Eugenia Rico
Vuilnis
Vertaling Luc de Rooy
Mijn vrouw zegt dat ze me wil verlaten. Ze vertelde het me maandag maar we zitten nu al op vrijdag en nog altijd heeft ze me niet verlaten. Het enige wat ze gedaan heeft, is haar koffers in een hoekje van de gang zetten. Ik wil het er met haar over hebben. Maar zij maakt liever het huis schoon. Waarom het huis schoonmaken als ze straks toch vertrekt? Ik ben ervan overtuigd dat dat gedoe over weggaan bluf is. Ze wil me zenuwachtig maken. We zijn getrouwd. Dat is een sacrament, en je kunt niet van de een op andere dag vertrekken. Dat heb ik haar gezegd maar zij blijft doorgaan met schoonmaken.
Dan krijg ik honger, ik open de koelkast maar die is leeg. Ik kijk in de vuilnisbak. Ik weet niet waarom maar ik til het deksel van de vuilnisbak op en dan zie ik ze. Twee prachtige karbonades. Nog altijd verpakt in glinsterend cellofaan. Intact. Ik aanschouw ze. Ik pak ze op alsof ze een heilige hostie zijn. Ik kijk naar de houdbaarheidsdatum. Die is bijna verstreken, maar nu zijn ze nog goed. Ik roep mijn vrouw erbij. Ik vraag haar waarom ze de karbonades in de vuilnisbak heeft gegooid. Ze stinken, zegt ze. Ik ruik aan ze. Ze ruiken perfect. Ze roken niet goed meer, herhaalt ze. Maar ik vind dat ze prima ruiken. Dan klinkt het geluid van een dichtslaande deur en zijn de kinderen terug van school. Mama, mama, roepen ze als ze binnen komen. Ik vraag of ze even bij me willen komen. Ik ben hun vader en ze komen inderdaad. Ik laat ze aan de karbonades ruiken. Ze willen niet, ik verplicht ze daartoe. Ze stinken, papa, zegt het meisje.
Ik laat ze aan de karbonades ruiken. Ze willen niet, ik verplicht ze daartoe
Ik word laaiend, iedereen zal begrijpen dat ik laaiend word. Ze zeggen het om hun moeder tevreden te houden. Ze doen alles voor hun moeder. Maar ze hebben ook een vader. Ik ben hun vader.
En gelukkig is hun vader arts. Hij verdient een goed salaris waar mijn vrouw niet zonder zou kunnen. Daarom is het gewoon niet mogelijk dat ze me verlaat.