Ik richt me tot de man: ‘Het was de bedoeling dat ik iets anders werd, iets volkomen
nieuws en onomwonden levensvatbaars. Zie je voor je hoe ze erbij stonden
toen ze een tweedehandsje leverden, voorjaar 1979, op de oprit, onder de pergola,
in hun schortjes, braaf braaf braaf, ontgoocheld, beteuterd, voor het blok gezet?’