Tirade. Jaargang 57 (nrs. 447-451)
(2013)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 69]
| |
1Het kind is twaalf weken oud, en haar adem wiegt u op het rustige, regelmatige ritme van een metronoom. U zit beiden in een schommelstoel midden in een volkomen leeg vertrek. De door de verhuizers opgestapelde dozen staan tegen de rechtermuur. Drie daarvan, boven op de stapel, zijn opengemaakt om er het hoogstnodige uit te halen: keukengerei, toiletartikelen, wat kleren en de spullen van de baby, die talrijker zijn dan de uwe. Het raam heeft geen gordijn. Het lijkt aan de muur gespijkerd als een schets, een zuivere perspectiefstudie, waarin de uit de Gare de l'Est weglopende rails en bovenleidingen de vluchtlijnen vormen. U bent er niet helemaal zeker van, maar het komt u voor dat u vier of vijf uur geleden iets hebt gedaan wat u niet had mogen doen. U probeert zich uw opeenvolgende handelingen weer voor de geest te halen, er de draad van te reconstrueren, maar telkens als u een stukje te pakken hebt, hangt daar niet vanzelf de volgende herinnering aan vast, maar valt het als een los eindje neer in het gat dat uw geheugen is geworden. Om eerlijk te zijn weet u niet eens meer zeker of u daarstraks wel bent teruggegaan naar dat andere appartement, dat u al jaren in het geheim bezoekt. De omtrekken en de vormen, de kleuren en de stijl vervagen in de verte. Heeft de man die u daar ontving eigenlijk wel bestaan? En bovendien zou u hier niet zitten nietsdoen als u zichzelf iets te verwijten had. Dan zou u lopen te ijsberen, aan uw nagelranden peuteren, en uw besluitvorming zou door schuldgevoel worden verlamd. Nou, niets van dat alles. Ondanks het waas dat over uw herinneringen hangt, voelt u zich heel vrij. | |
[pagina 70]
| |
Uw heupen komen tot stilstand, brengen geen beweging meer op de schommelstoel over. U draagt de baby naar de naastgelegen slaapkamer. Die ruimte is iets meer ingericht. Een eenpersoonsbed, met de deken strak gespannen onder het omgeslagen laken, en de wieg staan aan weerskanten van het raam. Het kind protesteert nauwelijks als u het op haar rug neerlegt en valt weer in een diepe slaap. U werpt een blik om u heen, herschikt de stapels kleren die een houten kist onder het raam aan het zicht onttrekken, strijkt de jurk aan de voorkant van een metalen kledingrek glad, waar ook al uw jassen en winterbroeken hangen. De truien liggen opgetast op het rooster boven de stang, per paar staan de pumps en de laarzen geduldig tussen de wieltjes te wachten. Een gang verbindt de twee kamers en de keuken. Aan het eind ervan ligt de badkamer, een piepklein hokje waar u, als u op de wc zit, uw knieën tegen de wastafel stoot en uw linkervoet tegen de rand van de douchebak. Op het plafond bladderen langzaam reepjes verf af. Eigenlijk had het appartement een opfrisbeurt moeten krijgen, maar u wilde er zo snel mogelijk in, u hebt de eigenaar gezegd dat u de werkzaamheden eenmaal ter plekke zelf zou laten uitvoeren, hij hoefde alleen maar een maand huur in mindering te brengen. Wat betreft de keuken, daar valt niets op aan te merken. De allernieuwste inbouwapparatuur onder een imitatiegranieten werkblad, de fonkelende kranen en de glanzende tegelvloer rechtvaardigen op zich al de torenhoge huur. U pakt twee eieren uit de koelkast en een kom uit het kastje boven de gootsteen om een omelet te kloppen. Mensen denken dat een omelet glad moet zijn, maar ze hebben het mis. De kunst is om het eiwit mondjesmaat met de dooier te mengen en dat net gaar te bakken. U hebt dikwijls toegekeken hoe uw moeder een omelet klopte. Haar aanwijzingen staan in uw geheugen gegrift, en dat is maar goed ook want daartoe beperken zich uw huishoudelijke talenten. U hebt gestudeerd, een mooie professionele loopbaan. Die bezigheden laten weinig tijd over om een perfecte huisvrouw te worden. U betreurt dat want in uw momenten van ontreddering zou u naar de eerste de beste luisteren en er zijn nog altijd mensen die beweren dat je daarmee een man aan je bindt. Terwijl u de eieren met een vork losklopt, probeert u zich te herinneren wat u vandaag hebt gedaan. De baby heeft u om zes uur gewekt. Een zwak gekerm stijgt op in de slaapkamer, die ondanks het ontbreken van luiken nog donker is. U opent een oog, murmelt een onnozel wijsje, een van die popliedjes die u op uw vijftiende hebt geleerd, de enige wiegeliedjes die u kent. Daarna warmt u de fles op en terwijl die op de juiste temperatuur komt schiet u snel onder de douche. Nu ligt het kind in de keuken in uw armen, het drinkt en u denkt beiden nergens meer aan. U legt het meisje een paar minuten terug in de wieg om haar spullen te | |
[pagina 71]
| |
pakken, uw haar te borstelen en uw ogen met eyeliner groter te laten lijken. Samen gaat u de deur uit. De oppas woont aan de rue Chaudron. Vanaf het gebouw waar u woont, op de hoek van de rue Cail en de rue Louis Blanc, is het rechtdoor, links, rechts. De oppas beperkt zich tot de minimale dienstverlening. Ze ziet scrupuleus toe op de plaatselijke hygiëne, verschaft het kind onberispelijke verzorging en put zich niet uit in nutteloze beleefdheden. Dat bevalt u uitstekend. Over een maand begint u weer met werken en de kleine moet er een beetje aan gewend raken zonder u te leven. Tot twee uur 's middags verricht u de administratieve formaliteiten die te maken hebben met de verhuizing, de scheiding, de eenoudertoelage. Ook koopt u wat kleren, gaat naar de kapper, laat u verzorgen door de manicure. Vroeger mochten uw vriendinnen die al moeder waren graag herhalen dat u, die waarschijnlijk kinderloos zou blijven, bofte dat u tijd voor uzelf had. Ook al zou het tij keren, u hebt besloten dat uw nageslacht uw verdorde schoonheid niet op het geweten hoeft te hebben. De omelet is nu bijna gaar. Met de spatel rolt u hem op en laat hem op een plastic bord glijden, terwijl u tegen de rand tikt om dit bizarre materiaal, zo'n goede imitatie van porselein, te laten resoneren. U hebt het bord gekocht bij de Monoprix van de Gare du Nord. Zonder het goed te bekijken, want u had het te druk met het begluren van een andere klant op de afdeling. Hij was ongeveer uw leeftijd en bestudeerde dezelfde modellen. U trachtte te raden of ook hij uit dwingende noodzaak het gezinsservies had moeten achterlaten. U had niet het lef het hem te vragen. In het midden van de opgerolde omelet giet u de inhoud van een blik erwtjes met worteltjes en dit alles zet u in de magnetron, een lichte inbreuk op de kunst van het omelet bakken, terwijl u uw gedachten weer richt op wat u die ochtend hebt gedaan. Het lijkt erop dat u bij uw man bent langsgegaan, juist ja: u hebt de sleutel nog, en er zijn een paar dingen waarvan u hebt gemerkt dat u ze miste. In het appartement aan de rue Louis Braille is al een maand niets veranderd. Julien zegt dat hij gaat verhuizen maar dat laat op zich wachten. Overigens maakt hij niet de indruk hier veel tijd door te brengen. De gootsteen en het afdruiprekje zijn leeg, er zit geen zak in de vuilnisbak en de tv-gids is nog van voor uw vertrek. U legt weer beslag op een rechthoekig dienblad, een paar handdoeken en de broodrooster. Terwijl u in de wandkast van de tweede slaapkamer - die de babykamer had moeten worden - naar een boodschappentas zoekt om alles in te stoppen, stuit u op uw huwelijksgeschenken. Er is geen enkele reden waarom deze man, die u zo gebrekkig heeft liefgehad, naar wie u zo hebt verlangd en die u | |
[pagina 72]
| |
zo heeft teleurgesteld, de set van acht keukenmessen zou mogen houden die uw moeder bij die gelegenheid had geschonken. U hebt de messen in uw handtas gemoffeld, en het is al heel wat dat u zich dat nog herinnert. U slikt de laatste hap omelet door en gaat naar bed. |
|