dat zy zulk een openlyke haat tegen alle Vorsten en Machten van Europa toonden, is zeer licht te begrypen, als men in aanmerking neemt, dat by de Herstelling der Oude Constitutie, in ons Vaderland, by de beteugeling der voorige Oproerige bewegingen in Braband, onder Keizer Josephus de II. begonnen, en onder Keizer Leopoldus de II. beteugeld, als ook by de beteugeling door Onlusten in Luik, te dier tyd, die beteugeling door de Wapenen van Oostenryk en Pruischen bewerkt, alle de onruststookers en aanvoerders dier onlusten, en Land- en Volksberoeringen, zich met de vlucht naar Frankryk begaven, en aldaar alle misnoegde en muitzuchtige Plannensmeeders, uit anderen Landen, tot zich trokken, te Parys, by een rottede, een Club of byeenkomst oprichtede, en aldaar voortvoeren, om, met hulp der Franschen, Plannen te formeeren, om noch, zo 't mooglyk was, een maal hun oogmerk, om hun Vaderland te verwoesten, en ten onderste boven te keeren, te bereiken; en den baas in het zelve te speelen. − Zo lang Frankryk in | |
| |
vrede met alle Mogenheden leefde, zagen zy hier toe geen kans, schoon zy wel sterke Correspondentie, met geheime misnoegden, in hun Vaderland, onderhielden; dan, toen de Nationaale Vergadering, Lodewyk de XVI. aanzettede, om den Oorlog aan het Huis van Oostenryk te verklaaren, wyl dit huis de toevlucht der uitgeweekenen Koninglyke Famielje was, en zyn Keizerlyke Majesteit, sterke vertogen tegen de omkeering van hunnen Constitutie, en de mishandeling des Konings en deszelfs Gemalin, nabestaande, Bloedverwante van den Keizer, deed; ik herzeg, toen zulks gebeurde, en de Fransche hunne Legers formeerde, kwamen deeze Rebellen, van de genoemde Natiën, mede op, stelde uit hun midden een Committé aan; en dus had men een Committé de Belgique, de Bataaven, de vrye Luikenaars, en ook even zo veele Corpsen. − De Keizer zyne Troepen te Veld doende trekken, vereenigde zich zyne Pruisische Majesteit met deeze, om de Constitutie in Frankryk te herstellen, en de Koning zyne voorige magt weder te geven. Deeze Legers, nevens 't Leger der Fransche Emigranten, te Veld trekkende, onder het Opperbevel; van den | |
| |
Dapperen Hertog van Brunswyk, maakte in de maanden van july en Aug. 1792. groote vorderingen, namen onderscheiden Plaatzen in, als: Stenay, Verdun, Thionville, Longwy enz. belegerde Ryzel, en benaauwde 't Leger der Franschen, onder Dumouriez, Opvolger van de la Fayette, wyl deeze, met de Hollandsche vluchteling, Baron de Averhoult, President der Nationaale Vergadering, zo als wy gezien hebben, de eerste 't Leger verlaaten en gevangen genoomen, en de anderen uit vrees voor de Fransche Boeren, op zyn vlucht, zich een kogel door 't hoofd jaagde, wyl beide zich van de zaak der Fransche afscheurden, en zy nimmer het op die oogmerken, omtrent Lodewyk de XVI. toegelegen hadden, als 't afgeloopen is, en te dier tyd men reeds begon te zien, tot welk een snood einde men die zaak wilde brengen. Ik herzeg, dat deeze het Fransche Leger van Dumouriez zo benaauwde, dat het andere Fransche Leger, onder Kellerman, het zelve niet te hulp konde komen, en men alle dagen, in de maand September, de tyding te gemoed zag, dat het zelve omcingeld zynde, de Wapens zoude nederleggen, en zich als Krygsgevangen overgeeven, − dan juist | |
| |
in tegendeel, zagen wy eenen gebeurtenis te voorschyn komen, die de Staatkundigste in zynen uitzichten stil deed staan, eene onderhandeling met Dumouriez had 'er plaats, 't Beleg voor Ryzel wierd opgebrooken, de Oostenryksche en Pruisische troepen trokken te rug, en de veroverde Plaatzen wierden, volgens verdrag, weder ontruimd. Eenige schreeven de oorzaak hier van toe, aan een zwaare ziekten, in 't Pruisische Leger, daar de Fransche de drinkputten vergiftigd hadden, anderen zeide, dat eene ontdekking omtrent de Fransche Emigranten, en een ongenoegen, by de Vereenigde Legers, tegen dezelve ontstaan was; weder anderen, dat men zulks deed om de Koninglyke Famielje te spaaren, wyl men vreesde, dat zo men doordrong, het Volk deeze in hun woede dus van kant zoude maaken en dit laatste heeft men nader gezien, de waare reden te weezen. − Althans men zag de Legers te rugge trekken, die zo veel mogelyk ter dekking van hun Land eene goede Positie naamen. Echter de Fransche het guuren jaarty niet ontziende, vervolgde hunnen Veldtocht, dringende Kellerman en Custine in Duitschland; Frankfort en meer andere Plaatzen inne- | |
| |
mende, daar dezelve echter weder uitgedreven zyn. Een ander Leger viel in Savoyen, men zond eenige Oorlogschepen na Napels, andere Troepen na Italien, die echter weinig uitrichtede; dan Dumouriez viel, met een drie dubbelen overmacht, op 't Oostenryksch Leger aan, deed het zelve, na een hardnekkig gevecht, by Mons, wyken, en nam een groot gedeelte van Braband, en daar onder Brussel, Antwerpen, het Kasteel, en Luik in, deed eenige stroopinge in 't Pruisisch Geldersch, zo dat wy deeze Jacobynsche Factie, vereenigd met de voornoemde rebelleerende Corpsen, der genoemde Natiën, bynaar op onze Grenzen kreegen; echter daar de stipste Neutraliteit van onze zyde, en die van de zyde van Engeland, gehouden wierd, dacht men, dat, daar de Fransche zich alreeds zo veele vyanden op den hals gehaald hadden, zy omzichtig genoeg zoude zyn, niet meerder op den hals te haalen, en de Vrede, met Engeland en ons Vaderland, te bewaaren, dan dat het tegendeel juist hun oogmerk was, deeden zy zeer spoedig blyken van zien.
Z. Op welk eene wyze?
M. Door 't schenden van 't Recht der | |
| |
Schelde, waar zy, tegen de Protestatiën van 't aldaar liggende Hollandsche Wagtschip, eenige Fransche Schepen na Antwerpen, de Schelde deeden opvaaren, alschoon Engeland verklaard had, dat de minste schending, welke de Fransche ons grondgebied aandeeden, het zelve als een Oorlogsverklaaring tegen Engeland zoude aangezien worden; men ging echter voort, verklaarde de Schelde vry, en begeerde een doortocht door Mastricht, dit wierd geweigerd, dus zy met een Schipbrug, boven Mastricht, den Rhyn passeerde; doch alles liep in geduurige onderhandelingen af; terwyl men zich van alle kanten wapende, en van de zyde van Holland, in alles de grootste voorzichtigheid gebruikt wierd, om nergens eenige aanleidende oorzaak toe te geven, en de grootste waakzaamheid omtrent de Fransche, Brabandsche en Luiksche Emigranten, die de vlucht naar ons Vaderland namen, in acht genomen wierd. − Dan toen de Koning vermoord was, wierp de Nationaale Confentie het momaanzicht af, en deed, door Dumouriez, op een lagen, schandelyke en lasterende wyze, eene Oorlogsverklaaring, uit naam der Nationaale Confentie, aan Zyne Doorluchtige | |
| |
Hoogheid, Willem de Vde, Prince van Oranje en Nassauw, enz. te voorschyn komen, waar in 't Volk van Nederland, van de eene zyde, opgeruid tegen dat Doorl. Huis, van de andere zyde, als zy tegenstand derfde te bieden, bedreigd wierden, en de grootste Logens den Heeren Stadhouder mede belasterende, Haare Koninglyke Hoogheid, hoogstdeszelfs Koninglyke Gemalin, en de Huizen van Brandenburg schendende, onze braaven weldenkende 's Lands Vaderen en wettige Regenten, nevens alle weldenkende op eene verregaande wyze hoonende; dat alles, op eene voortreffelyke en voldoende wyze, openlyk, door onze braave 's Lands Vaderen wederleid wierd; terwyl de Fransche ten zelven tyden den Oorlog aan Engeland mede verklaarde. Alle middelen ter defensie wierden in ons Vaderland ter hand genomen, een aantal Kanoneerbooten in gereedheid gebracht, om onder Commando van den Ridder L. H. van Kinsbergen, de Franschen 't overkomen der Maas te beletten, men deed de Inundatien werken, de Vestingen en Guarnizoenen versterken, Militie aanwerven; terwyl onze braaven Engelsche Bond- en Geloofsgenoot ons terstond den moedigen Prins York met | |
| |
hulp troepen toezond, en de Dapperen jonge Princen van Oranje, den Heeren Erfprince, en deszelfs Broeder, Prins George Frederik, met hunne troepen te Veld trokken, en zynen Doorluchtige Hoogheid, Willem de V. onze dierbaare Erfstadhouder, met onze braave 's Lands Vaderen, raadpleegde over al zulke middelen, welke ten beste van 't Vaderland dienstig waaren. − Den vyand vast aanrukkende, vertoonde zich met een talryk Leger voor Breda, het zelve op eischende en beschietende, gaf de Commandant dier plaats, na een kleine Defensie, op de tweede opeising en dreiging, van anders al 't Krygsvolk over de kling te zullen doen springen, die Vesting over, met Krygseer daar uittrekkende; terwyl de Fransche bezit van die plaats namen, de Vryheidsboom plantede, en alle Gruwelen bedreeven; de Predikstoel wierd om verre gehaald, de Bybel verscheurd, de schoone Graftombe van Prins Lodewyk van Nassauw vernield, de Kerk tot een Paardestal gebruikt, de Inwoonders gedwongen, gereed geld voor Fransche Adsignaten te geven; terwyl men drie weldenkende Heeren van de Regeering te Breda, als: Mr. G.J. Tarée, Mr. A. | |
| |
Reigersman en L. Pels, en twee van Geertruidenberg; als de Heeren A.G. v. Doorn en D. Ruizenaars, arresteerde, en schoon een van dezelve ziek was, echter na Antwerpen in Gevangenis voerden; terwyl men tot driemaal toe dezelve reeds op de weg na Ryzel gebracht heeft, om dezelve daar heen te voeren; doch eindelyk, naar zeer veel uitgestaan te hebben, voor Coutie stelling van een groot Losgeld zy ontslagen wierden, en in het Vaderland te rug kwamen, daar de Franschen, door opstooking van 't Corps Bataaven, hen niet dan tegen vier, op de Gevangen Poort zittende, Persoonen, als: de Villattes, Reepmaker, Nobbe, Micou, wilde ontslaan. Hoe het Committé Bataaven, dat in Breda was, huis hield, en welke hunne gevoelens waaren, bleek, dat de uitgeweekenen Bastaard Bataaf, Blok, van Hoorn, tegen de gearresteerde zeide: ‘dat het Arrest niet om hunne Persoonen in het particulier geschieden, maar om dat die Schelm van een Stadhouder, die Tyran, op constignatie van dien Schelm, den Raadpensionaris van den Spiegel, vier braave Patriotten gevangen hield, enz.’ Langlois, geweezen Fransch Predikant, te Breda, was | |
| |
hun hoofd, en deeze stelde, met behulp zyner vrienden, een aantal van 20 Provisioneele Volks-Representanten aan; terwyl Dumouriez, naar dat de zyne genoeg Geweldenaryen hadden gepleegt, een Galg deed oprichte, voor die geenen, welk eenig Geweld pleegen zoude. Geertuidenberg, ging, naar een weinig sterker verdediging, op gelyke voet over. Deeze voortgang der Franschen, deeden de hun toegenegen verkeerd denkende lieden van vreugde opspringen; terwyl by veele der weldenkende Nederlanders, deeze tyding eene sterke bevreesdheid te weeg bracht, en zich deeze in hunne plechtige bede uuren, op last van onze braaven 's Lands Vaderen gehouden wordende, in gebeden tot God begaven, en deeze verhoorde het Gebed der oprechten, gaf onze Krygsbenden moed, zo dat zy de vyanden met kragt wederstonde, en deed eene wind opkomen, die hen in hunne oogmerken volkomen nadeelig was, en dezelve tot niet deeden uitloopen. Mastricht door de Franschen, onder de Generaal Miranda, belegerd wordende, wierd door de Dapperen Prins van Hessen Philipsthal verdedigd, en hoe de Franschen hier ook sterk met Bomben en Kogels | |
| |
in wierpen, en met Brieven dreigden, daar het Committé der Bastaard Bataaven hunne dreigende en verleidende Brieven byvoegden; zy moesten, naar een Beleg van 8 dagen, met schande te rugge deinzen, en het Beleg opbreeken. Voor de Klundert, een kleine Plaats, daar de Dapperen Kropff, met 80 Man, het bevel voerden, en welke de Fransche met eene groote macht belegerde, verlooren zy veel Volk, en wierden drie maal afgeslagen, tot dat het Guarnizoen, tot op 12 Man verminderd zynde, de Dapperen Kropff, met deeze, na de Willemstad week; doch een sterk Corps Fransche ontmoettende, viel hy daar manmoedig op aan, dan daar bynaar door heen geslagen zynde, trof dien Dapperen Held, die reeds een Sabelslag in de schouder ontvangen had, een Pistoolschoot door 't hoofd, dat hem ter neder deed vallen. − De woeden der Franschen en Bastaard Bataaven, gaat alle verbeelding te boven, men ontrukte hem zyne met eer volle gedragen Hollandsche Monteering, deed hem een oude Fransche Monteering aan, en hem vervolgens in een zak met steenen naayende, wierp men hem onder een brug in 't water, | |
| |
waar het Lyk, naar 't vertrek der vyanden gevonden, na de Willemstad gevoerd, en aldaar, met Eere en Staatie, ter Aarde is besteld geworden. − De Klundert nu over zynde, Planten men daar de Vryheidsboom, en zy lieden speelde hunnen rol van overheersching, zo als zy gewoon waaren, daar zy zich bevonden. − De Willemstad, reeds door hen belegerd, en door den Graave van Boetzelaar verdedigd werdende, wierd de Belegering nu noch heviger, en men eischte die Stad, verscheide maalen, zo met belofte als dreigingen, op, daar de Bastaard Bataaven hunnen verleidende Geschriften by voegden; dan den Dapperen Boetzelaar, met zyn voortreffelyk Guarnizoen wederstond hen met alle dapperheid; terwyl zelf de Vaendrig Colthof, met eenige manschap, zich aan den Dyk lieten zetten, daar de Fransche een Battery, om de Stad te beschieten, opgeworpen hadden, en op hunne handen en voeten voortkruipende, op het onverwachts de Battery overrompelde, de Fransche over de kling doende springen, of gevangen namen, de Battery vernielende, en dus triumpheerende in de Willemstad terug kwamen. En myn Zoon! zo de Willemstad had moeten zwigten, de Fransche | |
| |
zoude tot in het hart van Holland veellicht hebben kunnen doordringen, daar dezelve nu voor de Willemstad gestuit wierden; terwyl de Kanoneerboten, enz. hen de overkomst der Maas belettende. Dordrecht, onder het beleid van den Heere Erfprince, wierd in een geduchte staat van Defentie gebracht; terwyl Gorcum, door den Heere Prince George Frederik, verdedigd wierd. − Echter voerde de Fransche ten Platten Lande veel moedwil uit, zwaare Brandschattingen eisschende, alle Voeragie, als Hooy, Stroo, Haver, en Eetwaaren wegvoerende, onder de Klundert, de ryke Huisman W. van der Lindt, eene zwaare Brandschatting van ƒ 50.000:- afeisschende, en tot voldoening dier Som, hem zelve als Gyzelaar mede nemende. Te Dinterloo, vier Schepenen dier plaats aan de staarten der Paarden bindende, en voortsleepende; terwyl een andere hoop van die moedwillige, twee Dochters van een andere Huisman, op eene afschuwelyke wyze ontëerende, en hun moedwil mede pleegende, de Vader daar en boven noch eene aanzienlyken Somme gelds afperzende, en de Tuinman van de Heer Motman, te Rozendaal, vermoordende, overal waar zy kwamen, de Vryheidsboom plantede; doch de re- | |
| |
gels der Egaliteit vergeetende; wyl zy liever alles wegnamen wat hen aanstond, en niets wilde overlaaten; dan eene gelyke deeling in 't oog te houden. − Echter bekwam het hen op zommige plaatzen slegt, als te Drongelen, Kappellen en Waspik, daar Prins George Frederik eenige Troepen uit Heusden na toe zond, die hen verraste, veele van hen neerzabelde en gevangen namen, drie Vryheidboomen en Jacobynsche Mutzen wegvoerde, en een naar 's Hage zond, zo als ik U in ons voorig Gesprek reeds gezegt hebben. Voor Breda de Fransche bezig zynde, het Mastbosch om verre te hakken, deed de Heeren Prince George Frederik hen, door zyne troepen, omcingelen, en schoon zy een Dapperen wederstand booden, bleeven 'er 150 van de Franschen op 't Slagveld leggen, en 130 wierden van hen gevangen genomen, en een Stuk Kanon veroverd; terwyl vervolgens het Beleg, voor Geertruidenberg en Breda, ter neêr geslagen wierd, en de Fransche het benaauwd genoeg in die Steden kreegen; dan te deezer tyd gebeurde 'er zaaken, welke eene gelukkige omkeering, in de gesteldheid van ons Vaderland, te weeg brachten, en 't zelve van de Dwingelandy en wreedheid der Franschen, en het Corps | |
| |
Bastaard Bataaven verlosten, en alle weldenkende Nederlanders ten grootste blydschap strekte.
Z. En wat was de oorzaak deezer spoedigen ommekeer?
M. De zegenryken voortgang der wapenen van de Oostenrykers en Pruischen, waar door de Fransche uit geheel Braband en Luik, tot op hunne Grenzen, wierden te rug gedreven, de Klundert met verhaasting verlaaten wierd, en 't Beleg voor de Willemstad wierd opgebroken; terwyl den Dapperen Luitenant J. Bloys van Treslong, volgens een beraamd Plan van de Commandant Haringsman, met 7 Sloepen, het Fransche Wagtschip, en de Kanoneer- en Bombardeer-Galjoot St. Luce, op de Schelde, deed wegneemen. Geertruidenberg en Breda, by Capitulatie aan Zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Erfprince, weder overging, en de Franschen en 't Corps bastaard Bataaven, volgens Capitulatie, onder goed geleide, naar Frankryk te rug gevoerd wierden; terwyl onze Troepen, veréénigd met alle de Troepen der Gecombineerde Mogenheden, hunne triumpheerende overwinningen vervolgen. En een zich by een gevoegd hebbend Leger der Koningsgezinden, onder eene Gaston, in Frankryk | |
| |
tot weinig uuren van Parys, is genaderd, en in verscheide Distrikte van Frankryk, de Dauphyn, onder de Tytel van Lodewyk de XVII. reeds als Koning is uitgeroepen; terwyl in Breda, meer dan 40, als ook op andere plaatsen, verscheide Persoonen, die als Verraders van hun Vaderland, de Franschen, en 't Committé Bastaard Bataaven, behulpzaam geweest zyn, gearresteerd zyn, daar de genoemde Langlois zich onder bevind, en verscheidene naar de Gevangen-Poort in 's Hage gevoerd zyn. − Zie daar, myn Zoon! hoe die woelzuchtige, die in vroeger tyden, ons Vaderland ten verderve zochten te brengen, en by de gezegende Herstelling der oude Constitutie, zo genadiglyk behandeld wierden, nu weder ons Vaderland zochten te vernielen; te recht zeggen 's Lands braaven Vaderen, in het Antwoord op de Memorien van Mylord Auckland, Ambassadeur van Engeland, omtrent 't verzoek van, dat die geenen, geen schuilplaats in ons Vaderland, of de Coloniën van deeze Staat mag werden gegeeven, die voor de dood van de Koning van Frankryk gestemd hebben; maar dezelve in handen mogen werden overgeleverd, op dat dezelve goede Ju- | |
| |
stitie ontvangen, dat Hoogstdezelve daar volkomen hun toestemming toe geven; doch teffens daar by verlangende, dat zulks ten opzichten van 't zogenoemde Corps Bataaven, welke ons Vaderland op nieuw beroerd, en bynaar op den oever des verderfs hebben gebracht, zo in de Landen der Gecombineerde Mogenheden; als derzelver Coloniën, mede in acht mag werden genomen, dezelve aldaar geen schuilplaats verleend, maar vervolgd, en ten verkryging van goede Justitie zullen overgeleverd worden. Zie daar, myn Zoon! aan myne belofte voldaan. Den hemel zegenen de wapenen der Gecombineerde Mogenheden, op dat door dezelve de verdervelyke stellingen der Atheïsten en valsche Philosophen mogen den bodem ingeslagen, de valsche Leerstellingen eener Egaliteit vernietigd, de verdervelyke Vryheidsboom om verre gehouden, het Zaad der tweedragt uitgeroeid, de rust en vrede in geheel Europa hersteld worden, en alles, volgens de wensch van alle weldenkende, waare Vryheid en Godsdienst minnaars, mag uitlopen tot een gewenscht
EINDE.
|
|