hij in het lezen van science-fictionverhalen, die zich immers ook vaak in een gefragmenteerd universum afspelen en waarin het onmogelijke eveneens doodgewoon is. Het verbaast hemzelf dan ook geenszins als hij op een dag door de bewoners van de planeet Tralfamadore wordt gekidnapt en aldaar in een dierentuin tentoon wordt gesteld, samen met het aardse pornosterretje Montana Wildhack, met de bedoeling dat zij gezamenlijk een kind zullen produceren.
De Tralfamadorians onderscheiden zich van de aardbewoners doordat zij niet in de vrije wil geloven en doordat zij de tijd in de vierde dimensie beleven. Dat laatste betekent dat als iemand bijvoorbeeld dood is, hij alleen maar ergens op een bepaald moment is overleden, maar elders gewoon nog doorleeft. Het betekent dus dat de tijd een cyclisch continuüm is waarin niets definitiefs of onomkeerbaars kan gebeuren. Het verklaart ook wat er al vanaf zijn diensttijd met Billy aan de hand is: zonder dat hij daar zelf op uit is, reist hij voortdurend heen en weer door de onbegrensde tijd waarin het kleinste detail en de grootste gebeurtenis van gelijkwaardig belang zijn.
Nadat de Tralfamadorians hem terug naar de aarde hebben gestuurd, verslijt zijn dochter Barbara hem voor gek en ook anderen geloven hem niet als hij, dankzij zijn ‘tijdreizen’, zelfs tot in detail kan voorspellen hoe hij aan zijn einde zal komen. Maar Billy heeft geen greep op zijn eigen pelgrimages door verleden, heden en toekomst, net zo min als hij greep heeft op zijn onderdrukte emoties en herinneringen. Het nachtmerrieachtige resultaat is dat hij keer op keer ongewild terugkeert naar de belangrijkste episode uit zijn leven, het bombardement op Dresden.
‘All this happened, more or less’: Vonnegut putte voor Slaughterhouse-Five uit zijn eigen ervaringen. Evenals Billy Pilgrim overleefde hij als Amerikaans krijgsgevangene in de kelder van een slachthuis het bombardement op Dresden. Nadien werd hij tewerkgesteld bij het ruimen en bergen van de lichamen van de omgekomen burgers. Zoals gezegd zou het schrijven van zijn gefictionaliseerde ‘verslag’ hem zowat vijfentwintig jaar kosten: hij moest een verbeelding zien te vinden voor iets dat het menselijk verstand te boven ging. Die vond hij in de hoogst ongewone vermenging van historische en autobiografische feiten met fantastische science-fictionelementen, opgedist in korte, montere passages in een opmerkelijk lichtvoetige stijl.