Menno Hartman
Vallen en opstaan voor kunstenaars en critici
Over een ongemakkelijk boek en waarom het te lezen
Er is een stripje van Barbara Stok waarop een man en een vrouw op de bank zitten en naar de televisie kijken. De man is ongeschoren, hangt onderuit en heeft een pilsje in zijn hand. ‘Kijk,’ zegt zij, ‘dat is grappig, Barack Obama is even oud als jij.’
Ongemakkelijke boeken moet je lezen, anders wordt het nooit wat
Het overkwam mij toen ik het boekje van Joost Conijn, Piloot van goed en kwaad, in handen kreeg. Joost Conijn is even oud als ik ben. Maar ik zat op de bank toen ik dat zag. En Joost Conijn bouwde een vliegtuig en vloog ermee naar Afrika. Dit maakte het voor mij een ongemakkelijk boek. En ongemakkelijke boeken moet je lezen, anders wordt het nooit wat.
In de eerste plaats is Conijn een kunstenaar en een avonturier. Beide categorieën die de bankzitter gebruikt om wat hij aan ongemakkelijks waarneemt, weg te poetsen in duidelijkheid. Wat is een avonturier? Dat is iemand die op avonturen uitgaat, op goed geluk, zonder bepaalde bestemming, een riskante onderneming aangaand, geneigd tot vreemde plannen, zo schraap ik de Van Dale lemma's maar een beetje bij elkaar.
In 1975 stak de toen 33-jarige Nederlandse kunstenaar Bas Jan Ader in een bootje de oceaan over. Zijn bootje heette Guppy 13. Hij raakte vermist en tien maanden later werd zijn boot teruggevonden voor de kust van Ierland. Een van de kunstwerken van Bas Jan Ader heet Broken Fall en is een film die toont hoe Ader zich uit een boom laat vallen. De overgave is een thema in zijn werk, vallen een terugkerend motief.
Dat Ader meer een avonturier is dan een kunstenaar zou ik niet willen beweren. Maar dat zijn fatale laatste kunstwerk avontuurlijk was lijkt evident: Ader gaf zich over aan de zee. Wat doe je precies als je je laat vallen? Je dwingt jezelf de normale angst tegen beschadiging op te geven, je duwt je angst weg om een letsel te kunnen oplopen.