Walter van den Berg
[Tirade]
Dit is mijn tirade.
Ik ben Walter van den Berg. Ik ben geen personage. Ik ben de schrijver van deze tirade.
Ik zit vast. Ik heb iemand pijn gedaan. Wat ik heb gedaan was onwettig. Over een paar dagen moet ik vertellen waarom ik iemand pijn heb gedaan en ik ben als de man die een jongen neerschoot wegens een sneeuwbal tegen zijn auto, ik ben als de fietser die een kind schopte en sloeg omdat het kind hem natspoot met een waterpistool. Ik ga niet begrepen worden. Er gaat mij gevraagd worden of dat nou echt nodig was, wat ik heb gedaan. Ik ga daar ja op zeggen, ja, dat was nodig, en ik verwachtte al niet dat ik begrepen zou worden.
Ik heb geprobeerd de zaak van een andere kant te bekijken
Dit is mijn tirade. Ik ben geen personage. Mijn naam is Walter van den Berg en ik schrijf deze tirade in volle tegenwoordigheid van geest. Ik ben niet gek. Ik hoor geen stemmen. Niemand heeft mij opgedragen te doen wat ik gedaan heb. Ik ben niet gek. Ik ben hoogstens gekweld.
Ik heb geprobeerd mijn geduld te bewaren. Ik heb tot tien geteld. Meerdere keren zelfs. Ik heb geprobeerd de zaak van een andere kant te bekijken. Ik heb daarbij zelfs de zonnige kant niet geschuwd.
Ik heb iemand pijn gedaan omdat al dat proberen en tellen niet werkte.
Ik sta in mijn recht.
Ik sta in mijn recht, zal ik zeggen.
Dus u vindt dat u in uw recht staat?
U vindt het normaal, wat u hebt gedaan?
Ik zal het herhalen. Ik sta in mijn recht.
Dus u vond het nodig te doen wat u gedaan heeft.
Ja, ik vond het nodig. En ik verwachtte al niet dat ik begrepen zou worden.
Dit is mijn tirade. Ik heb dit niet verzonnen. Ik ben Walter van den Berg en ik schrijf deze tirade terwijl ik bij mijn volle verstand ben.